Aan alles zijn er grenzen
Mag een leverancier die niet contractueel gehouden is tot leveren, zomaar weigeren om aan een bepaalde afnemer goederen te verkopen ?
De principes van vrijheid van handel en contractsluiting geven aan leveranciers niet alleen de vrijheid, maar ook het recht om niet te verkopen aan een bepaalde afnemer. Toch moet dit recht worden genuanceerd. In elk concreet geval zal de rechter moeten nagaan of de leverancier door de weigering te verkopen geen andere rechtsregels heeft geschonden.
Mededingingsrecht.
In eerste instantie zal de rechter nagaan of in casu de verkoopweigering onder het toepassingsgebied van het mededingingsrecht valt. Dat is het geval als de verkoopweigering uitgaat van een leverancier die, omwille van zijn bijzondere marktpositie, een mededinging kan verhinderen, en zich dus jegens zijn afnemers in belangrijke mate onafhankelijk kan gedragen. In dit geval zal men zeggen dat die leverancier een machtspositie op de Belgische markt bekleedt. Een dergelijke leverancier zal niet steeds vrijuit gaan als hij weigert aan bepaalde afnemers te verkopen. Een verkoopweigering uitgaande van zo’n leverancier loopt immers het risico gekwalificeerd te worden als misbruik van machtspositie omdat hij door zijn weigering andere ondernemingen effectief de toegang tot de markt kan ontzeggen. In dit geval zal de verkoopweigering strijdig zijn met de eerlijke handelsgebruiken in de zin van de wet 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument. De stakingsrechter zal de leverancier kunnen verplichten om met de afnemer een contract te sluiten, omdat de weigering onrechtmatig is.
Rechtsmisbruik.
Gezaghebbende auteurs verdedigen de stelling dat, wanneer een rechter meent dat een individuele verkoopweigering niet in strijd is met de Belgische of Europese mededingingsregels (omdat zij bijvoorbeeld geen misbruik van machtspositie uitmaakt), evenmin als onrechtmatig (lees : een daad die strijdig is met de eerlijke handelsgebruiken) kan worden beschouwd. De rechter zal in dit geval de rechtmatigheid van de verkoopweigering moeten toetsen aan de algemene theorie van rechtsmisbruik om vooralsnog een verkoopweigering te veroordelen als een daad die strijdig is met de eerlijke handelsgebruiken. Krachtens deze theorie mag niemand misbruik maken van de rechten die hem of haar zijn toegekend. De rechter zal bijgevolg moeten nagaan of de leverancier geen misbruik heeft gemaakt van zijn recht van verkoopweigering.
Dit is het geval als de leverancier weigert te verkopen met het loutere oogmerk de afnemer te schaden, dus als hij geen enkel objectief belang voor de verkoopweigering kan laten gelden.
Er is eveneens sprake van rechtsmisbruik als er een overdreven benadeling is van het belang van de afnemer ten aanzien van het belang dat de leverancier kan laten gelden.
Daarnaast is er ook rechtsmisbruik als een leverancier een bestaande zakenrelatie op een bruuske manier beëindigt zonder een objectief belang te kunnen laten gelden.
Als de rechter oordeelt dat de leverancier effectief misbruik van zijn recht heeft gemaakt, zal deze een vordering tot staking mogen bevelen. De leverancier zal er dus voor moeten zorgen dat er een einde komt aan het onrechtmatig weigeren te verkopen aan de afnemer. In de praktijk zal dit verbod veelal neerkomen op de positieve verplichting voor de leverancier te verkopen aan deze afnemer.
Geldige motieven.
Uit wat hier voorafgaat, zou men kunnen denken dat de leverancier zijn verkoopweigering noodzakelijkerwijze op positieve wijze moet motiveren om te mogen weigeren. Toch is dit een foutieve conclusie. Wel zal de rechter, in het kader van zijn onderzoek naar rechtsmisbruik ten aanzien van een afnemer, de leverancier kunnen verplichten motieven te geven. De leverancier zal dan moeten aantonen dat hij geldige motieven voor zijn verkoopweigering heeft. Als de leverancier in dit bewijs slaagt, zal de rechter hem niets kunnen verwijten. Zo is er in de rechtspraak het voorbeeld waarbij een hifi-leverancier op rechtmatige wijze mocht weigeren te verkopen aan warenhuizen aangezien dit vereist was om het imago van de producten te beschermen en een gespecialiseerde dienstverlening aan de klanten te behouden. Dezelfde redenering kan worden gevolgd voor luxe-artikelen teneinde het luxekarakter te vrijwaren. Ook zal de weigering geoorloofd zijn als de afnemer en/of de voortverkopers van deze laatsten de goederen met verlies verder verkopen. In geval van tekortkomingen van de afnemer (zoals niet-betaling van de gekochte goederen) zal de leverancier eveneens mogen weigeren verder te verkopen aan de afnemer.
Jean-Paul Timmermans Alexia Dominicus van den Bussche
Jean-Paul Timmermans en Alexia Dominicusvan den Bussche zijn juridische raadgevers bij Price Waterhouse.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier