8000 onderzoekers in management kunnen toch niet verkeerd zijn…

Marc Buelens
Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

Elk jaar in augustus komen zo’n achtduizend onderzoekers in management bijeen. Dit jaar vond de hoogmis van het academisch onderzoek plaats in Anaheim, Californië. De naam zegt u waarschijnlijk niet veel, maar Disneyland waarschijnlijk wel. Was de keuze van de plaats symbolisch? Wilden de organisatoren duidelijk maken dat managementonderzoek één grote vlucht is in een artificiële wereld van dromen, fantasie en een onnatuurlijke glimlach? Al jaren pleiten de organisatoren ervoor om meer praktijkmensen te betrekken bij dit type congressen. Maar de practici, zelfs de consultants, hebben op grote schaal afgehaakt. Geen toespraken meer van bedrijfsleiders, geen workshops meer van het type ‘academia meets practice’. Academici luisteren in hun ‘magic kingdom’ enkel nog naar zichzelf.

De verklaring ligt voor de hand: practici lopen verloren op zo’n congres. Er wordt daar een geheimtaal gesproken van ASQ, OBHDP, JAP, AMR (namen van tijdschriften) en van SEM, SPSS, EQS (uit de wereld van de statistiek) en iedereen wordt uiteraard verondersteld vertrouwd te zijn met het werk van goeroes: Weick, March of Locke&Latham.

Maar er is meer. Academici hebben (bijna allemaal) maar één doel: dat is te publiceren in een van die tijdschriften met de vreemde acroniemen. Elk toevallig gesprek dat je beluistert, gaat over reviews van manuscripten, over tactieken om gepubliceerd te raken, over hoop en ontgoocheling na een afwijzing. Wat wil je als soms amper 5 % van de toegestuurde documenten wordt gepubliceerd? De vraag is niet: onderzoek ik iets zinvols, maar hoe krijg ik OBHDP of AMR op mijn curriculum? Vijf minuten later zucht iedereen hoe zinloos dat allemaal wel is, maar toch speelt iedereen het spel mee. Want er staan vaste benoemingen en promoties op het spel en/of transfers, zoals in het voetbal, naar een topuniversiteit. Het summum van cynisme is natuurlijk dat men bij officiële toespraken klaagt dat men zo weinig impact heeft op de praktijk van het management.

Door de bomen van honderden papers en tientallen symposia het bos zien is een hachelijke onderneming. Toch merk je wel wat ‘in’ is en wat ‘out’. Volkomen out lijkt wel ‘women in management’. Meer dan de helft van alle sessies wordt overigens voorgezeten door vrouwen. Ook de hype van vijf jaar geleden rond ‘psychologisch contract’ is voorbij. We werken blijkbaar opnieuw om ons huis te kunnen afbetalen, vooral in de VS. Ook ‘diversity’ heeft zijn beste tijden gehad. Ook niet te verwonderen: de helft van de lezingen die we hebben bijgewoond, werd gehouden door Aziaten, in het bijzonder Chinezen en Koreanen. Waarschijnlijk volkomen toevallig net die groepen die het ook op de Olympische Spelen niet slecht doen. Niet dat er geen werk aan de winkel is, want we hebben welgeteld nul zwarte deelnemers opgemerkt. Collega’s hebben er wel één gespot. Als je zicht wil krijgen op de razendsnelle evolutie in onze wereld, dan is zo’n bijeenkomst een boeiende microkosmos.

Welke thema’s zijn dan wel ‘hot’? Om te beginnen ‘leadership’. Tot vervelens toe tracht men aan de zowat vijftigduizend gepubliceerde studies over het thema nog enkele tientallen toe te voegen. Het enige nieuwe dat we gehoord hebben, is dat er toch blijkbaar een correlatie zou bestaan tussen narcisme en leiderschap. Het helpt dus toch een beetje verliefd te zijn op zichzelf om te slagen in een leidersjob. Iedereen wil het uiteraard anders, iedereen roept om ‘dienend’ en ’empatisch’ leiderschap, maar in de realiteit die niet roept, blijken leiders met kenmerken uit het zogenaamde donkere trio (narcisme, machiavellisme en psychopathie) het nog niet zo slecht te doen. Kijk gewoon even rond…

De grote aandacht voor leiderschap zal ook wel met de Zeitgeist te maken hebben. Crisissen vragen om leiderschap. En het is wel even mild uitgedrukt als we stellen dat de wereld zichzelf min of meer in crisis ziet. Leiders moeten dan een lichtbaken zijn, zin geven, richting. De goeroe aller goeroes op het vlak van leiderschap (Warren Bennis) drukte het eenvoudig uit: leiders moeten ‘judgement calls’ maken. Eenvoudig maar bijna onvertaalbaar. ‘Leadership’ is nu eenmaal een Angelsaksisch concept. Zelfs de Fransen spreken over ‘le leader’.

Een tweede groot thema is ‘ethics’. Enron is echt nog niet verteerd. Maar de algemene indruk die ik overhoud aan deze orgie van academisch geweld, is er eentje van voorzichtigheid. Iedereen is braaf, wat angstig, men heeft meer dan ooit schrik van het grote idee, de controversie, van wat Jim March (ja ja, zo’n academische goeroe) bij zijn huldiging ‘the big ideas’ noemde. Daar mag je geen tijd mee verprutsen, want anders kom je nooit in OBHDP. Ondanks de economische crisis gaat het (nog steeds) goed met de business schools, maar je mag er niet verwachten controversiële dingen te leren. Die geraken nergens gepubliceerd. (T)

Noot: Organizational Behavior and Human Decision Processes (ja ja OBDHP) is een van de meest selectieve managementtijdschriften. Uw columnist is er ooit afgewezen met twee reviewers tegen één. Hij zal misschien ooit toch nog eens proberen. Bridgen, schaken, monopoly zijn echter minstens even leuke tijdverdrijven.

de auteur is hoofddocent aan de universiteit gent en partner van de vlerick leuven gent management school.

Marc Buelens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content