8 opties om de groei van je bedrijf te financieren
Publishing Partner verbindt organisaties met de lezers van en doet een beroep op de specialisten van Roularta Brand Studio voor tekst en illustraties. De inhoud wordt eventueel aangebracht door de partner en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.
Als je je eigen bedrijf wilt opstarten of uitbreiden, heb je kapitaal nodig. Welke mogelijkheden je daarvoor hebt, hangt vooral af van de fase waarin je bedrijf zit: gaat het om een start-up of een groeiende onderneming? Of bestaat je bedrijf al langer, maar moet je stevig investeren in een nieuwe activiteit?
Eigen kapitaal, geld van de bank, steun van de overheid en alternatieve financiering zijn de vier pijlers waarop een gezonde financiering is gebouwd. Hoe vind je de beste financieringsmix voor jouw onderneming? “Dat hangt niet alleen af van de grootte van je bedrijf of de sector, maar ook van de fase waarin je bedrijf zit, zegt Luc Royackers, accountmanager financiering bij Agentschap Innoveren & Ondernemen. De levenscyclus van bedrijven heeft een uitgesproken invloed op hun financieringsmogelijkheden.
Luc Royackers: “Een recente studie van de Nationale Bank heeft die levensfases goed in kaart gebracht. Ben je een kleine starter, zonder waarborg en zonder reputatie, dan heb je geen trackrecord dat je kan voorleggen om krediet te krijgen. Dat is hét knelpunt qua financiering; de communicatiekloof naar investeerders of kredietverstrekkers is op dat moment nog (te) groot. Dan moet veel overtuiging komen vanuit de ondernemer zelf. In de start-upfase moet je dus vooral intern geld gaan zoeken: eigen kapitaal, maar ook friends, families & fans die in je geloven en je willen helpen om aan dat startkapitaal te raken.
Als duidelijk wordt dat je bedrijf een sterk groeipotentieel heeft, zit je in een volgende fase en kan je de stap zetten naar venture capital, naar business angels, maar nog niet altijd naar banken. Bij meer mature bedrijven met een zekere trackrecord is het mogelijk om berekeningen te maken naar de terugbetalingsmogelijkheden. Vanaf dat punt zullen banken meer geneigd zijn om mee te gaan in dit bedrijf. Voor meer innovatieve bedrijven die hun producten of diensten nog verder moeten ontwikkelen, is er meer onzekerheid op terugbetaalcapaciteit. Dat maakt de kans kleiner dat de bank mee zal gaan in dit verhaal als kredietverstrekker.
Spreken we over een middelgroot bedrijf dat een degelijke reputatie heeft verworven, dan is het risico beperkter en dan zullen banken wel geïnteresseerd zijn, al kunnen waarborgen soms nog problemen opleveren. Gaat het over grote bedrijven met bekende risico’s en een goede reputatie, dan zijn banken uiteraard geïnteresseerd, maar dan zal je vaker zien dat ze werken met interne financiering, met middelen die zij kunnen genereren uit de eigen cashflow.
Die vier fases – starter, klein bedrijfje, middelgroot bedrijf en groot bedrijf – bepalen in grote lijnen dus welke mogelijkheden je hebt qua financiering.
8 opties voor jouw onderneming
In welke groeifase zit jouw bedrijf? Met een eenvoudige klik kan je checken welke vorm van financiering in deze fase het meeste op maat van je bedrijf is.
1. Eigen financiering (begin start-up tot halfweg initiele groei)
2. Friends, family & fans (start-up)
3. Crowdfunding (start-up over initiele groei tot sterke groei)
4. Banklening (van eind start-up tot en met sterke groei)
5. Leasing & factoring (halfweg initiele groei tem sterke groei)
6. Durfkapitaal van Business Angels (halfweg start-up tot halweg sterke groei)
7. Mezzaninefinanciering (einde initiële groei tem sterke groei)
8. De overheid als partner (van start-up tem sterke groei)
1. Eigen financiering
Eigen inbreng blijft het vertrekpunt voor elke ondernemer. Blijft die eigen inbreng even groot in elke fase van die levenscyclus?
Luc Royackers: “Uit onze ervaringen met bankfinanciering blijkt dat ondernemers met een nieuwe behoefte aan financieringsnood, gemiddeld 20 à 25% eigen vermogen nodig hebben om de bank te kunnen overtuigen. Kan je te veel van je eigen vermogen in je bedrijf stoppen? Er bestaat zoiets al een financieringshefboom: zelfs als je alles zelf kan financieren met eigen middelen, is het toch interessant om na te kijken of je rendement niet beter is met het binnenhalen van vreemde middelen. Als de kost van de middelen die je aantrekt lager is dan het vooropgestelde rendement op je eigen kapitaal, kan het rendement op het eigen vermogen stijgen door vreemde middelen aan te trekken voor je bedrijf. Lage rente speelt daar een belangrijke rol in.”
2. Friends, family & fans
Veel starters krijgen een duwtje in de rug met financiële steun van ouders, vrienden, partner… Is zo’n informele vorm van financiering juridisch en fiscaal in orde?
Luc Royackers: “De overheid heeft deze vorm van financiële steun gefaciliteerd via de WinWin-lening en sinds kort via de Tax Shelter-regeling. Er is een juridisch kader en het is ook fiscaal geoptimaliseerd. Bij de WinWinlening krijgt de privéinvesteerder 30% van het openstaande saldo van zijn lening terug bij stopzetting van de onderneming. Toch blijft het uiteraard een risico. Het gaat om een achtergestelde lening, er bestaat een kans dat je je ingelegde kapitaal niet totaal terugkrijgt. Daar staat natuurlijk tegenover dat je investeerder mogelijks wel een hoger rendement krijgt, hoger dan dat van de bank.”
3. Crowdfunding
Crowdfunding duikt steeds vaker op in het nieuws voor zowel kleine als grootse projecten. Hoe belangrijk is dit voor bedrijven?
Luc Royackers: “Crowdfunding is een vorm van alternatieve financiering via particulieren die via het internet geld ter beschikking stellen voor een bepaald project. De ‘feel good’-factor speelt daar een belangrijke rol in; deze investeerders doen dat meestal niet om louter om rendement te krijgen, wel omdat ze geloven in een project en dat willen ondersteunen. Het gaat hier over ‘believers’. Crowdfunding kan via verschillende vormen gebeuren: zo kunnen particulieren een schenking doen, krijgen ze soms een beloning terug, beleggen ze via leningen of via aandelen in een project. Al bij al is crowdfunding op dit moment nog een randfenomeen, dat in België nog in de groeifase zit. Het is vooral bekend van projecten in de creatieve sectoren en in start-ups, maar deze vorm van financiering heeft ook kans van slagen op andere sectoren en bij meer mature bedrijven.”
4. Hulp van je bank
Waar moet je op letten als je bij de bank aanklopt?
Luc Royackers: “Als ondernemer is het essentieel dat je een duidelijk plan hebt. Denk goed na over wat je precies wil financieren, zodat je een goed onderbouwd financieringsplan hebt. Heb je geld nodig voor een investering op lange termijn – voor een pand of een machinepark – of op korte termijn? Wat is je exacte behoefte qua bedrijfskapitaal? Hoe zit het met invorderingstermijnen van facturen, de opvordering ervan, de betaling van leveringstermijnen aan je leveranciers… Dat zijn allemaal elementen die zeker bij een startend bedrijf bepalen hoeveel financiering je nodig zal hebben.
Voor welke vormen van financiering komt je bedrijf in aanmerking? Starters en start-ups kunnen meestal enkel rekenen op korte termijn-financiering, omdat ze zich nog niet genoeg bewezen hebben. Zij zijn voor hun bedrijfskapitaal aangewezen op kaskredieten, maar daar hangt wel een stevig prijskaartje van 8 tot 12 % aan. Voor wat grotere, groeiende bedrijven die volume beginnen te krijgen, zijn de straight loans interessant. Als je matuurder begint te worden, kan je je terugbetalingscapaciteit aantonen en kan je dus wel op langere termijn lenen.”
5. Leasing & factoring
Welke rol kunnen vormen als leasing en factoring spelen in je financiering?
Luc Royackers: “Als je via leasing en factoring kan werken, verlaagt dat je behoefte aan bancair krediet. Bij factoring draag je je facturatie en debiteurenrisico over aan een factoringmaatschappij. In ruil voor een vergoeding krijg je direct je geld, iets wat bij een bedrijf met een grote omzet veel verschil kan maken. Door te leasen kan je de BTW ook mee afschrijven over meerdere jaren en behoud je liquiditeiten voor de financiering van je bedrijfskapitaal. Op die manier maak je geld vrij om mee te werken, Zeker voor bedrijven in volle expansie met grote nood aan bedrijfskapitaal is dat belangrijk.”
6. Durfkapitaal van business angels
Wat als je niet bij de bank terecht kan voor je financiering? Is risicokapitaal of venture capital dan je enige of je beste optie?
Luc Royackers: “Als bedrijf moet je er rekening mee houden dat de bank waarborgen wil vooraleer je geld kan lenen. Wat is je terugbetaalcapaciteit, wat is je waarborgsituatie en hoe zit het met je solvabiliteit? Als je op die drie punten niet hoog genoeg scoort, wordt het risico voor banken te groot om aan jou te lenen. Business angels of risicokapitaalmaatschappijen nemen dat risico wel. Daar staat tegenover dat ze natuurlijk een hoger rendement willen.
De overheid probeert via de Vlaamse waarborgregeling start-ups te helpen, het is een manier om de economische groei in Vlaanderen te stimuleren en wordt door veel starters gebruikt. Als je de stap zet om te werken met durfkapitaal en aandelen, moet je beseffen dat je bedrijf in eigen hand houden niet vanzelfsprekend is. In veel gevallen kan je na verloop van tijd niet meer evenwaardig volgen met eigen middelen, waardoor je belang verwaterd. Dat is een bewuste keuze die je op voorhand moet maken, maar dat is in se niet negatief, het kan ook voor opportuniteiten zorgen.”
7. Mezzaninefinanciering
Mezzaninefinanciering ligt op de grens tussen bankkrediet en risicokapitaal. Wat houdt dit precies in?
Luc Royackers: “Bij mezzaninefinanciering gaat het om een achtergestelde lening met een soort van warrantage, zodat je die lening in de toekomst kan omzetten naar aandelen. In Vlaanderen zitten we – in verhouding tot Europa – met een financieringsmarkt die vrij goed zit qua structuren, maar bij bedragen boven 2,3, 5 of 10 miljoen begint het toch moeilijk te worden om kapitaal op te halen. Deze mezzaninefinanciering is echt een middel om grotere kapitalen op te kunnen halen op risicovolle posities. Het gaat daarbij om mature bedrijven die met projecten bezig zijn die zo innovatief zijn, dat ze in de bancaire sector als (te) risicovol worden ervaren, of waar zo’n hefboom nodig is om banken mee te trekken, doordat deze middelen als quasi eigen middelen worden beschouwd.”
8. De overheid als partner
De overheid kan al van voor de start een belangrijke rol spelen in de financiering van je bedrijf. Hoe zorg je voor een optimale synergie tussen de overheidshulp en je samenwerking met de bank?
Luc Royackers: “De overheid deelt nog subsidies uit, maar de laatste jaren is de rol van de overheid meer verschoven naar ondersteuning van financieringsmechanismen om projecten financierbaar te krijgen. De overheid gaat vooral daar een rol willen spelen waar de banken niet kunnen of willen instappen. Ze werkt daarbij niet meer zozeer op de terugbetalingscapaciteiten met subsidies die niet terugbetaald hoeven te worden, maar meer op waarborg. Er is de Vlaamse waarborgregeling, waarbij de overheid tot driekwart van de lening indekt naar banken toe. Ook voor bedrijven die niet genoeg eigen inbreng hebben om aan bankfinanciering te geraken, heeft de overheid een instrumentarium ontwikkeld om via aandelen of achtergestelde leningen mee te gaan, de spelers op die markt zijn doe- en durfbedrijf PMV en investeringsmaatschappij LRM . De overheid ondersteunt ook instellingen die via microkredieten en impulskredieten starters een kans geven.
Ook ziet de Vlaamse overheid een rol inzake oriëntering naar de juiste financieringskanalen, via allerhande infobrochures die te vinden zijn op www.vlaio.be. Via het project ‘FINMIX‘ kunnen bedrijven een pitch doen voor een panel van financieringsdeskundigen als zij op zoek zijn naar risicokapitaal als één van de kanalen in hun financieringsmix. Een overzicht van de verschillende mogelijkheden kan je ook hier terugvinden.