“Van moederszijde stam ik af van een tuindersfamilie, langs vaderskant hadden we een sauzenfabriek. Daar werkte ik tot die verkocht werd in 1989. In 1994 liet ik 21.000 stokken chardonnay uit de Champagne aanplanten, om er mousserende wijn van te maken volgens de méthode traditionelle.
Mijn zoon en ik runnen het hele bedrijf. Dat lukt omdat er, behalve het snoeien, nog weinig werk manueel gebeurt in de wijnbouw. Dat impliceert wel dat je zwaar moet investeren in machines en dan heb je een grote oppervlakte nodig. We hebben acht hectare wijngaard, goed voor 50.000 flessen per jaar.
Als de natuur meewil tenminste, want 75 procent van ons succes hangt af van het weer. Als het nog vriest in april of mei, wanneer de botten opengaan, dan kunnen we de hele oogst verliezen. We proberen ons in te dekken tegen dat risico. Met technische hulpmiddelen, zoals een warmeluchtkanon, en met voldoende stock.
We voelen dat de Belgische consument bewust voor Belgische wijn begint te kiezen. Stonden we vroeger op een beurs, dan liepen mensen onze stand voorbij. Nu komen ze eerst naar ons.
Ik ben een pionier van de Belgische mousserende wijn, ondertussen kregen we heel wat navolging. Maar ik ben niet bang voor concurrentie, integendeel, wij geven les aan beginnende wijnbouwers. Want als zij slechte wijn op de markt brengen, dan schaadt dat de Belgische wijnreputatie.
Wij verkopen aan particulieren, aan groothandels en aan restaurants, en sinds kort liggen onze flessen ook bij Delhaize. Maar ons beste verkoopkanaal blijven de rondleidingen op ons domein. Met hele autobussen komen mensen naar hier, om onze wijngaarden en kelders te bezoeken. Zodra ze ons verhaal hebben gehoord, kopen ze met plezier.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier