68 % vindt het Belgische ondernemingsklimaat belemmerend

De Nationale Ondernemersenquête van Delta Lloyd Life en XGM is triomfalistisch voor de ondernemers. Zij worden geloofd en geprezen. 8500 mannen en vrouwen, Vlamingen en Franstaligen, ondernemers en loontrekkenden, werden uitgeplozen. Allen bekijken ze de overheid bits, maar geven ruiterlijk toe amper te weten wat de overheid doet voor het ondernemen.

eXtra informatie op www.trends.be

Op de website van Trends vindt u de uitgebreide resultaten van de Nationale Ondernemersenquête.

Overheidsreclame is door de band de saaiste kletsica op het scherm en op het gedrukte papier. De lectuur van de Nationale Ondernemersenquête doet je toch verzuchten dat er een grote kloof blijft bestaan tussen wat de ondernemers vinden dat de overheid moet doen en wat de overheid de jongste jaren probeert te bereiken. Als er al een kloof is tussen de burgers en de politiek, dan is er zeker een kloof tussen de ondernemers, of de kandidaat-ondernemers, en de politiek. In zes alfabetisch geschikte steekwoorden examineren wij de besluiten van de Nationale Ondernemersenquête.

1 Drijfveren

Hoe staan loontrekkenden tegenover de uitdaging om te ondernemen? Is ondernemer worden spannend? Twintig procent van de steekproef denkt er zeker aan om zelfstandige of ondernemer in hoofdberoep te worden en een op drie hoopt dit of volgend jaar te starten. Bij de mannen kiest 24 % voor het ondernemen, bij de vrouwen 12 %; onder de Vlamingen zegt 14 % ja en onder de Franstaligen 29 %; bij de groep onder 45 jaar 24 %, bij de 45-plussers 14 %; bij hen met een ondernemer in de stamboom antwoordt 26 % ja en 17 % neen. Zij die weigeren ondernemer te worden, zijn voor 31 % mannen en voor 41 % vrouwen; voor 38 % Vlaming en voor 30 % Franstalig.

‘Eigen baas zijn’ en ‘de uitdaging’ scoren hoog bij de drijfveren om te ondernemen. Zeventig procent citeert de uitdaging, de passie voor een nieuw product, een overnamekans als hoofdreden, onmiddellijk gevolgd door de wens om eigen baas te zijn (65 %). Lager worden aangemerkt: de mogelijkheid om meer geld te verdienen (44 %), werk en privé beter combineren (25 %), “het zit mij in de genen” (11 %), familiezaak voortzetten (6 %). De mannen kicken meer op het geld (47 %) dan de vrouwen (39 %). Een betere combinatie werk en privé verleidt de vrouwen (31 %) en minder de mannen (22 %). De Vlamingen biechten voor 14 % op dat het in de genen zit, de Franstalingen voor 8 %. Mochten ze er door de omstandigheden toe gedwongen worden, dan zegt 30 % van de 45-plussers en 14 % van de ‘jongeren’ ja tegen het ondernemen.

Het financiële risico van een ondernemer is de grootste reden om foert te zeggen. Meer dan de helft van de 8509 respondenten (54 %) laat deze reden horen. In de top vijf van belemmeringen staan verder: “ik heb het kapitaal niet” (40 %), gebrekkige sociale zekerheid (40 %), slappere levenskwaliteit (30 %), ontbreken van goede kansen nu (27 %). Opvallend: te veel administratie, regels en belastingen schrikt maar voor 2 % af. Dat zal Vincent Van Quickenborne, de anti-Kafka van de regering-Verhofstadt, verbazen en misschien plezieren. Uit de cijfers blijkt dat 52 % van de Vlamingen aarzelt vanwege het financiële risico en 59 % van de Franstaligen. De gebrekkige sociale zekerheid remt 36 % van de Vlamingen en 47 % van de Franstaligen.

2 Maatregelen

Wat te doen om de ondernemingsdrift aan te wakkeren? Zijn de respondenten op de hoogte van de maatregelen van de overheid om zelfstandigen, ondernemers en starters te steunen? Pijnlijk om te constateren is dat de kloof tussen wat aan de overheid verweten wordt en wat de overheid doet, breed is. Bijna vier op tien ondervraagden (38 %) kennen de steun van de overheid slecht, ruim een derde van de ondernemers in de enquête idem dito. Tel daarbij zij die zeer slecht op de hoogte zijn (18 %), dan weet zo’n 55 % amper van toeten noch blazen.

Zeer laag bij de verhoopte steunmaatregelen zitten een startersopleiding betaald door de overheid (13 %), een gesubsidieerde en persoonlijke bedrijfscoach (8 %), een centraal aanspreekpunt bij de overheid voor de contacten met de administratie (7 %), informatie over overnamekansen (5 %). Voor uitvoerland België is de meest verweesde steunvraag: stimuleren van de export (bijdrage in de kosten, opleiding…), 5 %.

3 Omgeving

Slechts voor 13 % prikkelt de Belgische omgeving tot ondernemen. De overheid moet uitstekende omstandigheden scheppen voor ondernemende mensen, oordeelt 81 % van de ondervraagden. Lees: zij doet dat vandaag niet. In dezelfde trant: voor 62 % doet de overheid onvoldoende om zelfstandigen, ondernemers en starters te steunen Een zwakkere sociale bescherming voor werknemers, dus een kleiner vangnet, zou meer mensen aansporen om zelfstandig te worden, vindt 41 % van alle geënquêteerden. Zo’n 45 % verwerpt deze mening. De starters geloven voor 64 % dat het zou helpen.

Voor driekwart van de respondenten is het abnormaal dat zelfstandigen minder sociale bescherming genieten dan andere beroepen. Ondernemer zijn zit in je, gelooft 65 % van de ondervraagde Vlamingen en 34 % van de Franstaligen. Bijna 90 % van de 45-plussers beweert dat zelfstandigen en ondernemers de motor van de economie en de welvaart zijn. Dat percentage kalft af tot 78 % voor de groep onder 45. Een klassieker: zijn zelfstandigen en ondernemers sjoemelaars? Driekwart van alle mannen en vrouwen gaat niet akkoord, en 73 % van de Vlamingen en 81 % van de Franstaligen antwoordt eveneens neen.

4 Portret

Bijna zestig op honderd ondernemers (58 %) onder de geënquêteerden zijn langer dan tien jaar ondernemer. Slechts 7 % is minder dan een jaar aan de slag als ondernemer. Ook daar zijn de aanlokkingen van ‘eigen baas’ en ‘uitdaging’ de hoofdredenen om een betaalde baan adieu te zeggen. Voor 63 % van de ondervraagde ondernemers is eigen baas zijn dé prikkel, gevolgd door de uitdaging (54 %). Voor een kwart geldt het meer geld verdienen (26 %), en ‘het zit in mijn genen’ haalt een vergelijkbaar percentage (24 %). Werk en privé beter combineren totaliseert 17 % en ‘door de situatie gedwongen’, als alternatief bijvoorbeeld voor werkloosheid, eindigt op 14 %. Bij mannen klimt de uitdaging hoger (56 %) dan bij vrouwen (48 %) en een gelijkaardig verschil bestaat er tussen mannen en vrouwen voor het hogere inkomen, respectievelijk 28 % en 16 %. In de genen van de Vlaming zit meer ondernemingslust (27 %) dan in de Franstalige genen (19 %). Vrouwen hebben meer achting voor werk en gezin. Bij hen is 32 % van de ondernemers om die reden begonnen met een bedrijf, tegen 14 % van de mannen.

5 Tevredenheid

Wie de ondernemers van de enquête als voorbeeld neemt, stoot op tevreden mensen: 93 % is tevreden over zijn job. De combinatie werk en familie of vrije tijd haalt 67 % aan tevredenheid en de financiële situatie is voor 65 % leuk. Ondanks de perceptie dat ondernemers en ondernemingen het in de publieke opinie moeten afleggen tegen loontrekkenden (ondernemers zijn foefelaars, aldus de populisten) is 60 % van de ondernemers van de steekproef tevreden over zijn imago. Kan het beter? Ja, het kan beter. Op welke punten? Eerst en vooral moet de steun van de overheid voor de ondernemers veel beter. Slechts 7 % is tevreden over die steun en 83 % is korzelig. De sociale zekerheid is de rotte appel in de ondernemersmand: tevredenheidsgraad 21 %. Over de administratieve vereenvoudiging is 79 % ontevreden. Nuancerend blijkt dat de Vlamingen meer tevreden zijn over hun centen (68 %) dan de Franstaligen (61 %), evenals de mannen (67 %) vergeleken met de vrouwen (53 %).

Boze blikken zijn er bij de mannen voor de administratieve vereenvoudiging (81 %), de vrouwen zijn coulanter (70 %). In Vlaanderen is de loden last van de ambtenaren lichter om dragen (76 % ontevreden) dan in Franstalig België (85 % ontevreden). Dezelfde tendens is er voor de mening over de overheidssteun: norse Vlamingen 79 %, norse francofonen 88 %.

6 Uitdagingen

De deelnemende ondernemers zien vijftien uitdagingen aan de kim. Allereerst is er de zorg om de steeds meer eisende klant. Die speelt op over de prijs, de kwaliteit en de leveringstermijnen. De kop van de uitdagingen (37 %) is de klant. Hindernis nummer twee is innoveren (34 %), gevolgd door goede medewerkers vinden en opleiden (32 %). Bij de top vijf van de knelpunten voor de toekomst zitten nog ‘hoe de levenskwaliteit koppelen aan de rentabiliteit’ (29 %) en ‘omzet boeken in een zwakke economie’ (24 %). Aan de staart van de resem uitdagingen bengelen: nieuwe markten aanboren (10 %), klanten die steeds later betalen (10 %), groeikapitaal vinden (8 %), commerciële partners opsporen (8 %) en de overdracht van de zaak (7 %).

Harkend in het veld van het onderzoek ontdek je voor de twee belangrijkste uitdagingen een luide eensgezindheid. Voor het vinden van goede medewerkers zijn de mannen (35 %) somberder dan de vrouwen (20 %). Goede of hoge levenskwaliteit halen in combinatie met behoud van rentabiliteit, beklemt minder de mannen (27 %) dan de vrouwen (36 %).

Frans Crols

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content