25 zaken veranderen vanaf 1 januari 2025 voor uw portemonnee: van de pensioenbonus tot duurdere elektriciteit en schenken
Met tweede kerstdag achter de rug zijn onze ogen des ter meer gericht op het nieuwe jaar. We sommen de 25 wijzigingen op vanaf 1 januari 2025, die invloed hebben uw portemonnee. Lees alles over de duurdere dienstencheques, hogere nettarieven, de pensioenbonus, aangepaste premies voor wie wil verbouwen en nog veel meer.
1. Nettarieven elektriciteit 120 euro duurder, voor gas komt er 15 euro bij
Een Vlaams gezin met een gemiddeld stroomverbruik gaat in 2025 meer voor elektriciteit moeten betalen. De nettarieven stijgen immers met een derde, of 120 euro extra per jaar. Ook voor aardgas stijgen de nettarieven, met 6 procent of 15 euro extra per jaar.
Concreet betaalt een gezin met een elektriciteitsverbruik van 3.500 kilowattuur (kWh) per jaar en een gemiddelde maandpiek van 4,26 kilowatt gemiddeld 483 euro aan nettarieven in 2025. Voor een aardgasverbruik van 17.000 kWh per jaar bedragen de nettarieven 260 euro.
De distributienettarieven zijn de tarieven om elektriciteit en aardgas tot aan de voordeur te brengen. Ze dekken de kosten die netbeheerder Fluvius maakt voor de aanleg en het onderhoud van de distributienetten. Ze dekken ook de transmissiekosten die Fluvius aan hoogspanningsnetbeheerder Elia betaalt.
De sterke stijging van de tarieven in 2025 heeft vooral te maken met een forse toename van de transmissienettarieven. Die nemen toe met 80 procent. Van de 120 euro extra aan tarieven volgend jaar is 45 euro te wijten aan hogere transmissienettarieven.
2. Lagere Vlaamse bouwpremie en hogere EPC-labelpremie
Op 1 januari 2025 wordt de bouwpremie van de Vlaamse overheid, Mijn VerbouwPremie, verlaagd. Gezinnen uit de laagste inkomenscategorie krijgen vandaag 50 procent van het factuurbedrag terug. Vanaf januari wordt dat 35 procent. Gezinnen met een gemiddeld inkomen krijgen vandaag 35 procent van het totaalbedrag terug, vanaf januari wordt dat 25 procent.
De verbouwpremie geldt voor werken voor dak-, vloer- en muurisolatie, nieuwe ramen en deuren, elektriciteit of sanitair. De verlaging scheelt algauw 1.500 euro op een maximale factuur van 11.000 euro. Voor de hoogste inkomens, die recht hebben op een forfaitaire tussenkomst van 16 euro per vierkante meter isolatie of hoogrendementsbeglazing, verandert er niets.
Daarnaast krijgt ook wie bij de renovatie van zijn huis energetisch renoveert, vanaf 6 januari een hogere EPC-labelpremie. Die premie, ook van de Vlaamse overheid, is bedoeld voor onroerende goederen met een slecht EPC-label. Als die binnen de vijf jaar grondig gerenoveerd worden, komt de eigenaar in aanmerking voor de premie.
Dat premiebedrag wordt vanaf volgend jaar inkomensgerelateerd. Tot 2024 kon je maximaal 5.000 euro ontvangen. Vanaf 2025 is het hoogste premiebedrag 7.000 euro. Aan de premies voor warmtepompen, warmtepompboilers en zonneboilers verandert niets, al worden de inkomenscategorieën wel geïndexeerd.
De Vlaamse Woonwaarborg, een financiële ondersteuning voor jonge kopers bij de aankoop of bouw van hun eerste woning, zou normaal gezien op 1 januari 2025 ingevoerd worden. In november raakte bekend dat die datum niet gehaald zal worden.
3. Wettelijke pensioenleeftijd stijgt naar 66 jaar
In 2025 nemen we een belangrijke kaap: de wettelijke pensioenleeftijd stijgt op 1 januari van 65 jaar naar 66 jaar. Het gaat om een maatregel die tien jaar geleden werd beslist. Een volgende stap volgt in 2030. Dan stijgt de wettelijke pensioenleeftijd naar 67 jaar.
Voor alle duidelijkheid: om iemands wettelijke pensioenleeftijd te bepalen, wordt naar de geboortedatum gekeken. Voor wie geboren is voor 1960 is dat 65 jaar. Voor wie geboren is tussen 1 januari 1960 en 31 december 1963 is dat 66 jaar, en voor wie geboren wordt in 1964 of later 67 jaar.
De regels om op vervroegd pensioen te gaan blijven voorlopig onveranderd. Dat is ten vroegste vanaf 60 jaar, voor wie 44 loopbaanjaren heeft. Ook de minimumleeftijd voor het overlevingspensioen – dat is het pensioen voor nabestaanden na een overlijden – wijzigt op 1 januari: van 49 jaar en zes maanden naar 50 jaar.
4. Pensioenbonus van start
De regering wil mensen aanmoedigen om langer aan het werk te blijven en voert daarom vanaf 1 januari 2025 de pensioenbonus in: een bonus bovenop het gewone pensioen. Concreet kan een werknemer, zelfstandige of ambtenaar die verder blijft werken na de vroegste datum waarop hij of zij met pensioen kan gaan, gedurende maximaal drie jaar een pensioenbonus opbouwen. Sinds juli 2024 gold wel al een overgangsperiode, waarin de bonus al kon worden opgebouwd.
De pensioenbonus is een nettobedrag, vrijgesteld van personenbelasting en sociale bijdragen. Het bedrag is afhankelijk van het aantal loopbaanjaren op de vroegste pensioendatum. De bonus wordt progressief opgebouwd: 3.928 euro voor het eerste jaar; 7.855 euro voor het tweede jaar en 11.783 euro voor het derde jaar voor wie voltijds werkt en kiest voor een eenmalige betaling. Bij loopbanen van 43 jaar of meer is dat telkens het hoogste bedrag (11.783 euro).
De bonus moet niet worden aangevraagd. Wie er recht op heeft, zal het geld automatisch krijgen. Er kan voor worden gekozen om de bonus in één keer uitbetaald te krijgen, of als maandelijks bedrag. Opgelet: de pensioendienst wijst erop dat ook al kan de pensioenbonus in theorie vanaf 1 januari 2025 worden uitbetaald, dat in de praktijk pas in het najaar van 2025 zal kunnen. De rekenprogramma’s van de Federale Pensioendienst moeten immers worden aangepast, en bovendien werkt de pensioendienst met driemaandelijkse loopbaangegevens.
5. Perequatie ambtenarenpensioenen afgetopt – militairen zien pensioen 10 procent stijgen
Vanaf 1 januari wijzigt de perequatie van de ambtenarenpensioenen. Er komt een maximum op de stijging. In een overgangsmaatregel zien gepensioneerde militairen hun uitkering wel nog met 10 procent stijgen vanaf januari.
Door het systeem van de perequatie volgen de ambtenarenpensioenen de stijging van de lonen van actieve ambtenaren. Door de nieuwe pensioenwet wordt dat systeem evenwel ingeperkt: vanaf 1 januari 2025 zullen de ambtenarenpensioenen nog jaarlijks met maximaal 0,3 procent van de totale pensioenlast mogen meestijgen met de ambtenarenlonen.
In een overgangsmaatregel zien gepensioneerde militairen hun pensioen ruim 10 procent stijgen. Concreet stijgen op 1 januari de pensioenen van meer dan 67.000 militairen met 9,45 procent. Dat komt omdat de weddes van de actieve militairen de voorbije jaren werden opgetrokken richting die van de federale politie.
Nog voor de ambtenaren: vanaf januari kunnen die niet meer definitief met pensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid. In het kader van re-integratie wordt dit definitief pensioen van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2027 vervangen door een tijdelijk pensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid.
6. Hoger rendement voor aanvullend pensioen
Werkgevers moeten vanaf 2025 een rendement garanderen van minstens 2,5 procent op de aanvullende pensioenen. De minimale rendementsgarantie bedraagt al vele jaren 1,75 procent, maar vanaf januari 2025 stijgt dat naar 2,50 procent.
De minimale rendementsgarantie moet tussen de 1,75 en 3,75 procent liggen, en is gelinkt aan de staatsobligaties op tien jaar. Sinds 2016 was het steeds 1,75 procent, maar dat stijgt nu naar 2,5 procent.
7. Dienstencheques worden duurder
De prijs van dienstencheques gaat vanaf 1 januari 2025 van 9 naar 10 euro. “Deze 1 euro wordt integraal ingezet om de loon- en arbeidsvoorwaarden van de huishoudhulpen te verbeteren”, zegt de Vlaamse regering.
Het systeem van dienstencheques is bijzonder populair in Vlaanderen. Zo’n 750.000 Vlamingen maken er gebruik van en in de sector zijn 127.000 werknemers actief. Het systeem creëert werk voor mensen die kortgeschoold zijn of voor mensen die langdurig werkloos waren en het haalt ook heel wat werk uit het zwarte circuit.
De Vlaamse regering besliste bij haar aantreden om de prijs van de dienstencheque met één euro te verhogen (van 9 naar 10 euro voor de eerste 400 gekochte dienstencheques en van 10 naar 11 euro nadien) en om ook de fiscale aftrek (van 1,80 euro per cheque) te schrappen. De overheid past 19,07 euro per cheque bij om het systeem “betaalbaar te houden voor de gebruiker”.
Wie dienstencheques uit 2024 heeft aangekocht en die in 2025 wil omruilen, zal ook 1 euro per dienstencheque bijbetalen.
Vakbonden en werkgevers van de dienstenchequesector moeten nog overleggen over de precieze modaliteiten voor de verdeling van het extra geld. De Vlaamse regering legde ook volgende prijsverhogingen vast. “De gebruikersprijs wordt geïndexeerd met 1 euro per vijf overschrijdingen van de spilindex”, zegt ze.
De papieren dienstencheque verdwijnt trouwens binnen enkele maanden: vanaf 1 juni zijn de cheques enkel nog digitaal te bestellen.
8. Banken verlagen getrouwheidspremie onder druk van Europese renteverlaging
Een reeks Belgische banken verlaagt de getrouwheidspremie op 1 januari. Het gaat om een onrechtstreeks gevolg van de Europese renteverlaging. De Belgische wet bepaalt dat de getrouwheidspremie niet meer mag bedragen dan de helft van de maximale basisrente. Die hangt af van het rentetarief van de Europese Centrale Bank en dat bedraagt vanaf 1 januari 3,40 procent. De maximale wettelijke getrouwheidspremie bedraagt dan dus 1,7 procent.
Onder meer de banken Belfius en KBC kondigden een verlaging van de getrouwheidspremie aan op bepaalde rekeningen vanaf Nieuwjaar. Ook BNP Paribas Fortis deed dat, al lag de getrouwheidspremie bij de marktleider al onder het maximum.
9. Verlaagde registratierechten in Vlaanderen
Voor de enige en eigen woning verlagen de registratierechten in Vlaanderen vanaf 1 januari van 3 naar 2 procent. De Vlaamse overheid houdt daarvoor rekening met de datum waarop de akte verleden wordt. De voorbije jaren daalden de registratierechten voor de aankoop van de enige eigen woning al. In 2021 daalde het gunsttarief van 7 naar 6 procent, en een jaar later was er een daling naar 3 procent. Het standaardtarief ligt op 12 procent.
Tot eind 2024 bestaat nog een voordeeltarief van 1 procent voor wie een woning koopt om die binnen de vijf jaar ingrijpend energetisch te renoveren of te slopen en (deels) herop te bouwen. Dat tarief ligt vanaf 1 januari ook op 2 procent. Het ijkpunt hiervoor is de datum van het compromis.
De Vlaamse regering besliste tegelijk ook om het tarief voor aankopen door beroepsverkopers te verhogen, van 4 naar 6 procent. Onder meer vastgoedmakelaars kunnen door de Vlaamse Belastingdienst erkend worden als beroepsverkoper.
10. De regels voor schenkingen wijzigen
De zogenaamde ‘verdachte periode’ bij een niet-geregistreerde schenking bedraagt vanaf 1 januari vijf in plaats van drie jaar. Dat besliste de Vlaamse regering. De verdachte periode is de periode waarin de schenker in leven moet blijven na een niet-geregistreerde schenking, om die schenking zonder erfbelastingen te doen.
Met de aanpassing wil de Vlaamse regering mensen motiveren om sneller een schenking te doen, zodat dat geld ook sneller weer in omloop komt en economisch wordt besteed. “Het is de bedoeling dat mensen vroeger eens gaan nadenken over wat er met hun nalatenschap moet gebeuren”, legde minister-president Matthias Diependaele (N-VA) uit.
Voor niet-geregistreerde schenkingen van vóór 1 januari 2025 blijft een verdachte periode van drie jaar gelden. De Vlaamse regering werkt ook aan nieuwe tarieven voor de erfbelasting, maar die zijn nog niet afgeklopt. Diependaele zei eerder al dat het eigenlijke systeem duidelijk moet worden tijdens de begrotingsopmaak van 2026.
11. Half miljoen bedienden zien loon 3,58 procent stijgen
Een half miljoen bedienden zien hun loon vanaf januari met 3,58 procent stijgen als gevolg van de automatische indexering van de Belgische lonen. Het gaat om de bedienden uit het paritair comité 200, dat bestaat uit een hele diverse groep sectoren gaande van de callcenters, uitgevers tot de grafische nijverheid. Alles samen werken ruim 523.000 bedienden in al die bedrijven.
In het paritair comité 200 worden de lonen jaarlijks geïndexeerd, op 1 januari. Ook andere, kleinere sectoren indexeren de lonen op 1 januari. In totaal zien meer dan een miljoen werknemers op 1 januari hun loon aangepast worden aan de inflatie.
Nog andere sectoren indexeren niet jaarlijks, maar doen dat bijvoorbeeld maandelijks of tweemaandelijks. Andere sectoren zien de lonen dan weer veranderen als de spilindex wordt gepasseerd.
12. Maximale aantal uren studentenarbeid daalt van 600 naar 475
Vanaf 1 januari mogen studenten opnieuw maximaal 475 uur per jaar werken als jobstudent, aldus de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ). In 2023 en 2024 had de federale regering het quotum tijdelijk opgetrokken naar 600 uren per jaar als steunmaatregel om de coronapandemie op te vangen.
Studenten kunnen de uren kunnen vrij verdelen over het jaar en over een of meer verschillende werkgevers. De urenteller wordt aan het begin van elk kalenderjaar op nul gezet.
Studenten die meer willen werken, kunnen dat ook, maar dan moeten er hogere sociale bijdragen worden betaald. Overschrijding van het quotum kan in bepaalde gevallen ook leiden tot intrekking van het recht op kinderbijslag.
13. Nieuwe voorwaarde voor gewaarborgd minimumpensioen: 20 effectieve werkjaren
Er geldt vanaf 1 januari een bijkomende voorwaarde om recht te hebben op een gewaarborgd minimumpensioen: 20 effectief gewerkte jaren. Om in aanmerking te komen voor het verhogen van het pensioen tot het gewaarborgd minimumpensioen, golden twee voorwaarden: een loopbaan van 30 jaar als werknemer of 20 dienstjaren als ambtenaar. Vanaf 1 januari is er een bijkomende voorwaarde: je moet 20 jaar effectief gewerkt hebben.
Concreet moet je 5.000 voltijds gewerkte dagen hebben als werknemer, 5.000 voor een gemengde loopbaan, 189 maanden voor een ambtenarenloopbaan en 64 kwartalen voor een loopbaan als zelfstandige.
14. Proximus verhoogt prijzen
Proximus verhoogt vanaf 1 januari de prijzen van verschillende van zijn diensten met enkele euro’s per maand. Het telecombedrijf zegt dat de prijsverhogingen nodig zijn omdat de inflatie de kosten doet toenemen.
De populaire Flex-packs, bundels met verschillende telecomdiensten, worden 3 euro per maand duurder. Wie enkel internet neemt, zal ongeveer 2 euro extra moeten ophoesten. Proximus maakt ook het sportpakket Pickx Sports duurder: 20,99 euro per maand in plaats van 18,99 euro.
Bij de mobiele abonnementen is de impact kleiner. Bij de formules die Proximus momenteel aanbiedt, verandert enkel de prijs om te bellen en surfen buiten Europa: een Daily Roaming pass kost voortaan 7,49 euro of 13,49 euro per dag, afhankelijk van het land waarin de klant zich bevindt. Dat is een prijsstijging van 1,54 euro.
De prijsverhoging komt er net nu een nieuwe speler actief is geworden. Het Roemeense DIGI kocht samen met het Belgische bedrijf Citymesh een vergunning voor een nieuw mobiel netwerk en biedt een mobiel abonnement van 5 euro per maand aan.
Proximus, Telenet en Orange brengen daartegen vooral hun dochtermerken in stelling, met wat minder toeters en bellen maar goedkopere tarieven. Bij Proximus zijn dat Scarlet en Mobile Vikings. Bij die laatste zijn in een reactie op DIGI de datapakketten in alle abonnementen verdubbeld in omvang. Voor Scarlet kondigde Proximus aanpassingen aan begin 2025.
15. Brief of pakje versturen wordt weer duurder
Bpost maakt postzegels opnieuw duurder. Vanaf 1 januari kost een non-priorzegel (uitreiking binnen drie werkdagen) 1,53 euro per stuk of 1,49 euro bij een vel van tien stuks. Bij een priorzending (uitreiking volgende dag) zal de postzegel 2,37 euro kosten, of 2,33 euro bij een vel van vijf. Ook de tarieven om pakjes te verzenden, stijgen met gemiddeld 2 procent.
Voor de prijsstijgingen wordt verwezen naar de inflatie, hogere loonkosten en dalende postvolumes. “Deze tariefaanpassingen zijn nodig om een kwalitatieve postdienst te kunnen blijven bieden en om financieel gezond te blijven gezien de uitdagingen waar de postmarkt voor staat”, zo liet Bpost eerder weten in een persbericht. “Voor de meeste gebruikers betekent dit een stijging van slechts 15 tot 20 cent per maand.”
Postzegels die voor 1 januari 2025 werden aangekocht, blijven geldig.
16. Vliegen met Brussels Airlines wordt duurder door milieutoeslag
De Duitse luchtvaartgroep Lufthansa heft een milieutoeslag op vluchten vanaf 1 januari met vertrek uit Europa. Die geldt bij alle luchtvaartmaatschappijen van de groep, en dus ook bij Brussels Airlines, waar de toeslag tot 36 euro per vlucht zal bedragen. De toeslag varieert van 1 tot 72 euro, afhankelijk van de afstand en de reisklasse. Bij Brussels Airlines zal de milieutoeslag maximaal 36 euro bedragen. “Deze toeslag is bedoeld om een deel van de steeds toenemende extra kosten die voortvloeien uit milieuregelgeving, te dekken”, zo zei de luchtvaartgroep eerder in een persbericht.
De maatschappij verwijst onder meer naar de EU-verplichting om vanaf 2025 duurzamere brandstof (sustainable aviation fuel of SAF) toe te voegen aan de traditionele kerosine. SAF is echter veel duurder. Ook aanpassingen aan het emissiehandelssysteem van de Europese Unie (EU ETS) spelen een rol.
De milieutoeslag geldt voor alle passagiers die vertrekken vanuit de 27 EU-landen en vanuit het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen en Zwitserland.
17. Geen uitstel meer voor het plaatsen van een digitale meter voor eigenaars zonnepanelen
Vanaf 1 januari 2025 zijn eigenaars van zonnepanelen, geplaatst voor 2021, verplicht om een digitale meter te laten installeren. Dat meldt de Vlaamse overheid. Netbeheerder Fluvius zal alle klanten met zonnepanelen contacteren om over te schakelen op de digitale meter.
Het is ook het laatste jaar waarbij na de plaatsing van de digitale meter een retroactieve investeringspremie kan worden aangevraagd. Dat kan voor installaties die in gebruik zijn genomen tussen 2014 en 2020.
18. Aardgasaansluitingen niet langer toegestaan bij nieuwbouwprojecten
Vanaf 1 januari 2025 is een aardgasaansluiting niet langer toegestaan in vergunningsaanvragen voor nieuwbouwwoningen. In haar klimaatakkoord van november 2021 besliste de Vlaamse regering om de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen en milieuvriendelijke verwarmingstechnieken te stimuleren. Zo mag een stookolieketel al sinds 2022 niet meer in nieuwbouw.
Er was ook afgesproken om vanaf 2026 geen aardgasaansluitingen meer toe te laten bij nieuwbouw. Die beslissing werd in 2022 vervroegd naar 2025. Door de start van de oorlog in Oekraïne werd de discussie over de afhankelijkheid van aardgas opnieuw aangewakkerd, waardoor het verbod er sneller kwam.
Aardgasaansluitingen waren al verboden bij grotere projecten; vanaf nu geldt dat verbod bij alle nieuwbouw. De Vlaamse regering wil zo ook het gebruik van warmtepompen stimuleren.
Bij bestaande woningen mag nog wel een nieuwe gasketel worden geplaatst, of kan er nog altijd een gasaansluiting aangevraagd worden. In het laatste geval geldt echter niet langer een begrensd bedrag van 250 euro, maar wel “de werkelijke, hogere aansluitkosten”, zegt het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap. En bij een zogenoemde ingrijpende energetische renovatie van een gebouw moet er dan weer minstens een hybride warmtepomp geïnstalleerd worden.
19. Kinesisten bepalen tarieven zelf, ook meer vroedvrouwen en artsen deconventioneren
Vanaf 1 januari stappen kinesitherapeuten uit het tariefakkoord. Dat betekent dat ze vrij zijn om zelf hun tarieven te bepalen. Ook meer vroedvrouwen en artsen houden zich vanaf volgende maand niet langer aan de prijsafspraken.
De beroepsorganisatie van kinesitherapeuten Axxon kwam eind november terug op de overeenkomstencommissie die was gesloten voor 2024 en 2025. De kinesisten stapten uit het akkoord omdat volgens de beroepsorganisatie verschillende engagementen niet zijn nagekomen.
Het ging onder andere over aanpassingen aan kosten (honoraria, remgelden en verplaatsingskosten), digitalisering en transparantie van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (Riziv). Ook de onzekerheid over de begroting van 2025 lag mee aan de basis van de beslissing om uit het akkoord te stappen. De kans is groot dat door die beslissing sommige patiënten meer zullen moeten betalen bij de kinesist.
Ook de leden van de Vlaamse Beroepsorganisatie van Vroedvrouwen (VBOV) beslisten in november om de conventie te verlaten. Daardoor kunnen vroedvrouwen vanaf januari kiezen om zich niet langer aan de prijsafspraken te houden. De beroepsorganisatie spreekt van een “deconventioneringsgolf”, maar benadrukt dat het om een individuele keuze gaat.
Uit cijfers van het Riziv blijkt dat het aantal toegetreden artsen in 2025 met gemiddeld 0,94 procent is gedaald. Een grote meerderheid (86,2 procent) blijft wel geconventioneerd.
20. Sociale tarieven voor energie gaan omhoog
De sociale tarieven voor elektriciteit en aardgas gaan in januari opnieuw omhoog. Dat heeft de federale energieregulator CREG aangekondigd. Het sociaal tarief voor elektriciteit stijgt voor de eerste drie maanden van 2025 met 10 procent tegenover het laatste kwartaal van 2024. Het is de tweede keer op rij dat het tarief 10 procent hoger gaat. Het sociaal tarief ligt wel nog lager dan begin 2024.
Voor aardgas en warmte komt er opnieuw 15 procent bij. Hier ligt het sociaal tarief wel hoger dan een jaar eerder.
Het sociaal tarief is een verminderd tarief voor bepaalde categorieën personen of huishoudens. Het is bij alle energieleveranciers hetzelfde. De CREG legt het bedrag vast per kwartaal.
21. Vlaamse zorgpremie stijgt naar 64 euro
De Vlaamse zorgpremie stijgt volgend jaar van 62 naar 64 euro. Voor mensen met een lager inkomen komt er één euro bij in 2025 en bedraagt de premie 32 euro. Dankzij de zorgpremie krijgen meer dan 300.000 zwaar zorgbehoevenden in Vlaanderen een maandelijkse tegemoetkoming voor niet-medische zorgkosten zoals poetshulp. Voor personen met een handicap gaat het om 300 euro per maand. Zwaar zorgbehoevenden krijgen 140 euro per maand. Voor 65-plussers met een zorgnood is er een tegemoetkoming van maximaal 710 euro per maand.
Het systeem wordt gefinancierd door de bevolking. Iedereen die in Vlaanderen woont en ouder is dan 25 jaar betaalt verplicht jaarlijks een bijdrage voor de Vlaamse Sociale Bescherming aan één van de zes erkende zorgkassen. Vlamingen die in Brussel wonen, kunnen zich vrijwillig aansluiten bij een zorgkas. Alleen wie aangesloten is, heeft recht op een tegemoetkoming.
De zorgpremie werd ingevoerd in 2001 en bedroeg toen 10 euro. Twee jaar later werd dat bedrag opgetrokken naar 25 euro en dat bleef zo tot 2015, toen de Vlaamse overheid dat bedrag plotsklaps verdubbelde tot 50 euro. De voorbije jaren kwamen er als gevolg van de stijgende levensduurte telkens wat euro’s bij.
Wie de zorgpremie twee keer onvolledig of niet betaalt, krijgt een boete van 250 euro. Afgelopen jaar werden er 50.548 boetes uitgedeeld aan mensen die hun premie al twee jaar niet hebben betaald. Dat zijn er meer dan de 47.012 vorig jaar en de 38.893 in 2022, maar minder dan de 72.813 in 2020.
22. Wie duurdere medicatie moet gebruiken door voorraadprobleem krijgt compensatie
Patiënten die verplicht zijn om duurdere alternatieve medicatie te gebruiken omdat hun gewoonlijke medicijn niet meer in voorraad is, krijgen daar vanaf 1 januari 2025 een financiële compensatie voor. De financiële compensatie wordt gefinancierd aan de hand van een bijdrage van de farmasector, die daarvoor een volgens ontslagnemend minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) “kleine heffing” betaalt.
Via farmastatus.be kan de beschikbaarheid van geneesmiddelen in België worden geraadpleegd. Die website is een initiatief van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG).
23. Bijkomend krediet voor adoptie- en pleegouders opgetrokken naar vier weken
Het bijkomend krediet voor adoptie- en pleegouders wordt vanaf 1 januari opgetrokken van drie naar vier weken. Ze hebben vanaf januari recht op 6 weken verlof per ouder en dan nog bijkomend 4 weken te verdelen tussen die ouders.
Het adoptie- en pleegouderverlof bestaat uit zes weken per adoptieouder, en een bijkomend krediet dat de ouders onder elkaar verdelen. In een in 2018 aangenomen wet werd vastgelegd dat het bijkomend krediet geleidelijk aan opgetrokken zou worden: in 2019 ging het om één week, vandaag gaat het om drie weken, vanaf volgend jaar vier weken en in 2027 wordt het opgetrokken tot vijf weken.
24. Artsen mogen geen supplementen meer aanrekenen aan patiënten met verhoogde tegemoetkoming
Vanaf 1 januari 2025 mogen artsen geen supplementen meer aanrekenen aan patiënten die automatisch recht hebben op de verhoogde tegemoetkoming. Ook voor tandartsen geldt voor een reeks verstrekkingen zo’n supplementenverbod.
In een eerste fase zal het verbod op supplementen door artsen gelden voor mensen die automatisch recht hebben op de verhoogde tegemoetkoming (dus zonder een inkomensonderzoek door het ziekenfonds). Dat zijn bijvoorbeeld mensen die een sociale uitkering krijgen – zoals een leefloon, inkomensgarantie voor ouderen of zorgbudget voor ouderen met een zorgnood – en kinderen met een erkende handicap van minstens 66 procent. Zij vormen volgens schattingen ongeveer de helft van de mensen met een verhoogde tegemoetkoming.
Vanaf 1 januari 2026 zal het supplementenverbod uitgebreid worden naar de patiënten die recht hebben op de verhoogde tegemoetkoming na een inkomensonderzoek.
Wat de tandartsen betreft, geldt het verbod vanaf 1 januari 2025 voor alle patiënten die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming, maar nog niet voor alle handelingen. In totaal is ongeveer de helft van de verstrekkingen bij de tandarts inbegrepen, waaronder (preventief) mondonderzoek en het verwijderen van tandsteen.
Vanaf 1 juli 2026 zal het verbod bij tandartsen uitgebreid worden naar alle verstrekkingen.
25. Wachttijd voor schuldsaldoverzekering na kanker wordt verder ingekort
Vanaf 1 januari mogen verzekeringsmaatschappijen vijf jaar na afloop van een kankerbehandeling bij een klant geen rekening meer houden met die ziekte bij het afsluiten van een schuldsaldoverzekering. Nu bedraagt die wachttijd nog acht jaar.
Het recht om vergeten te worden bestaat al sinds 2019 voor het afsluiten van schuldsaldoverzekeringen: mensen met een chronische aandoening of ex-kankerpatiënten ondervonden grote moeite om zo’n verzekering af te sluiten of moesten een hoge premie betalen, maar sinds 2019 mag de verzekeraar bij de risicobeoordeling geen rekening meer houden met medische aandoeningen waarvoor de behandeling x-aantal jaar eerder succesvol is beëindigd. Ook een aantal chronische aandoeningen valt onder de regeling, op voorwaarde dat ze onder controle zijn.
Die wachttijd gaat vanaf 1 januari 2025 van 8 naar 5 jaar, bevestigt ontslagnemend minister van Economie Pierre-Yves Dermagne. De wachttijd stond oorspronkelijk op 10 jaar.
De wereld in 2025: de vooruitblik van The Economist
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier