2006 wordt een uitstekend jaar voor kunst en antiek
Na een aantal kwakkeljaren is de kunst- en antiekmarkt weer in betere doen. Hoewel niet alle experts op dezelfde golflengte zitten, kondigt 2006 zich rianter aan dan het in talrijke opzichten middelmatige 2005. We distilleren de belangrijkste trends voor u.
De prestaties van de aandelenmarkten hebben een relatief grote invloed op het wel en wee van de kunst- en antiekmarkten. Aankopen van kunst behoren immers tot de luxe-uitgaven. Gaat het economisch minder goed, dan wordt hierop bespaard. De afgelopen drie jaren waren goede beursjaren, een hele opluchting na het debacle van 2000.
Ook de Belgische aandelen zetten de voorbije jaren een fraaie prestatie neer. Omdat talrijke verzamelaars kunst kopen met hun beurswinsten, verwachten we dat 2006 zal uitgroeien tot een uitstekend jaar. Uiteraard kunnen onverwachte gebeurtenissen (terroristische aanslagen, vogelgriep, geopolitiek…) het sentiment nog grondig vergallen. Bovendien kan de heersende economische onzekerheid ertoe bijdragen dat de verzamelaars de knip op de portefeuille houden.
Zoektocht naar kwaliteit
Al ettelijke jaren is kwaliteit – en het liefst topkwaliteit – het toverwoord en dat geldt voor alle sectoren. Alle kwalitatief hoogstaande items vinden een koper, zowel in de handel als op veilingen. We zien geen enkele reden waarom dit fenomeen in 2006 zou veranderen. Structureel bekeken, komen immers minder topwerken op de markt omdat een groot aantal topstukken in de afgelopen decennia – mee dankzij de steun van milde sponsors – in musea is beland. Het kransje items van topkwaliteit vermindert dus jaar na jaar. Omdat topkwaliteit hoe langer hoe minder op de markt komt, wordt om de schaarse stukken stevig gevochten. Het gevolg: stijgende prijzen.
Als illustratie vermelden we de 16,26 miljoen pond die in juli 2004 werd betaald voor ‘Jonge vrouw gezeten aan een virginaal’, een werk dat na tien jaar minutieuze studie door de experts definitief werd toegeschreven aan Jan Vermeer van Delft. De grote belangstelling en dito prijs mogen niet verwonderen omdat het van 1921 was geleden dat een topwerk van Vermeer op veiling verscheen.
Een ander fenomeen is dat bij successies de topstukken eerder onder de erfgenamen worden verdeeld dan dat ze de weg naar een veilingzaal vinden. Keerzijde van de medaille is dat volgens Guy Campo van Campo & Campo de quotering van middelmatige stukken rake klappen krijgt. Iets wat geldt voor bijna alle categorieën: van meubelen en schilderijen over porselein tot beeldhouwwerk.
Modern en hedendaags
De focus van de kunstmarkt verschuift geleidelijk naar de moderne en hedendaagse kunst – waarbij de hamvraag luidt of dit een tijdelijk of een structureel fenomeen is. Deze accentverschuiving heeft te maken met de uitgekiende politiek van de internationale veilinghuizen. In de andere segmenten (bijvoorbeeld oude meesters en impressionisten) worden hoe langer hoe minder topwerken geveild. Door nu specifiek de kaart van de hedendaagse kunst te trekken – en de kopers volgen – kan de omzet worden opgevijzeld.
Hierbij speelt het Saatchi-effect. Alle kunst die deze Britse mecenas aanraakt, verandert in goud omdat de verzamelaars hem slaafs blijven volgen. In het verleden werd het segment van de hedendaagse kunst beschouwd als zeer speculatief. Deze niche kreeg de grootste klappen wanneer de kunstmarkt in een recessie ging. Zo halveerden in de periode 1989-1994 de prijzen van hedendaagse kunstenaars. De grotere belangstelling en dito prijzen voor hedendaagse kunst zijn toe te schrijven aan de opkomst van een nieuwe generatie managers met veel geld en weinig tijd die liever kunst kopen die een associatie met hun eigen leven of een recent verleden heeft. Bij de aankoop van middeleeuwse of Chinese kunst komt immers veel kennis kijken. Daarnaast kunnen we niet naast het prijsaspect kijken. Waarom zou u 2 miljoen euro neertellen voor een middelmatig werk van een impressionist wanneer u zich voor 500.000 euro een topwerk van een hedendaagse kunstenaar kunt aanschaffen?
Tot de hedendaagse coryfeeën behoren onder meer Jeff Koons, Jean-Michel Basquiat, Damien Hirst en Maurizio Cattelan, terwijl de duurste levende vrouwelijke kunstenaar de Zuid-Afrikaanse Marlene Dumas is. Van haar verkocht Christie’s vorig jaar ‘The Teacher’ (1987) voor 1,8 miljoen pond. Van Damien Hirst, de bad boy van de Britse kunst, werd in oktober 2004 de inhoud van het restaurant Pharmacy geveild voor een totaal bedrag van 11,1 miljoen pond. In november 2005 verkocht Sotheby’s New York ‘The Most Beautiful Thing in the World’ van dezelfde Britse kunstenaar voor 1,304 miljoen dollar. Hetzelfde veilinghuis kon in mei 2005 ‘Cake’ van Jeff Koons, de ex van de Italiaanse pornoster La Cicciolina, slijten voor 3,04 miljoen dollar.
Decoratief en eclectisch
Het is een bekend gegeven dat decorateurs en interieurtijdschriften een flinke vinger in de pap hebben bij de bepaling van de trends op de kunstmarkt. Op veilingen stelt men vast dat decoratieve stukken hoge prijzen halen. Dat fenomeen wordt bevestigd door de Oost-Vlaamse antiquair Liban Pollet, die stelt dat de belangstelling van de kopers meer en meer uitgaat naar decoratiestukken.
Een voorbeeld zijn de geometrische, vaak kleurrijke textieldoeken van de Zuid-Afrikaanse Shoa. Parallel daarmee stipt Pollet aan dat het loutere verzamelen – waarbij de klemtoon ligt op het culturele belang van de items – naar de achtergrond verdwijnt. Een ander element is dat de verzamelaars hoe langer, hoe eclectischer worden. Daarbij groeien talrijke moderne interieurs uit tot een melting pot: een sobere, strak afgelijnde achttiende-eeuwse Japanse kast, een litho van Karel Appel in schreeuwerige kleuren en minimalistische designstoelen uit de jaren vijftig zijn een waarschijnlijker combinatie dan een muur vol schitterende etsen van James Ensor.
In grote drommen naar kunstbeurzen
Een andere trend is volgens Lieven Storme, de nieuwe stuwende kracht achter Lineart Gent, dat de kunstliefhebbers in groten getale naar kunst- en antiekbeurzen trekken. Ze kunnen het minder en minder opbrengen om individuele galeries of kunsthandelaars te bezoeken. Het is uiteraard minder tijdintensief om een namiddag op een grote beurs door te brengen en daar het aanbod van pakweg honderd handelaren te bekijken, dan dezelfde honderd professionals een voor een te bezoeken.
Terug naar de heimat
‘Nouveaux riches’ uit landen als Rusland zijn driftig in de weer om kunstvoorwerpen die in vroegere decennia in het Westen zijn beland terug te kopen. Zo realiseerde de veiling van Russische kunst van Sotheby’s Londen op 1 december 2005 het recordbedrag van 22,2 miljoen pond, bijna het dubbele van de onderste schattingsprijs.
De hoofdvogel werd met 2.136.000 pond afgeschoten door ‘Stilleven met bloemen’ van Ilya Ivanovitch Mashkov. Het schilderij van deze kunstenaar die tot de avant-garde van Moskou behoorde, bracht zevenmaal meer op dan de schattingsprijs van 300.000 pond. Een paar keizerlijke porseleinen vazen uit de regeerperiode van tsaar Nicolaas I bracht 1.520.000 pond op. Fabergé is een naam die ook in deze contreien klinkt als een klok. Het baart dan ook geen verwondering dat een unieke klok in goud, zilver en guilloché-email een liefhebber vond die er 926.400 pond voor neertelde.
Toch beperken de nieuwe rijken zich niet tot de eigen kunst. Volgens David Norman, hoofd van de afdeling impressionistische en moderne kunst bij Sotheby’s, storten de kapitalistische Russen zich ook op impressionistische kunst.
De jarenlange economische boom in China legt de kunstmarkt evenmin windeieren. Ook hier keren topwerken terug naar hun plaats van oorsprong. Voorts bevindt de hedendaagse Chinese kunst zich in volle bloei, getuige het succes van de veilingen die Sotheby’s in Hongkong inrichtte. Het veilinghuis ziet in dit marktsegment zodanig veel potentieel dat de groep in New York een nieuw departement van hedendaagse Chinese kunst opende met Xiaoming Zhang als expert. In de toekomst mogen we verwachten dat ook India als koper op de kunstmarkt actief zal worden.
Veilinghuizen winnen veld
Walter Lanssens, de Vlaamse topman van Artemis Fine Arts – het geesteskind van wijlen baron Léon Lambert – wijst erop dat de internationale veilinghuizen het laken meer naar zich toe trekken ten koste van de kunsthandel. Dat is niet alleen het gevolg van de agressievere marketing van de veilingzalen, maar ook van hun grotere ‘power’. Zij kunnen het zich veroorloven om een potentiële verkoper over de streep te halen door hem een gewaarborgde opbrengst te beloven waar zelfs grote internationale kunsthandelaars moeilijk tegen kunnen opboksen.
Nieuw is dat de veilingreuzen ook activiteiten inzake ‘private dealership’ ontwikkelen. Zo engageerde Christie’s niet zo lang geleden de bekende handelaars Nicolas Hall en Richard Knight om de leiding te nemen van het departement voor oude meesters.
Intrede van kunstfondsen in de markt
Een zorgwekkende ontwikkeling voor de gezondheid van de kunstmarkt is dat beheerders van kunstfondsen hun weg naar deze markt hebben gevonden. Deze stap werd voor een groot gedeelte ingegeven door de lage rente, waardoor vooral obligatiebeleggingen nauwelijks nog iets opbrachten en alerte beleggers naar alternatieven zochten. Wie zich het eind van de jaren tachtig herinnert – toen Japanse beleggers niet gehinderd door een teveel aan kennis zich op de impressionisten stortten en daarbij ook de prijs van kunstenaars van de tweede straal pijlsnel in de hoogte duwden – weet wat dit kan betekenen. Mogelijk staat een recessie voor de deur.
Daarbij vinden we het tekenend dat nieuwe gespecialiseerde kunstfondsen – hoewel die in het recente verleden meestal geen goede prestaties neerzetten – het levenslicht zagen. In de afgelopen vijf jaar werden wereldwijd zowat 15 kunstfondsen uitgebouwd, veelal opgericht door oud-werknemers van Sotheby’s en Christie’s. Een greep uit deze fondsen: Fine Art Fund van Philip Hoffman en Fernwood Art Investments van Bruce D. Taub, een fonds dat diverse compartimenten telt. Ook ABN Amro ontvouwde plannen om een kunstfonds op te starten, maar die plannen lijken in de ijskast te zijn gestopt.
Etienne Langerwerf
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier