1500 banen op de tocht in beschutte werkplaatsen
Voor de sector van de beschutte werkplaatsen kwam er geen appel uit de kast gerold tijdens de voorbije werkgelegenheidsconferentie. Integendeel, sedert begin dit jaar moeten deze bedrijven gemiddeld 40 procent meer RSZ-bijdragen betalen, waardoor 1500 economisch zwakke werknemers hun job dreigen te verliezen.
Zes miljoen euro. Dat is de extra aderlating die de sector van de beschutte werkplaatsen dit jaar zal moeten ondergaan. En de sector had het al niet breed, want zowat één derde van de bedrijven had vorig jaar al te kampen met een tekort bij de eindafrekening.
Oorzaak voor de miserie is de invoering van het gewaarborgd minimummaandinkomen in 1999. Toen werd overeengekomen dat de meerkost van deze maatregel zou worden verdeeld over de werkgevers, de Vlaamse overheid en de federale overheid. “Maar de federale overheid kwam begin dit jaar haar belofte niet na. Ze besliste eenzijdig haar aandeel – eigenlijk gaat het om een verlaging van de patronale RSZ – sterk terug te schroeven,” klinkt Christel Vanroelen, coördinator bij de Vlaamse Federatie van Beschutte Werkplaatsen (VLAB) ten einde raad. “Onze leden zullen dit jaar 6 miljoen euro extra aan RSZ betalen. Gemiddeld betekent dat een stijging van maar liefst 40 procent tegenover het jaar voordien. Al in april hebben wij dit probleem aangekaart bij federaal minister van Werk Frank Vandenbroucke ( SP.A), maar verder dan een paar algemene beloftes is die niet gekomen. Toch wel een vreemde manier van handelen voor een regering die werkgelegenheid als topprioriteit naar voren heeft geschoven. Die 6 miljoen euro extra is het equivalent van 1500 arbeidsplaatsen in onze sector en die staan nu dus op het spel.”
Een kater door de trek naar het Oosten
Ruim duizend bedrijven besteden een deel van hun activiteiten uit aan een van de 68 Vlaamse beschutte werkplaatsen, die allemaal het statuut van vzw hebben aangenomen. Ze zijn vooral bedreven in eenvoudige, repetitieve taken zoals verpakking, drukken en montage (zie kader: Sector in crisis). Het grote voordeel van de samenwerking met een beschutte werkplaats voor het normale bedrijfsleven is duidelijk: kostenbesparing. Maar in veel gevallen speelt ook het sociaal engagement van de bedrijfsleiding een rol.
Luc Ysebaert, algemeen directeur van Waak – met zijn 1600 werknemers en een omzet van 40 miljoen euro de grootste beschutte werkplaats in Vlaanderen, ziet nog een derde bestaansreden voor de beschutte werkplaatsen. “Voor een aantal klanten vormen wij een extra buffer voor het geval zij zelf de vraag niet langer kunnen bijhouden. In plaats van een beroep te doen op interim-werknemers, is het voor die bedrijven vaak goedkoper om bij ons aan te kloppen.”
Die bufferfunctie is in de loop der jaren steeds belangrijker geworden. Vroeger hadden de beschutte werkplaatsen namelijk een vrij stabiel klantenbestand van grote bedrijven die langdurige contracten afsloten. Maar deze multinationals gaan hun heil steeds meer zoeken in Oost-Europa en Azië, met China op kop, waardoor de beschutte werkplaatsen de gaten moeten opvullen met gelegenheidswerk.
Zo trekt ruitenwisserproducent Bosch binnenkort naar Roemenië. Daikin, de op één na grootste fabrikant ter wereld van airconditioners, opent volgend jaar een nieuwe fabriek in Tsjechië. De beschutte werkplaatsen, die al jarenlang trouwe toeleveranciers zijn van deze bedrijven, houden dan ook hun hart vast voor de mogelijke gevolgen.
Bij Blankedale in Tienen hebben ze al bij herhaling die klokken horen luiden. “Zeventien jaar lang maakten wij stekkers en stekkerverbindingen voor Framatome in Mechelen,” haalt directeur Erwin Cool een sprekend voorbeeld aan. “Sinds maart van dit jaar gebeurt dit nu in India en China. Wij mochten meteen uitkijken om zeventig mensen een andere job te geven.”
Het is trouwens niet altijd de kostprijs die bij dergelijke beslissingen een doorslaggevende rol speelt; ook de globalisering doet haar duit in het zakje. “Tussen 1973 en 2000 werkte Volvo Cars nauw samen met de beschutte werkplaats Waak,” weet Marc De Mey, woordvoerder van Volvo Cars Gent. “Maar sindsdien worden alle aankoopbeslissingen genomen in Zweden en daar streven ze naar een beperkt aantal grote leveranciers. Een spijtige zaak voor veel KMO’s en zeker voor de beschutte werkplaatsen. Wij waren nochtans uitermate tevreden over de kwaliteit en de stiptheid van Waak.”
Een wandeling doorheen de bedrijfsgebouwen leert dat het verschil tussen een beschutte werkplaats en een regulier bedrijf nauwelijks merkbaar is. “Op één aspect na,” lacht Ysebaert van Waak. “Hier zie je tenminste nog mensen rondlopen.” Dat impliceert meteen dat voor het managen van een beschutte werkplaats er ook andere competenties vereist zijn. “Je mag de menselijke component absoluut niet onderschatten,” aldus Ysebaert. “Het zijn zeer dankbare mensen om mee samen te werken, maar je wordt ook direct geconfronteerd met typische ongemakken. Zo loopt het absenteïsme op tot 12 à 15 procent en is de vraag naar deeltijds werk veel groter dan in het normale bedrijfsleven. Daarnaast is ook de flexibiliteit begrensd. Je mag bijvoorbeeld aan je werknemers vragen of ze ploegwerk willen doen, maar je kan het niet eisen.” Om deze typische managementvaardigheden bij te brengen aan de directieleden, heeft de sector trouwens een eigen trainingscentrum ( Vlamab) opgericht.
Subsidiepotje lekt
Zonder tussenkomst van de overheid zijn beschutte werkplaatsen niet leefbaar in de huidige economische constellatie. Deze subsidies zijn een regionale materie en vallen onder het voogdijschap van minister van Welzijn Adelheid Byttebier ( Agalev), die vaststelt dat de subsidies de afgelopen jaren fors zijn toegenomen. “De financiële inbreng van de Vlaamse Gemeenschap, via het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap (VFSIPH), is tussen 1995 en 2001 in totaal toegenomen met 43,3 procent. Per tewerkgestelde eenheid is dat nog altijd een stijging met 31,3 procent.”
Bij de beroepsfederatie reageren ze furieus bij deze rooskleurige voorstelling van de feiten. “Het zou wel heel erg zijn als bij een stijgend aantal tewerkgestelde personen met een handicap en bij een stijging van de kosten het subsidiebedrag in absolute cijfers zou dalen,” aldus Christel Vanroelen van VLAB. “De Vlaamse overheid engageert zich om het rendementsverlies van de werknemers met een handicap te compenseren. Vanuit die filosofie is het ook logisch dat zij, samen met de federale overheid, de meerkost van de invoering van het gewaarborgd minimummaandinkomen compenseert. De spectaculaire verhoging van het subsidiebedrag is gewoon het gevolg van de inspanning die de overheid heeft gedaan voor het invoeren van het minimumloon. Maar de sector heeft absoluut geen extra injecties gekregen. Integendeel, zo werden de onderhoudstoelagen afgeschaft, wat voor de branche al een aderlating van zowat 5 miljoen euro inhield. “
Volgens minister Byttebier is de toestand absoluut niet zo dramatisch en vooral het gevolg van de economische teruggang. “In 2001 hebben nog steeds meer dan twee derde van de beschutte werkplaatsen het boekjaar positief afgesloten, met een totaal resultaat van 7,4 miljoen euro. Bovendien heeft de sector in de afgelopen jaren een financiële buffer opgebouwd. De geconsolideerde cijfers tonen immers aan dat er voor maar liefst 167 miljoen euro aan financieel actief op de balansen staat. Deze kapitaalopbouw is mee gerealiseerd door de decennialange overheidssteun.”
Ook deze uitspraak ontlokt een felle reactie bij de beroepsvereniging. “Deze kapitaalopbouw is niet te danken aan de subsidies, die alleen een compensatie zijn voor het lagere rendement van werknemers met een handicap, maar aan de bedrijfseconomische uitbouw van de beschutte werkplaatsen,” aldus Vanroelen. “Deze middelen moeten dienen voor het sociaal passief en voor het investeren in machines en gebouwen. Het gros van de beschutte werkplaatsen bestaat ondertussen dertig jaar en herinvesteringen in gebouwen zijn dan ook aan de orde.”
Bedreigd door de gevangenissen
In het kader van het Beter Bestuurlijk Beleid heeft de Vlaamse regering beslist om de bevoegdheid over de beschutte werkplaatsen over te dragen aan minister van Economie, Werkgelegenheid en Toerisme Renaat Landuyt (SP.A). De sector ziet dit met een bang hartje gebeuren, want een dergelijke operatie zou de ideale dekmantel kunnen zijn om verder in de subsidies te snoeien.
Minister Byttebier probeert deze “wilde speculaties” meteen te ontkrachten: “De hervormingen in de organisatie zullen absoluut geen invloed hebben op de financiële engagementen die de Vlaamse overheid heeft aangegaan. De noodzakelijke budgetten zullen dus mee worden overgeheveld.”
Dat is alvast een opsteker voor de beschutte werkplaatsen die van alle kanten worden belaagd: klanten die de prijzen maximaal proberen te drukken, de overheid die de vinger op de knip houdt… En dan hebben we nog niet gesproken over de onderlinge concurrentie.
“Die valt in West-Vlaanderen best mee,” poneert Ysebaert van Waak. “In de provincie hebben wij een gentlemen’s agreement waardoor elke beschutte werkplaats in zijn specialiteit erkend wordt. Wij zijn bijvoorbeeld sterk in bedrading, kabelbomen en metaalbewerking. Wij zullen niet zo gauw een afdeling houtbewerking opstarten omdat andere werkplaatsen daar veel beter voor zijn ingericht.”
Maar er zijn natuurlijk nog andere kapers op de kust. De beschutte werkplaatsen voelen namelijk steeds meer de hete adem in de nek van de sociale werkplaatsen, die laaggeschoolden en langdurig werklozen weer aan een job willen helpen, en zelfs de gevangenissen. Eigenlijk zouden sociale en beschutte werkplaatsen geen concurrenten van elkaar mogen zijn, maar dan moet de overheid wel voor een gelijkwaardige behandeling zorgen. En daar begint het schoentje al te wringen.
“Voor laaggeschoolden en langdurig werklozen zal de regering extra inspanningen leveren,” weet Erwin Cool van Blankedale. “Maar over de beschutte werkplaatsen werd er met geen woord gerept tijdens de werkgelegenheidsconferentie. Integendeel, wij moeten dit jaar een substantiële toename van onze RSZ-bijdragen slikken. En dat, nota bene, in het Europees Jaar van Personen met een Handicap.”Dirk Van Thuyne
Multinationals gaan hun heil zoeken in Oost-Europa en Azië, waardoor de beschutte werk-plaatsen de gaten moeten opvullen met gelegenheidswerk.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier