100 JAAR VBO. In de aanval
Het 100-jarige VBO werd opgericht als een verdedigingslijn tegen de vakbonden. Vandaag staat het VBO nog altijd in het defensief : tegen
de vakbonden,
de voortschrijdende regionalizering en bepaalde maatschappelijke evoluties. Is dit de aanzet tot het einde ? Of een nieuw begin ? Zes stellingen van Trends. Zes antwoorden van VBO-toplui Georges Jacobs en Tony Vandeputte.
STELLING 1.
Het VBO heeft in zijn honderdjarig bestaan zijn defensief karakter nooit verloren. De vakbonden eisten iets en de werkgevers reageerden. De regering besliste iets en het VBO riposteerde. Zeldzaam zijn de eigen plannen van het VBO. Het wordt tijd dat het VBO het heft in eigen handen neemt en offensiever optreedt. Zoals het VEV bijvoorbeeld heeft gedaan met zijn “Op weg naar groei”.
– Georges Jacobs (VBO-voorzitter) : Bij het laatste interprofessioneel akkoord hebben we zelf gesteld dat tewerkstelling het eerste mikpunt moest zijn. We hebben daarvoor niet gewacht op de vakbond. We zijn ook offensief naar de overheid toe. Denk ook aan onze studie over de sociale zekerheid.
– Tony Vandeputte (VBO-gedelegeerd-bestuurder) : Ik vind de VEV-studie “Op weg naar groei” een merkwaardige oefening. Er zitten interessante zaken in, die ons ook kunnen inspireren en die trouwens voor 95 % in onze lijn liggen. Maar ik denk dat zoiets het best gebeurt door een think tank. Zoiets ontbreekt nog in België. Daarom willen we het Instituut van de Onderneming nieuw leven inblazen (nvdr – zie kader “Patronale denktank”). Het voordeel van zo’n instituut is ook de grotere onafhankelijkheid. Het VBO moet denkwerk doen, moet een visie hebben op halflange termijn, maar het dagelijks werk staat voorop en is moeilijk te kombineren met ideeënwerk. Het VEV kan dat makkelijker omdat het veel minder dossiers te behandelen heeft.
STELLING 2.
Het VBO heeft de slag van de regionalizering verloren ten voordele van het VEV. Het VBO reageert op deze evolutie eerder krampachtig. De aanwezigheid bijvoorbeeld van de VBO-voorzitter op de anti-separatismebetoging is niet gepast en brengt het ambt en de organizatie in diskrediet.
– Jacobs : Ik was op die betoging als burger, met mijn familie. Ik denk niet dat ons land beter af is met separatisme. Die persoonlijke stellingname is trouwens niet inkompatibel met die van het VBO.
– Vandeputte : Wij schrijven ons perfekt in in het kader van de Sint-Michielsakkoorden. Het is vanzelfsprekend dat we die staatshervorming eerbiedigen. We hebben daar geen enkele moeite mee. Maar soms krijgen we de indruk dat anderen krampachtige pogingen doen om iets anders te willen dan wat er toen is beslist. En dat is geen goede zaak voor de bevolking en de ondernemingen. De mensen vragen in de eerste plaats werk en zekerheid op het vlak van inkomen, dat blijkt uit onze enquête. Die leert ook dat nationale verankering dubbel zo belangrijk wordt geacht dan regionale verankering. Als VBO zijn we gelukkig dat België er anders uitziet dan 100 jaar geleden. We moeten er het beste van maken en geen ideologische oorlog gaan voeren.
– Jacobs : Wij moeten de koördinatie opnemen met de regionale instanties, het Vlaamse VEV, het Waalse UWE en het Brusselse VOB. We hebben de laatste maanden twee tot drie gemeenschappelijke standpunten naar buiten gebracht. Het doel is altijd : de beste toegevoegde waarde bieden aan de onderneming.
Ons imago in het buitenland is heel belangrijk. Vooral in de verre exportlanden zijn we beter gediend met een imago van één land, in plaats van regio’s. Wij hebben samen met het VEV een standpunt getekend waarbij we pleiten voor samenwerking wat de handelsattachés betreft tussen het regionale en nationale niveau. Als de mensen dat willen, kan dit model werken. Sommigen willen het echter moeilijker maken dan nodig.
– Vandeputte : Het VEV praat met de gewestregering over milieu, ruimtelijke ordening, industriële politiek, onderwijs en beroepsopleiding. Wij zijn de gesprekspartner voor de federale regering inzake de volgende materies : Europese zaken, inkomens- en prijzenbeleid, arbeidsverhoudingen, sociale zekerheid, vennootschapsrecht, konsumentenrecht, konkurrentiewetgeving, begroting en konjunktuur, kompetitiviteit en ekotaksen. Dit zijn fundamentele materies voor de onderneming.
– Jacobs : Ik merk soms gevoelens van frustratie op het regionale vlak, omdat wij al die materies behandelen. Daarom ben ik overtuigd dat er meer kontakt moet zijn, zodat wij meer input krijgen. Er is al een goed struktureel kontakt, maar we moeten dat nu ook op het informele vlak versterken. Johan De Muynck komt binnenkort in ons direktiekomitee “Op weg naar groei” voorstellen. Mieke Offeciers volgt later in de raad van beheer. En vorige week was de VBO-direktie op bezoek bij het VEV.
STELLING 3.
Het VBO heeft steeds in het Belgisch overlegmodel meegespeeld, mede omdat het macht verleent. Maar onder druk van de individuele ondernemingen komt het daar nu op terug. Het overleg moet veld ruimen voor het konflikt. Dat er steeds meer beroep wordt gedaan op rechtbanken bij sociale akties is daar een uiting van.
– Jacobs : Het overleg is het eerste objektief. We zijn in ons land van nature geneigd naar overleg. Maar dat moet en mag het konflikt niet uitsluiten. Er is een doel dat bereikt moet worden, het middel konflikt of overleg is ondergeschikt.
– Vandeputte : In funktie van het dossier, de omstandigheden, de politieke realiteit en de heersende krachtsverhoudingen, zullen we de weg van het overleg of de weg van het konflikt kiezen. Het overleg heeft gewerkt in het verleden. De vraag is of dat vandaag nog het geval is. Vanaf ’90 heb ik geprobeerd in de gesprekken met vakbonden de ekonomische rationaliteit te beklemtonen. Maar als dat wordt genegeerd, dan rijden we samen tegen de muur. In de twee vorige interprofessionele akkoorden is daar telkens iets meer rekening mee gehouden, maar nog altijd onvoldoende. De vakbonden evolueren niet snel genoeg. Ze zullen moeten aanvaarden dat de sociale zekerheid in de huidige vorm geen stand kan houden. Ook de indexering niet. Als de vakbond niet mee evolueert, lijkt het onvermijdelijk dat we naar het konflikt gaan.
– Jacobs : Als ik de balans maak over de jaren heen, hebben we steeds meer bekomen met overleg dan met konflikt.
– Vandeputte : Ik ben naar Engeland geweest, daar kent men het konfliktmodel. De werkgevers daar geven toe dat hun sociaal model vandaag niet funktioneert. Ze zijn wel gelukkig dat de regering is tussengekomen in de stakingsprocedures.
STELLING 4.
Als het overleg niet lukt, dan trekken de vakbonden naar de regering waar ze nog steeds meer mannetjes hebben zitten dan het VBO. Het VBO schiet tekort in zijn politieke lobbying.
– Vandeputte : Kijk naar de diskussie over arbeidsduurverkorting en over het globaal plan. De regering volgt niet langer blindelings de vakbond. We zijn een lobby-organizatie. Als u weet wat we doen, dan doen we het niet goed. We kunnen geen overwinningscommuniqués verspreiden. Dat kan taktisch niet.
– Jacobs : Dit is heel ondankbaar. Ik zie nu als voorzitter wat het VBO doet en dat zijn heel wat dingen die ik als bedrijfsleider niet wist. Bij elk wetsontwerp dat met de onderneming te maken heeft, komen we tussenbeide. Lobbying is per definitie diskreet. Maar ik vind wel dat het VBO niet de beste verkoper van zichzelf is. Daarom herstruktureren we ons departement kommunikatie en publikaties.
– Vandeputte : Er is geen ontmoeting met een minister of partijvoorzitter waarbij we het punt van de automatische indexering niet hebben aangekaart. En dat werpt vruchten af. Jean-Luc Dehaene heeft nu in de VS verklaard althans volgens De Financieel-Ekonomische Tijd dat de automatische volledige indexering moet verdwijnen na 1996. Dat was al te lezen tussen de regels van de uiteenzetting die Dehaene gaf op de Trends-receptie van de Manager van het Jaar. Maar Dehaene is voorzichtig, hij zegt dat de automatische volledige indexering weg moet, niet de indexering op zich.
STELLING 5.
De vakbonden zijn makkelijker dan de werkgeversorganizaties ideologisch te duiden. Het VBO heeft zijn gebrek aan offensieve kracht mede te danken aan dat gebrek aan ideologische duidelijkheid. Zo verdedigt het VBO de vrije markt, maar tegelijk is het beheerder van een etatistische sociale zekerheid.
– Vandeputte : We zijn pragmatisch. Onze kenmerken zijn : vrije-marktekonomie (maar in het sociaal ekonomisch bestel van West-Europa), een overheid die een kader biedt, beklemtoning van de maatschappelijke rol van de onderneming, en het etisch aspekt van het ondernemen. We hebben niet echt een ideologie. Brede algemene statuten geven een sterkere positie op taktisch vlak.
We zijn trouwens niet tégen privatizering in de sociale zekerheid. We denken hoofdzakelijk aan twee domeinen waar er ruimte is om te privatizeren : de pensioensektor en de gezondheidszorgen. Maar we stellen vast dat geprivatizeerde systemen zoals dat van de VS er niet in slagen de uitgaven beter in toom te houden. We gaan dus het systeem niet overboord gooien.
STELLING 6.
Het VBO heeft een rijke traditie in zijn relaties met Afrika enZaïre in het biezonder. Niet voor niets was de vorige gedelegeerd bestuurder, Raymond Pulinckx, officier in de Zaïrese Ordre du Léopard. Vandaag staat Afrika op een zijspoor.
– Vandeputte : Zaïre is geen ekonomische prioriteit meer. Er is inderdaad een lange traditie in dit huis. Veel leden-ondernemingen kennen Zaïre goed en komen hier makkelijk over de vloer. We zijn in het kader van de diskussies rond de Afrika-nota samen met een paar ondernemingsleiders gaan praten met de auteur, minister van Buitenlandse Zaken Frank Vandenbroucke. Hij trok grote ogen, want hij wist niet wat ondernemingen daar nog doen, ook op humanitair vlak. Ze hebben daar hospitalen en scholen. Onze boodschap was : denk ook aan de ondernemingen, schakel ze mee in in de humanitaire hulp en belet dat België een houding aanneemt die de positie van ons land in Afrika nutteloos zou verzwakken. Je moet niet katolieker zijn dan de paus, al is dat in de huidige omstandigheden zeer moeilijk.
GUIDO MUELENAER
RICHARD EVERS (VBNIO), JACQUES DE BRUYN (VBNIO), RAYMOND PULINCKX (VBN), FONS MARGOT (NCMV), JEAN DE COOMAN D’HERLINCKHOVE (VBNIO), POL PROVOST (VBN), JEF HOUTHUYS (ACV), GEORGES DEBUNNE (ABVV), WILLY WALDACK (ACLVB) EN JEF CEULEERS (ACV)De ondertekening van het interprofessioneel akkoord van 1971
CCI-STAND OP DE INTERNATIONALE JAARBEURS VAN BRUSSEL IN 1939.
KONING BOUDEWIJN EN VBN-VOORZITTER LÉON BEKAERT IN 1958.
GEORGES JACOBS EN TONY VANDEPUTTE Het is feest en de twee toplui mogen 100 kaarsjes uitblazen. Maar morgen is het weer ernst : “het overleg is daarbij het eerste doel, maar dat maghet konflikt niet uitsluiten. “
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier