100.000.000.000.000 dollar schulden torst de wereld

Overheden, ondernemingen en financiële instellingen hebben voor 100.000 miljard dollar schulden uitstaan, berekende de Bank voor Internationale Betalingen. Tijd om er iets aan te doen. Maar wat?

Het bedrag tart elke verbeelding. Het is de optelsom van alle leningen uitgegeven door staten, financiële instellingen en ondernemingen. Hoe moeten we daarmee omgaan? Een poging tot antwoord in vier punten.

1. Wie zijn de schuldenaars?

Van de 100.000 miljard dollar aan schuldbewijzen, werd 40.000 miljard uitgegeven door banken en financiële instellingen, 10.000 miljard door ondernemingen en enkele miljarden door internationale instellingen. De rest — bijna 50.000 miljard dollar — komt op rekening van de staten, en hun aandeel groeit.

Maar landen hebben uiteraard ook activa: ondernemingen, gronden, gebouwen, enzovoort die ze kunnen verkopen of die hen inkomsten bezorgen. Dat staatspatrimonium is niet min: de belangrijkste ontwikkelde landen hebben volgens de OESO voor bijna 40.000 miljard dollar activa: 2000 miljard zit in overheidsbedrijven, 2000 miljard in participaties in privébedrijven en liefst 35.000 miljard in vastgoed en gronden. Dat lijkt mooi, maar niet alles kan te gelde gemaakt worden. wie wil er nu de musea van het Jubelpark, de Eiffeltoren, of het Parthenon?

Tegenover de schulden staan dus onvoldoende activa. Maar dat is niet noodzakelijk het ultieme kwaad. “Een schuldenprobleem is in principe beheersbaar”, vindt Etienne de Callataÿ, hoofdeconoom van de Bank Degroof. “Waar woont u het liefst? In een land dat over veel rijkdommen beschikt, maar waarvan sommige instellingen schulden hebben, of in een arm land zonder schulden?” Wat telt, is het vermogen van een land om zijn rijkdommen te beheren. “Het schuldenprobleem is in essentie een probleem van herverdeling”, zegt De Callataÿ. “Sommigen hebben te veel inkomen, anderen niet genoeg. Sommigen betalen te veel belastingen, anderen niet genoeg. Sommigen profiteren meer dan anderen van overheidsdiensten.”

2. Wat maakt de situatie verontrustend?

Dat de economische en financiële wereld zenuwachtiger wordt, komt omdat de schulden steeds zwaarder wegen op de rijkdommen. Het wereld-bbp ligt in de buurt van 80.000 miljard dollar. De openbare en privéschulden zijn met andere woorden groter dan al de rijkdom die in een jaar tijd in de wereld gecreeerd wordt. Wat nog meer verontrust, is de snelheid van de groei. De wereldschuld bedroeg in 2000 minder dan 40.000 miljard. In iets meer dan tien jaar is de schuldenberg dus 2,5 keer groter geworden.

Dat is niet alleen een gevolg van de crisis. In de jaren voor 2008 werd de groei in de ontwikkelde landen kunstmatig opgepompt met almaar meer schulden. Het mechanisme dat leidde tot de subprimecrisis is daarvan een illustratie: om ervoor te zorgen dat de vastgoedprijzen bleven stijgen en iedere Amerikaan aan een huis te helpen (de Amerikanen lenen op basis van de waarde van hun huis) bliezen de Amerikaanse banken een vastgoedbubbel, die uiteindelijk uit elkaar gespat is.

Een andere reden is dat het vermogen om rijkdom te scheppen gedaald is. Sinds 2010 daalt de productiviteitsgroei per hoofd van de wereldbevolking (de productiviteitsgroei bedroeg 6 procent in 2010, tegenwoordig is dat minder dan 2 procent). Wat we nodig hebben, is een nieuwe technologische revolutie. De algemene vergrijzing van de bevolking beperkt de groeicapaciteit van de wereldeconomie.

Bovendien zit de grootste schuldenlast in de oude ontwikkelde landen, wier economie in ademnood verkeert. Dat beperkt ook hun reactievermogen. “Wat de huidige crisis laat zien, is de kwetsbaarheid die met schuldenlast gepaard gaat”, merkt De Callataÿ op. “Als iedereen van oordeel is dat u uw verbintenissen kunt nakomen, dan kunt u schulden blijven opbouwen. Maar als er paniek ontstaat en men denkt dat u het niet langer aankan, dan worden de leningen schaarser. En dan kunt u ook effectief uw verbintenissen niet meer nakomen.”

3. Zijn er oplossingen?

In het boek Dettes publiques, un piège infernal beschrijven journaliste Jennifer Nille en professor Bruno Colmant acht oplossingen uit het verleden: groei, belastingen, lagere overheidsuitgaven, lage rente, inflatie, oorlog, inbeslagnames en faillissement. Als we oorlog en inbeslagnames even buiten beschouwing laten, blijven zes realistische oplossingen over.

Twee daarvan zijn al in werking: de rentes zijn laag en verschillende overheden proberen hun uitgaven terug te schroeven. Maar dat blijkt niet te volstaan. De rente nog meer verlagen is moeilijk, nog meer besparen is nefast voor de groei.

En uitgerekend groei is de meest elegante manier om het probleem aan te pakken, zegt De Callataÿ: “Groei doet de belastbare grondslag toenemen en de overheidsuitgaven dalen.” Ook het relatieve gewicht van de schuld daalt naarmate het bbp stijgt.

Een pijnlijke oplossing is de belastingdruk op te voeren. Dat is her en der nog mogelijk, maar kan nooit volstaan om alle schulden aan te zuiveren. “Bovendien zou dat het kapitaal bevoordelen ten opzichte van de arbeid”, benadrukt Colmant.

Door de inflatie aan te wakkeren, komen de lasten wel op de schouders van de kapitaalbezitters. Als de prijzen stijgen, daalt de relatieve waarde van het spaargeld. “Inflatie is het meest geschikte middel om het gewicht van de schuld te verlagen”, legt Colmant uit. “Het is in de loop van de eeuwen ook het meest gebruikte instrument.” Maar Europa wil er niet van weten.

Blijft nog het bankroet of de staking van betaling. “De zwakke groei en het Europese monetaire beleid, dat gruwt van inflatie, duwen ons in die richting”, zegt Colmant. “Het zou mij niet verwonderen mochten de Zuid-Europese landen overgaan tot schuldherschikking. We zien al dat de schulden daar verschuiven naar het land van oorsprong. Dat vermindert het risico en maakt een herschikking gemakkelijker.”

4. Wat met uw spaargeld?

Met al die doemscenario’s voelen nogal wat spaarders zich allerminst op hun gemak. Wat kunnen ze doen om een opleving van de inflatie te keren, of ongelukken met staatsleningen op te vangen? Sommigen zweren enkel nog bij goud. Dat heeft zeker zijn plaats in een beleggingsstrategie, maar het is ook uiterst riskant om er alles op in te zetten.

“Het spaarpotje dat de grootste geruststelling biedt, is een eigen woning”, reageert Colmant. Maar meer van dat is riskanter. “Vastgoed beheren in het buitenland is niet gemakkelijk”, vindt De Callataÿ, die eraan toevoegt dat zowel het vastgoed als de renteproducten in het vizier van de fiscus dreigen te komen.

Wat blijft er dan nog over? “Aandelen. There is no alternative“, zegt De Callataÿ. Colmant voegt eraan toe: “De schuld is de andere zijde van de munt. Er moet dus geïnvesteerd worden in quasigeld, aandelen van wereldbedrijven dus. Zo koop je een deel van iets dat de nationale grenzen overstijgt.” Colmant denkt bijvoorbeeld aan aandelen van grote voedingsgroepen. Heeft trouwens een zekere Warren Buffett, een van de rijkste mensen ter wereld, onlangs geen 28 miljard dollar geïnvesteerd in de ketchupproducent Heinz? Colmant knikt: “Wat Buffett doet, is zeer intelligent.”

PIERRE-HENRI THOMAS

De openbare en privéschulden zijn groter dan al de rijkdom die in een jaar tijd in de wereld gecreëerd wordt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content