10 steden en gemeenten doorgelicht

Trends neemt de financiën van tien steden en gemeenten onder de loep: de vijf provinciehoofdsteden – Antwerpen, Gent, Brugge, Leuven en Hasselt – en de grensgemeente Hamont-Achel, die geen schulden heeft; de kustgemeente Koksijde, met de hoogste schuld per inwoner; de centrumstad Mechelen; Londerzeel, een gemeente met een sterk stijgende schuld; en Dendermonde, een stad met een stabiel financieel saldo. Bij elke analyse hoort een cijferprofiel. Een referentieprofiel geeft de Vlaamse gemiddelden weer.

M.N. – A.M.

Antwerpen ‘De verjonging van de bevolking is een even grote uitdaging als de vergrijzing’

In 2007, aan het begin van de voorbije legislatuur, had Antwerpen een overschot van 66,8 miljoen euro op zijn gewone begroting. Drie jaar later was dat al gestegen tot 92 miljoen. De bestuursploeg, met burgemeester Patrick Janssens (sp.a) en schepen van Financiën Luc Bungeneers (Open Vld, nu N-VA), koos voor een voorzichtig begrotingsbeleid. In het verleden gebeurde het vaak dat er positieve saldo’s van 60 à 70 miljoen euro werden gerealiseerd. Schepenen kwamen dan aanzetten met ideeën om dat geld uit te geven. “Die tijd is voorbij”, zegt Patrick Janssens. “In onze meerjarenplanning houden we er rekening mee dat we overschotten kunnen en zullen boeken. De departementen krijgen slechts 94 procent van de beschikbare middelen. Als we na een tijd vaststellen dat het echt nodig is, wordt 100 procent ter beschikking gesteld.”

In de grootste stad van Vlaanderen daalde de schuld per inwoner in tien jaar tijd met 21 procent. “Halfweg jaren negentig werd besloten de historische schuld af te bouwen. Die operatie loopt tot 2018”, aldus Janssens. “Al zullen we hier en daar wel een lening herfinancieren tegen een lagere rente.”

Antwerpen is in Vlaanderen de stad met het hoogste aantal belastingen. Schrikt dat bedrijven niet af om zich te vestigen in de Antwerpse metropool, die toch cruciaal is voor de economie? Janssens: “Het stadsbestuur heeft de voorbije jaren overleg gepleegd met de werkgeversorganisaties, om te vermijden dat er te veel belastingen worden geheven en investeringen worden afgeremd. We hebben soms belastingen uit de bedrijfsfiscaliteit gehaald, maar de totale belastingopbrengst blijft even hoog. Toch is de fiscale druk in Antwerpen niet gestegen. Met zijn tarieven van de aanvullende personenbelasting en de opcentiemen van onroerende voorheffing zit Antwerpen in Vlaanderen bij de hogere middenmoot.”

De kosten die de vergrijzing van het stadspersoneel met zich brengen, hadden Janssens en zijn coalitie al zien aankomen. “Voor Antwerpen is de verjonging van de bevolking een even grote uitdaging als de vergrijzing. Die evolutie betekent dat we extra investeringen in de kinderopvang en het onderwijs moeten doen. Over het onderwijs voeren we een moeilijke discussie met de Vlaamse regering. Antwerpen heeft volgend jaar behoefte aan 50 miljoen euro investeringen in het kleuter- en het basisonderwijs, terwijl de Vlaamse regering voor heel Vlaanderen 30 miljoen euro extra capaciteit plant.”

Gent ‘Elke vervroegde indexaanpassing kost ons 500.000 euro’

Het overschot op de lopende ontvangsten en uitgaven van de stad Gent heeft de voorbije jaren een jojobeweging gemaakt. In 2005 bedroeg het bijna 49 miljoen euro, daarna is het elk jaar gedaald, tot nog geen 6 miljoen euro in 2009. In 2010 steeg het opnieuw naar 17,8 miljoen euro. “Die schommelingen hebben verscheidene oorzaken”, zegt schepen van Financiën, Christophe Peeters (Open Vld). “Er was de verkoop van Telenet-aandelen in 2007, die pas in 2008 werden overgeboekt naar het reservefonds. Daarna volgden nog overboekingen naar ons pensioenfonds. En uiteraard heeft de hoge inflatie in 2008, die op een bepaald moment in de buurt van 4 procent kwam, ons parten gespeeld. In een jaar tijd moesten we drie indexsprongen doorvoeren. Als u weet dat 49 procent van onze uitgaven personeelskosten zijn, is dat een bittere pil om te slikken. Elke vervroegde indexaanpassing kost ons 500.000 euro.”

Een andere opvallende trend is dat de schuld per inwoner in Gent met 7 procent is gedaald sinds 2000. Burgemeester Daniël Termont (sp.a) maakte er een erezaak van om de schulden uit het verleden af te bouwen. Eind 2009 heeft de stad een saneringslening van 13 miljoen euro uit de jaren tachtig in één keer afbetaald.

De pensioenregeling van de stedelijke ambtenaren wordt in Gent van nabij gevolgd. “We hebben onze voorzorgen genomen”, zegt Peeters. “Het pensioenfonds is aangegroeid van 30 miljoen tot 100 miljoen euro. Gent is ook de Vlaamse stad met het hoogste aantal statutaire ambtenaren.”

De terughoudendheid van de finan-ciële instellingen om aan lokale besturen kredieten te verlenen, baart ook Gent zorgen. Er zijn banken die geen offertes meer indienen voor kredieten op een termijn van meer dan tien jaar. En terwijl de intrest op een lening vroeger zeer laag was, worden vandaag aan de kosten van een lening gemakkelijk 160 basispunten toegevoegd.

A.M.

Brugge ‘Brugge heeft geen zware schuldenlast meer’

De financiële situatie van Brugge is de voorbije jaren aanzienlijk verbeterd. De West-Vlaamse hoofdstad komt van ver. “Brugge had in de jaren tachtig een zware schuldenlast”, zegt aftredend burgemeester Patrick Moenaert (CD&V). “Sinds eind jaren negentig hebben we aanzienlijke inspanningen gedaan om die terug te dringen. We hebben de investeringen zeer kritisch bekeken en we zijn zo weinig mogelijk nieuwe leningen aangegaan. De uitstaande schuld bedroeg 204 miljoen euro in 1993, 145 miljoen euro in 2000 en nog slechts 94,8 miljoen euro eind 2011. Onze schuldratio – de verhouding tussen de uitstaande schuld en de gewone ontvangsten – stond op 1,99 in 1993, wat alarmerend was. In 2001 kwamen we uit op een gezonde schuld-ratio van 0,95, en in 2011 op een zeer gezonde 0,45.” De schuld per inwoner vertoont inderdaad een neerwaartse trend.

Daarnaast valt wel de daling van het saldo van de gewone dienst en van het financieringssaldo op. Moenaert: “De uitgaven stijgen sterker dan de ontvangsten. Een belangrijke oorzaak daarvan is de stijging van de personeelskosten. De versnelde indexering van de lonen en de stijgende pensioenlasten stuwen de loonkosten omhoog, zelfs als het personeelsbestand gelijk blijft. De bijdragevoet voor het pensioen van de vastbenoemde ambtenaren is in enkele jaren gestegen van 27,5 naar 34 procent. Dat verschil betekent voor ons een extra uitgave van 1,9 miljoen euro. Maar we zijn niet van plan op die personeelsuitgaven lineair te besparen, zoals de Vlaamse overheid.”

“De stijging van de gemeentelijke bijdrage aan het OCMW – van 5,5 miljoen euro in 1994 tot 23 miljoen euro in 2012 – is een voortdurend aandachtspunt”, zegt Moenaert. “Die toename is niet zozeer te verklaren door de toenemende armoede in de stad, want hier zijn weinig leefloners, maar vooral door de grote investeringen in woon- en zorgcentra.”

Ook in Brugge is de vergrijzing de belangrijkste uitdaging voor de nieuwe legislatuur. Patrick Moenaert wijst niet alleen op de kosten voor het OCMW. “De activiteitsgraad van onze bevolking daalt, waardoor we minder inkomsten binnenkrijgen uit de aanvullende personenbelasting. Onze personeelsuitgaven gaan omhoog door de stijgende pen-sioenlasten.”

A.M.

Leuven ‘De universiteit is een zegen voor onze stad’

Leuven is onlosmakelijk verbonden met zijn universiteit. Dat betekent dat er veel goedbetaalde werknemers in de stad werken, niet alleen aan de universiteit zelf, maar ook in de spin-offs, de bedrijven die zijn gegroeid uit de universiteit. Het onderzoekscentrum Imec voor nano-elektronica heeft bijvoorbeeld alleen al 2000 hoogbetaalde onderzoekers in dienst. Door het relatief hoge tarief van de aanvullende personenbelasting – 7,5 procent, tegenover het Vlaamse gemiddelde van 7,2 procent – haalt Leuven per inwoner meer belastingen binnen dan de andere centrumsteden.

Maar de universiteit brengt voor de stad ook kosten met zich. De meeste gebouwen die de universiteit gebruikt, zijn eigendom van de stad, maar worden verhuurd voor een symbolische euro. De meer dan 30.000 studenten worden niet meegeteld bij het inwonersaantal, terwijl 87 procent van hen er toch gedurende tien maanden op kamers woont en dus gebruikmaakt van de voorzieningen van de stad. De administratie en het politiekorps zijn afgestemd op een bevolkingsaantal van 130.000 in plaats van op de officiële 96.000. Hoewel Leuven als centrumstad een extra vergoeding krijgt uit het Gemeentefonds, ontvangt het voor de studenten geen bijkomende toelage, terwijl de kustgemeentes die wel krijgen voor hun toeristen. Dat is een onrechtvaardige situatie, vindt burgemeester Louis Tobback (sp.a).

De studenten worden ook niet meegeteld bij de berekening van de schuld of de uitgaven per inwoner. De schulden van de stad blijven volgens Tobback onder controle. Hoewel Leuven in absolute cijfers de hoogste schuld van alle centrumsteden heeft, geeft de stad jaarlijks maar 14 procent van haar budget uit aan schuldaflossingen en intresten. De stad heeft ook een comfortabele reserve van 62 miljoen euro en ze ervaart geen financieringsproblemen bij de banken.

Volgens Rik Daems (Open Vld) kan Leuven belangrijke besparingen realiseren in de administratie en het gebruik van zijn patrimonium. Leuven geeft volgens hem 15 à 20 euro per inwoner meer uit aan administratie dan grotere en complexere centrumsteden. De besparingen in combinatie met de brede belastingbasis betekenen volgens Daems dat de belastingtarieven kunnen worden verlaagd.

M.N.

Hasselt ‘Hasselt is zuinig met personeel’

De personeelskosten in Hasselt, de stad met het gratis openbaar vervoer, zijn lager dan in de andere centrumsteden, zegt schepen van Financiën, Valerie Del Re (sp.a). “Aan het begin van de voorbije legislatuur hebben we een vacaturestop ingevoerd, die we drie jaar aanhielden. In 2009 hebben we de administratie grondig doorgelicht, waardoor we jaarlijks 0,8 miljoen euro hebben kunnen uitsparen op een budget van 109 miljoen euro.” Waar dat mogelijk is, probeert de stad taken uit te besteden, zoals de opmaak van de ruimtelijke uitvoeringsplannen.

Volgens Del Re is het meeste vet weggesneden uit de administratie. Maar er kan volgens haar mogelijk nog worden bespaard door nauwer samen te werken met het OCMW. “De uitvoerende technische dienst van de stad werkt al voor het OCMW. De administratie van het OCMW en die van de stad worden ondergebracht in een nieuw administratief centrum. Ook dat zal gepaard gaan met een volledige doorlichting van onze organisatie.”

De stad voelt de gevolgen van de financiële crisis. De stijging van de inkomsten uit de opcentiemen op de onroerende voorheffing, die te danken is aan de groei van de stad, wordt tenietgedaan door de daling van de opbrengst van de aanvullende personenbelasting. De crisis heeft er ook toe geleid dat de banken niet langer willen lenen op een termijn van meer dan dertig jaar, al raken de projecten van de stad nog altijd gefinancierd. Zo wil Hasselt een nieuwe ondergrondse parkeergarage bouwen voor 55 miljoen euro. Op die manier wil het parkeren goedkoper maken, en tegen 2018 tegelijk jaarlijks 1 miljoen euro inkomsten toevoegen aan het stadsbudget.

De groeiende pensioenkosten zijn voor alle gemeentes een belangrijke uitdaging. “De stad Hasselt heeft daar het geluk dat ze al veertig jaar een eigen pensioenfonds voor de vastbenoemde medewerkers heeft”, zegt Del Re. “Het fonds heeft een grote reserve van 80 miljoen euro.” Om het fonds nog verder te versterken, is de stad van plan het percentage vastbenoemde medewerkers in tien jaar tijd op te trekken van 49 naar 60 procent. Hasselt denkt dat het de flexibiliteit van zijn administratie kan behouden met de nieuwe evaluatieregeling die de Vlaamse regering aan het uitwerken is.

M.N.

Hamont-Achel Een gemeente zonder schulden

Hamont-Achel duikt op in de statistieken als een gemeente zonder schulden. Dat was ooit anders: in 1988 ging 40 procent van de inkomsten van de Limburgse grensgemeente naar de betaling van intresten en schuldaflossingen. Die schulden waren het gevolg van zware investeringen in infrastructuur en voorzieningen na de fusie van de gemeentes Hamont en Achel. Eind jaren tachtig begon een lang proces van schuldafbouw. De gemeente werd begin jaren negentig geholpen door een aanzienlijk dividend van Dexia, waarmee ze enkele dure leningen kon afbetalen. Door de goed draaiende economie en het uitstel van enkele grote projecten daalde de jaarlijkse intrestlast in 2000 tot 15 procent van het gemeentelijke budget. Twaalf jaar later is de schuld volledig weggewerkt. De gemeentelijke opcentiemen op de personenbelasting en de onroerende voorheffing behoren bij de laagste in Vlaanderen.

De gemeente is bijzonder zuinig met haar uitgaven, vooral voor personeel (37 % minder dan het Vlaamse gemiddelde) en politie (56 % minder dan het Vlaamse gemiddelde). Burgemeester Theo Schuurmans (CD&V) betwist dat de dienstverlening lijdt onder de lagere uitgaven voor politie. “De verkeersovertredingen in onze gemeente zijn zeer laag en in het weekend rijden er twee patrouillewagens rond.”

Hamont-Achel heeft de voorbije legis-latuur voor 6 miljoen euro per jaar nieuwe investeringen gedaan. Ze werden gefinancierd met het overschot op de dagelijkse activiteiten, de verkoop van bouwgronden en industrieterreinen, en enkele eenmalige opbrengsten zoals de verkoop van een intercommunale verbrandingsinstallatie. Ondanks die hoge investeringen zit de gemeente vandaag op een spaarpot van 4 miljoen euro.

Een belangrijke opsteker voor Hamont-Achel was het akkoord met Nederland midden jaren 2000, waardoor de goedverdienende inwoners met de Nederlandse nationaliteit – goed voor een derde van alle ingezetenen – gemeentelijke opcentiemen betalen boven op hun Nederlandse personenbelasting. “De instroom van Nederlanders is de voorbije jaren wel gestabiliseerd. Dat is een gevolg van de ineenstorting van de Nederlandse vastgoedmarkt, die ook onze lokale vastgoedmarkt onder druk zet”, aldus Schuurmans.

M.N.

Koksijde ‘Onze gemeente is afgestemd op 100.000 inwoners’

Op de lijst van de gemeenten met de hoogste schuld per inwoner staat Kok-sijde op de weinig benijdenswaardige eerste plaats. Met een schuld per inwoner van meer dan 5000 euro steekt het ver uit boven het Vlaamse gemiddelde van 1250 euro. Burgemeester Marc Vanden Bussche (Open VLD): “Koksijde heeft iets meer dan 22.000 inwoners, maar in het zomerseizoen stijgt dat aantal tot boven de 100.000. De infrastructuur en de diensten van onze gemeente moeten dan ook berekend zijn op 100.000 inwoners.” Het politiekorps is groter dan dat van een gemiddelde gemeente, en in de zomer betaalt Koksijde 400 werkstudenten en 80 redders op de stranden.

De belangrijkste inkomstenbron van de gemeente zijn de opcentiemen op de onroerende voorheffing en de belasting op tweede verblijven. Koksijde heft geen aanvullende personenbelasting. Ondanks de hoge schuldgraad van de gemeente, doen de banken niet moeilijk om nieuwe leningen af te sluiten, aldus Vanden Bussche. Koksijde heeft met de aanvullende personenbelasting immers een poten-tiële inkomstenbron achter de hand die het momenteel niet aanspreekt.

Een kwart van de inkomsten van Kok-sijde gaat naar schuldaflossingen en intresten – een percentage dat meer dan twee keer zo hoog is als in de rest van Vlaanderen. De schulden – in totaal 108 miljoen euro – blijven voorlopig beheersbaar door de lage rentevoeten. De gemeente betaalt gemiddeld 3,97 procent intresten. Bovendien heeft 85 procent van de leningen een vaste rentevoet.

Tegenover de vele investeringen van de gemeente staat het sterk opgewaardeerde patrimonium. Wegen, fiets- en voetpaden zijn heraangelegd, bijna alle residenties zijn aangesloten op de riolering en 95 procent van de elektriciteit ligt onder de grond. Als dat nodig zou zijn, kan het investeringsritme volgens Vanden Bussche de volgende jaren worden afgebouwd. Zelfs de recentste investering – de aanleg van een golfterrein – levert voor de gemeente een verkoopbaar actief op. Volgens Vanden Bussche was dat project nodig, gezien de groeiende concurrentie van de Noord-Franse badplaatsen.

M.N.

Mechelen Taken overdragen naar de privésector

Onder leiding van burgemeester Bart Somers (Open Vld) heeft Mechelen de voorbije twee legislaturen de verloedering en de verouderde infrastructuur aangepakt. Maar de transformatie van de stad kost veel geld. Om die te financieren heeft het stadsbestuur er niet voor gekozen de belastingen te verhogen. Integendeel zelfs: zowel de opcentiemen op de onroerende voorheffing als het tarief van de aanvullende personenbelasting werden licht verlaagd. Toch blijven die tarieven relatief hoog tegenover het gemiddelde in Vlaanderen en in de provincie Antwerpen.

Mechelen heeft zijn uitgavenpatroon veranderd. Zo gaat nog maar 37 procent van het budget naar het personeel, tegenover 65 procent in 2000. Het stadsbestuur zoekt waar mogelijk samenwerking met de privésector. De stadsparkeerterreinen worden uitgebaat door het Franse Vinci, de industrieterreinen worden privé bewaakt en ook de schoonmaak van de stadsgebouwen werd uitbesteed. Het stedelijk onderwijs werd overgedragen naar de Vlaamse Gemeenschap.

Ook de kosten van het OCMW werden aangepakt. Er werd een begin gemaakt met de integratie van de administratie van de stad en die van het OCMW. “Dankzij een goed activeringsbeleid is het aantal leefloners tijdens de voorbije legislatuur gedaald met 31 procent. Daarmee doen we beter dan Antwerpen (-13 %) en de rest van Vlaanderen, waar het aantal leefloners toeneemt”, zegt Somers.

Tegelijk zijn de inkomsten van de stad sinds 2006 gestegen met 18 procent. Dat is niet alleen te danken aan het groeiende inwonersaantal, maar ook aan de komst van nieuwe bedrijven, als Kraft Foods en Sanoma. “Sanoma alleen al brengt de stad jaarlijks 200.000 euro op”, aldus Somers. Bovendien is het gemiddelde inkomen van de Mechelaar gestegen, na enkele jaren van achteruitgang in de jaren negentig. Meer jonge kroostrijke gezinnen hebben zich in Mechelen gevestigd, onder meer vanwege zijn centrale ligging en het toenemende fileleed rond Brussel en Antwerpen.

Maar het nieuwe beleid van Mechelen heeft een onverwachte keerzijde. Het stadsbestuur mikt bij nieuwe aanwervingen vooral op contractuele in plaats van op vastbenoemde medewerkers. De strikt afgescheiden pensioenkas van het statutaire personeel – een gemeentelijke bevoegdheid – is daardoor uit balans geraakt: er zijn te weinig jonge bijdragers en te veel ontvangende ouderen. Bij de pensioenkas voor de contractuelen is de situatie net omgekeerd. “Een absurde toestand”, aldus Somers. “Dat zet gemeentes er op een perverse manier toe aan om contractuele werknemers om te zetten in statutaire medewerkers. Dat gaat in tegen het moderne gemeentebeleid.”

M.N.

Londerzeel ‘Onze schuld is niet te vergelijken met die van de federale of de Vlaamse overheid’

De schuld per inwoner in Londerzeel vertoont een stijgende trend: 1413 euro per hoofd in 2005, 1985 euro in 2008 en 2490 euro in 2010. Burgemeester Jozef De Borger (CD&V) licht het cijfer toe: “Ongeveer 14 procent van onze totale uitgaven zijn schulduitgaven, wat iets boven het Vlaamse gemiddelde is. Maar de schuld van een gemeente zoals Londerzeel is niet te vergelijken met die van de federale of de Vlaamse overheid. Wij kunnen en mogen niet lenen om reguliere uitgaven te betalen, noch voor het personeel, noch voor onze werking, noch voor overdrachten, noch voor de aflossing van onze schuld. Wij lenen enkel voor projecten. Onze schuld loopt per jaar ongeveer met 2 miljoen euro af. Dat wordt dan geherinvesteerd.”

“De openstaande schuld en bijgevolg de jaarlijkse aflossingen en intresten zijn tijdens deze bestuursperiode gestegen. Gezien de investeringen die we de voorbije jaren in gebouwen en wegen- en rioleninfrastructuur hebben gedaan, is dat vrij logisch. We halen momenteel een rioleringsgraad van 75 procent. In vergelijking met andere gemeenten is dat vrij hoog.”

De totale uitgaven zijn sinds 2005 met 24 procent gestegen, terwijl de inkomsten zijn gedaald met 6 procent. Dat is te wijten aan problemen waarmee ook de andere gemeenten worden geconfronteerd. “Een van de oorzaken is het wegvallen van dividenden en de verminderde inkomsten uit belastingen”, zegt De Borger. “De schuldontvangsten of dividenden zijn in tien jaar tijd meer dan gehalveerd: van 1,5 miljoen euro in 2001 naar 604.144 euro in 2011. Met het tarief van de personenbelasting (7,2 %) zitten we exact op het niveau van het gemiddelde in Vlaanderen. De opcentiemen die we heffen op de onroerende voorheffing (1300), liggen lager dan het gemiddelde. De personeelsuitgaven bedragen 8,7 miljoen, of 41 procent van de totale uitgaven. In periodes van hoge inflatie zoals in 2008 hebben we in een jaar tijd drie indexaanpassingen doorgevoerd. Eén aanpassing is goed voor een kostenstijging van 160.000 euro.”

A.M.

Dendermonde ‘Wij plannen en budgetteren voorzichtig’

Dendermonde haalde de voorbije jaren een stabiel positief saldo voor de gewone dienst – de ontvangsten en de uitgaven die zich minstens eenmaal in een financieel dienstjaar voordoen. In 2006 bedroeg het 6,1 miljoen euro, in 2010 kwam het uit op 5 miljoen euro. In veel andere steden en gemeenten maakte dat saldo een jojobeweging of vertoont het een sterke neerwaartse trend. “Wij plannen en budgetteren voorzichtig”, zegt burgemeester Piet Buyse (CD&V). “Enerzijds worden de uitgavenkredieten voldoende hoog ingeschat. Anderzijds worden de ontvangstenkredieten voorzichtig geraamd, dus nooit te hoog. We beperken ons tot de bedragen waarvan we relatief zeker zijn. Daardoor is het resultaat van de jaarrekening altijd beter dan wat we op basis van het budget verwachten. Het positieve rekeningsaldo kunnen we dan gebruiken om de investeringen in belangrijke mate te financieren. Die vallen onder de buitengewone dienst.”

De inwoners van de stad torsen ook een lage schuld per inwoner: nog 717 euro per inwoner in 2005 en 472 euro per hoofd in 2010. Buyse: “Die schuldafbouw is belangrijk. Een te hoge schuld houdt een risico in, omdat een deel van de rentevoeten variabel is. Een verhoging van de rentevoet kan leiden tot onverwacht hoge uitgaven. Ons bestuur dekt dat risico in door de leningenportefeuille actief te beheren en de schuld relatief beperkt te houden. De snelle afbetaling van de schuld heeft een impact op de uitgaven van de volgende jaren. Het saldo dat voor andere exploitatie-uitgaven en investeringen beschikbaar is, slinkt als de uitgaven voor aflossingen en intresten te hoog zijn.”

Net als veel andere lokale bestuurders kijkt ook de burgemeester van Dendermonde bezorgd naar een aantal omstandigheden die de begroting bezwaren. Niet alleen de vertraagde groei van de fiscale ontvangsten door de financieel-economische crisis en de stijgende uitgaven voor pensioenen worden een probleem. “De lokale besturen krijgen steeds meer opdrachten zonder de bijbehorende financiering”, zegt Buyse. “En het is lang niet zeker of de hogere overheden de bestaande fondsen en subsidies onverkort zullen kunnen handhaven.”

A.M.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content