Julien De Wit
‘Het lijkt wel alsof het Westen na de val van de Berlijnse Muur in 1989 in een soort slaap is gewiegd’
Waarover twijfel je weleens? De vraag werd me onlangs gesteld door een journalist van Knack. Hij wilde weten waarvan ik wakker lig. Een onderwerp uitkiezen, bleek geen simpele opgave. Want ik verander voortdurend van gedacht. Ik vertelde de man dat ik me veel zorgen maak over de welvaart waarin ik ben grootgebracht. Zullen de generaties na mij die nog wel kennen?
Eén van de ideeën die ik grondig heb moeten bijstellen, is dat over de plek waar ik geboren ben. In zekere zin zijn mijn generatiegenoten en ik opgebracht in een sprookje. We kregen een bepaald narratief mee van de samenleving. We leerden thuis en op school dat we leefden in het rijke Westen. Een plek die haast ideaal was. Het centrum van de wereld, daar groeiden we op. Daar waar de economie het goed deed. Daar waar het goed ging en het altijd nóg beter zou gaan.
Helaas kom je dan plots tot de vaststelling dat Europa lang niet meer die spilfiguur in de wereldorde is die het ooit was. We delen lang niet meer alle lakens uit op wereldvlak. Steeds meer daagt het doembeeld van de geopolitieke irrelevantie. Fair enough, het is misschien nog niet zo ver. Europa heeft nog altijd aanzienlijke middelen en de Europese Unie blijft tot nader order een belangrijke speler op het wereldtoneel, die nog niet direct naar huis wordt gespeeld. Maar je ziet wel dat ons werelddeel steeds meer achterloopt. Technologisch zijn we niet meer de beste van de klas, economisch moeten we straks misschien ook de duimen leggen, militair zijn inspanningen nodig.
Het lijkt wel alsof het Westen na de val van de Berlijnse Muur in 1989 in een soort slaap is gewiegd.
Ik weet het, we zijn nog sterk en veerkrachtig, maar vooral als we Europees samenwerken. Laat nu net die nodige eensgezindheid vaak zoek zijn. Verdeeldheid en versnippering gooien al te vaak roet in het eten bereid in de keuken Europa genaamd.
De wereld is veranderd. Wat niet veranderde, is de Europese retoriek. Wel integendeel. Het lijkt wel alsof het Westen na de val van de Berlijnse Muur in 1989 in een soort slaap is gewiegd. We hadden de Koude Oorlog gewonnen. De geschiedenis stond aan onze kant. Maar dat andere werelddelen in de jaren daarop hun concurrentiepositie zouden verstevigen, is ons jammer genoeg ontgaan. Terwijl de BRIC-landen aan hun opmars timmerden, verbleven wij in hogere sferen. De hybris kwam dit keer niet voor maar ná de val.
Een voorbeeld: onlangs gaf Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen haar State of the Union. Ik had de eer die te mogen bijwonen in Straatsburg. En natuurlijk heb ik goed opgelet. Toch overviel me tijdens de toespraak ook een angst. Soms ook teleurstelling. Von der Leyen had het over belangrijke uitdagingen voor het Europese continent zoals artificiële intelligentie, het klimaat en dergelijke. Ze gaf ook een niet mis te verstane boodschap aan de Chinese concullega’s, door hun elektrische wagens expliciet te viseren. Toch bleef de hele toespraak vooral een politiek gebeuren.
Over hete hangijzers zoals migratie stelde de verklaring teleur. Is er dan geen visie? Is er dan geen plan om die steeds grotere uitdaging het hoofd te bieden? Ook over veiligheid gaf de Europese Commissie niet thuis. Enkele kleine initiatieven daar gelaten, bleef de EU ook hier op de vlakte. Von der Leyen sprak wel nog bijvoorbeeld vol vuur over hoe de EU haar banden met Afrika moest verstevigen, maar hoe de Commissie dat precies wil doen, werd niet duidelijk.
De speech bevatte meer straffe taal dan concrete plannen. Ik vraag me af: zijn wij Europeanen nog wel goed geplaatst om met zware woorden en wijzende vingers de rest van de wereld toe te spreken, terwijl thuis een eensluidende visie ontbreekt? Moeten we niet inzetten op beleid in plaats van regulering? Op innovatie in plaats van stroomlijning? Laat ons misschien eerst voor eigen deur vegen? Laat ons wakker worden voor de wekker gaat.
De auteur is voorzitter van de Vlaamse Vereniging van Studenten
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier