Daniëlle Vanwesenbeeck
‘De Europese Unie is peperduur voor kmo’s’
Van 13 tot 17 november vindt de Europese week van de kmo plaats in Bilbao. Het evenement wordt georganiseerd door de Europese Unie, in samenwerking met de Baskische regering en Enterprise Europe Network. Het doel is het ondernemerschap te promoten, maar evenzeer starters te begeleiden en ondernemingen te informeren. Op het programma staan de meest actuele thema’s, zoals duurzaamheid en digitalisering.
Het is mooi dat Europa onze ondernemingen mee wil steunen. Maar ik heb soms mijn bedenkingen. Europa legt heel wat regels op aan onze bedrijven, onder meer op het gebied van milieu en corporate governance. Veel van die richtlijnen zijn bestemd voor grote ondernemingen en niet voor kmo’s. Maar dat lijkt alleen maar zo. Kmo’s blijven verre van buiten schot.
Zo is in 2022 een richtlijn bekrachtigd over de Corporate Sustainability Due Diligence. Het doel is duurzaam en verantwoordelijk ondernemen te stimuleren, alsook mensenrechten en milieu-overwegingen in een onderneming te verankeren. De regels zullen bedrijven motiveren om de negatieve gevolgen van hun handelen op het milieu en de mens aan te pakken. Dat is een mooi initiatief. De richtlijn geldt voor bedrijven met een omzet van meer dan 150 miljoen euro en meer dan 500 werknemers, en voor bedrijven met een omzet van 40 miljoen euro en vanaf 250 werknemers, die met hun activiteit een grote impact hebben.
Als Europese richtlijnen de grote spelers in een keurslijf duwen, druppelt dat door tot bij de kmo’s.
De grote bedrijven kunnen zich organiseren om zich in orde te stellen met de grote Europese richtlijnen. Ze hebben daar de middelen en de mensen voor. De boetes zijn niet min, dus er is geen andere weg. Voor kmo’s geldt in theorie een mildere aanpak. Maar de realiteit is anders.
Ons economisch systeem is een groot dominospel. Als Europese richtlijnen de grote spelers in een keurslijf duwen, druppelt dat door tot bij de kmo’s. Zij beschikken veelal niet over de middelen of de expertise om zich aan te passen. Maar ze kunnen pas voor multinationals werken als ze kunnen aantonen dat ze voldoen aan de richtlijnen die hen worden opgelegd. Dat wringt. Ook kmo’s worden gedwongen een beroep te doen op externe adviseurs die hen begeleiden bij het schrijven van duurzaamheidsrapporten, die GDPR-analyses doen, die hen de weg wijzen in veiligheids- en verpakkingsvoorwaarden die de Europese Unie oplegt aan hun klanten. Dat kost veel geld, centen die niet altijd opbrengen. Ze zorgen ervoor dat ze nog mogen blijven werken voor hun grote klanten.
Voor veel van die richtlijnen is er geen uniforme aanpak vereist. De Europese landen mogen de richtlijn omzetten in wetgeving en de grote spelers bepalen zelf welke eisen ze stellen aan hun kleine toeleveranciers. In de praktijk komt het erop neer dat kmo’s dezelfde vragen krijgen van hun grote klanten, maar steeds op andere manieren. Spek naar de bek van de experts, die telkens opnieuw een rapport of een analyse mogen opmaken.
De cijfers van kmo’s zijn niet altijd even indrukwekkend. Voor sommige gaat 10 procent van hun winst naar experts om te voldoen aan de Europese regelgeving. Dat staat wat haaks op alle goede initiatieven van Europa om het ondernemerschap te stimuleren. De opzet is goed: dat we voor duurzaamheid moeten gaan, dat we behoedzaam moeten omgaan met welzijn, met milieu, met onze persoonsgegevens, daar bestaat geen twijfel over. Maar dat dat handenvol geld kost aan de kmo’s, die niet de expertise hebben voor de audits die hun grote afnemers vragen, mag ter discussie worden gesteld. Ondersteunt dat Europese beleid kmo’s? Een Europese kmo-portefeuille, die kmo’s ondersteunt om een beroep te doen op experts om zich in regel te stellen met de EU-richtlijnen, dat zou pas ondersteunend beleid zijn. Nu is de Europese Unie een peperdure rekening voor kmo’s.
Daniëlle Vanwesenbeeck is general manager van Mastermail en voorzitter van Voka Vlaams-Brabant
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier