Zwijgrecht bij beschuldiging van fiscale fraude
Wie beschuldigd wordt van fiscale fraude heeft het recht om te zwijgen. Dat geldt niet alleen als de betrokkene door de politie of door de rechter wordt ondervraagd, maar ook als de beschuldiging van de fiscus komt. Fiscaal advocaat Ellen Cassaer wijst erop dat dit recentelijk nog door een rechter in Luik werd bevestigd.
De rechtbank in Luik diende zich te buigen over een boete die een belastingplichtige kreeg omdat hij niet wou antwoorden op een vraag van de fiscus. Die had hem geschreven te beschikken over bewijzen van fiscale fraude en had daarbij om bijkomende informatie gevraagd. Zodra de fiscus de belastingplichtige ervan in kennis had gesteld dat hij over aanwijzingen van fiscale fraude beschikte, hoefde de belastingplichtige echter geen verdere vragen te beantwoorden. Niemand kan immers worden verplicht om aan zijn eigen veroordeling mee te werken. Dit staat trouwens in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. En door het verwijzen naar de fiscale fraude werd de belastingplichtige wel degelijk verdacht van een strafbaar feit. De rechtbank oordeelde dan ook dat de opgelegde boete onterecht was en diende te worden geannuleerd. (Belga)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier