Werkgevers en investeerders kunnen helpen met financiering voor verplichte renovatie

© Getty Images
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

Vanaf 2023 komt er een renovatieplicht. Zowel de werkgevers als de investeerders denken mee na over de financiering ervan.

Wie vanaf 2023 een woning koopt met een energielabel E of slechter, moet die binnen de vijf jaar upgraden naar D of beter. Zo’n renovatie kost al snel enkele tienduizenden euro’s. De regering belooft renteloze leningen en onder bepaalde voorwaarden leningen met een negatieve rente, maar die blijven een extra last op de schouders van jonge gezinnen, die nu al vaak worstelen om hun woning af te betalen.

“Er wordt veel van het individu verwacht”, zegt Kathelijne Verboomen van het kenniscentrum van de hr-dienstverlener Acerta. Ze bekeek wat de werkgevers kunnen bijdragen. “Er bestaan veel mogelijkheden: van ecocheques tot collectieve CAO90-bonussen afhankelijk van doelen die het klimaat dienen.”

Bedrijven kunnen ook met de renovatieplicht helpen, als ze vooraf goede afspraken met de fiscus en de RSZ kunnen maken. “Met groene leningen voor werknemers die hun woning klimaatneutraal willen maken, kunnen de werkgevers hun werknemers aan zich binden. Ze kunnen garant staan voor leningen bij derden, of verzekeringen tegen storm- en waterschade of energieaudits in een cafetariaplan voor flexibele verloning steken. Ze kunnen ook groepsaankopen organiseren voor warmtepompen of zonnepanelen, of kortingen afdwingen bij leveranciers en aannemers.”

Vanaf 1 januari treedt het nieuwe mobiliteitsbudget in werking, dat toelaat het budget van een bedrijfswagen op diverse manieren te spenderen: van abonnementen voor het openbaar vervoer voor alle gezinsleden tot de aflossing van een woonkrediet voor wie dichter bij het werk gaat wonen.

Investeerders

Ook bij de investeerders broeit er wat. Verschillende vermogensbeheerders zijn bezig met het financieren van nieuwbouwwoningen. Om de klimaatdoelen te halen, moeten elk jaar ongeveer 50.000 woningen extra worden gebouwd.

Zo heeft Shelter Investment Management onlangs de private privak Real Estate Investment Opportunities Fund opgericht, waarin grote beleggers kapitaal hebben gestort om acht jaar in schijven kapitaal te verstrekken aan vastgoedontwikkelaars. De beheerders zoeken in België of de buurlanden projecten die duurzame woningen optrekken. “Woningen renoveren is zinloos”, vindt bestuurder Benedict Peeters. “Huizen die vijftig jaar geleden zijn gebouwd, hebben vaak niet eens een spouwmuur. Ze beantwoorden niet meer aan de normen. Het is beter ze af te breken en nieuwe te bouwen.”

Het gaat om risicovolle projecten. Het risico bestaat dat de ontwikkelaars niet alle vergunningen krijgen. Een project dat met succes wordt afgerond, kan naar verwachting een rendement van ongeveer 20 procent opleveren. “Er is nood aan professionalisering”, stelt Peeters. “De banken willen niet langer alles financieren. Via een fonds kunnen investeerders de risico’s spreiden over verschillende ontwikkelaars of regio’s.”

Zo bestaan al langer de gespecialiseerde vastgoedbeleggingsfondsen (GVBF) onder de paraplu van Canius, die nieuwbouwwoningen voor hamsterhuur financieren. Het concept van het hamsterhuren is verzonnen door Laurens Gilen, die tot de vierde generatie van de Sint-Truidense familiale bouwonderneming Gilen behoort. Particulieren huren daarmee een woning met een koopoptie. Als die huurders de woning binnen de acht jaar kopen, kunnen ze een deel van de betaalde huur recupereren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content