Huurders en verhuurders op elkaar aangewezen tijdens de coronacrisis: ‘Het is de eerste keer dat we samen een oproep hebben gedaan’

© Dino Illustrations
Jasper Vekeman medewerker Trends en Moneytalk 

De huurmarkt kraakt aan alle kanten. De huurders en de verhuurders pleiten samen voor een huurtoelage van de overheid. De kans is groot dat ze er onderling zullen moeten uitkomen.

Het positieve van de coronacrisis is dat hij mensen bij elkaar brengt, figuurlijk dan. Zelfs belangengroepen die doorgaans lijnrecht tegenover elkaar staan. Zo kwamen de huurders- en de verhuurdersverenigingen met een gemeenschappelijk pleidooi aan de overheid om een tijdelijke coronahuurtoelage toe te kennen.

“Het is de eerste keer dat we samen een oproep hebben gedaan. Dat toont dat we allemaal dezelfde signalen ontvangen”, zegt Joy Verstichele, de coördinator van het Vlaams Huurdersplatform. “Veel van onze leden worden voor het eerst geconfronteerd met problemen”, klinkt het bij Katelijne D’Hauwers, directeur van de Verenigde Eigenaars.

Hoe groot de problemen op de huurmarkt precies zijn, is niet duidelijk. Elk segment heeft zijn eigen knelpunten (zie kader De verschillende segmenten van de huurmarkt). En volgens Verstichele beginnen de problemen zich nu pas echt op te stapelen. “Veel huurders zaten al op hun limiet. Zij slaagden er normaal in op een creatieve manier elke maand hun huur te betalen. Nu lukt dat niet.”

De helft

De coronacrisis versterkt bestaande problemen. Het Steunpunt Wonen, een samenwerking tussen verschillende universiteiten, berekent dat bijna de helft van alle private huurders, zo’n 250.000 gezinnen, minstens een derde van het inkomen aan huur uitgeeft. “Dat is een algemeen probleem, dat nu wordt uitvergroot. Door de crisis zien veel mensen hun inkomen terug- of zelfs volledig wegvallen”, duidt Sien Winters, coördinator van het Steunpunt.

27.000 van die 250.000 gezinnen krijgen al een huurtoelage, omdat ze al minstens vier jaar op een sociale woning wachten. De belangenorganisaties van huurders en verhuurders pleiten ervoor die huurtoelage toe te kennen aan alle overige gezinnen die voldoen aan de voorwaarden voor sociale huisvesting.

Dringend

Het betalen van de maandelijkse huurprijs is een van de essentiële verplichtingen van de huurder. De verhuurder is niet verplicht te aanvaarden dat de huur niet betaald wordt. Ook in coronatijden blijft een huurgeschil zo in essentie een zaak tussen de huurder en de verhuurder. “Sommige verhuurders tonen zich inschikkelijk, maar we krijgen veel signalen dat anderen niet bereid zijn tot toegevingen”, zegt Verstichele.

Verhuurders hebben niet altijd de financiële ruimte om van de huur af te zien, legt D’Hauwers uit. “Veel van onze leden zijn kleine verhuurders, bijvoorbeeld gepensioneerden die rekenen op huurinkomsten om hun lage zelfstandigenpensioen aan te vullen. Of jonge verhuurders die een lening moeten afbetalen en rekenen op de huur om dat te kunnen doen.”

Vandaar het gemeenschappelijke pleidooi aan de overheid. “Het zal niet volstaan enkel te rekenen op de goodwill van de verhuurders. Als solidariteit kan, dan graag. Als het niet kan, dan moet de overheid in actie treden”, aldus Verstichele. Hij meent dat een huurpremie het verschil kan maken. “Door de afschaffing van de woonbonus is geld vrijgekomen voor woonbeleid. Wel, er is nu nood aan een echt beleid op de huurmarkt.”

Te breed

De Vlaamse minister van Wonen, Matthias Diependaele (N-VA), houdt de boot af: “Het gros van de problemen bij particulieren door de coronacrisis komt voort uit het terugvallen van hun inkomen. Het is belangrijk dat de overheid de juiste maatregelen neemt om dat inkomen zo veel mogelijk veilig te stellen.”

Een huurtoelage vindt Diependaele niet aan de orde. “Een veralgemeende tegemoetkoming in de huurprijs is een te brede maatregel. Ik geloof meer in gerichte maatregelen, zodat we onze inspanningen kunnen toespitsen op mensen die in de problemen komen.”

Bij het Steunpunt Wonen maakt Sien Winters eenzelfde bedenking. “Met maatregelen zoals de invoering van tijdelijke werkloosheid heeft de overheid al gereageerd op de problemen op huurmarkt. Aan 250.000 huurders, de helft van de markt, nog eens een huurtoelage toekennen kost veel geld en het is geen gerichte maatregel.” Winters vreest ook een prijseffect, “zoals ook de woonbonus de aankoop van woningen duurder heeft gemaakt”.

Geen uithuiszettingen

Diependaele heeft wel een verbod op uithuiszettingen uitgevaardigd tot 17 juli, “om voor iedereen het recht op wonen te verzekeren”. Daar zitten de verhuurders en de huurders niet meer op dezelfde lijn. “Uithuiszettingen verbieden is geen oplossing, want dat legt het probleem volledig bij de verhuurder. Wij vrezen dat huurders dat als een vrijgeleide zullen zien om tot dan geen huur te betalen”, klinkt het bij Verenigde Eigenaars. Het huurdersplatform vindt omgekeerd de periode tekort. “17 juli is niet meer dan uitstel van executie. Dan zal het probleem van achterstallige huur niet opgelost zijn.”

De minister van Wonen heeft voorts het fonds ter bestrijding van uithuiszettingen vroeger in werking laten treden. “Mensen die problemen hebben om hun huur te betalen, kunnen via het OCMW bij dat fonds terecht om te voorkomen dat ze verder in een schuldenput zakken.”

Ook bij die maatregel heeft Verstichele bedenkingen. “Het fonds kan ten eerste maar ingeroepen worden na twee maanden huurachterstand. Waarom niet al na één maand? Ten tweede wordt samen met het OCMW gezocht naar een minnelijke schikking, maar de huurder blijft afhankelijk van de inschikkelijkheid van de verhuurder.”

Onder druk

Met of zonder huurpremie, de huurders en de verhuurders blijven op elkaar aangewezen, in deze coronacrisis wellicht meer dan ooit. “Wij raden aan in gesprek te gaan”, stelt het Huurdersplatform. “Wij pleiten voor gezond verstand en adviseren niet met getrokken messen tegenover elkaar te staan.”

“De verhuurders staan onder druk om toe te geven”, weten ze bij Verenigde Eigenaars. D’Hauwers: “Wij raden onze leden aan zich soepel op te stellen en bijvoorbeeld in te stemmen met afbetalingsmodaliteiten. Vraag zolang de coronamaatregelen gelden bijvoorbeeld 70 procent van de huur. Nadat de maatregelen zijn afgeblazen, vraagt u weer de volledige huur plus een maandelijkse aflossing van het verschuldigde bedrag. In samenspraak met de huurder kan je nagaan wat een haalbare aflossingstermijn is.”

D’Hauwers besluit dat een deal altijd afhankelijk zal zijn van de goodwill van beide partijen en de onderlinge relatie. “Als je een goede huurder hebt – iemand met wie in het verleden nooit problemen zijn geweest, die uw pand goed onderhoudt en normaal stipt betaalt – dan heb je er geen belang bij die eruit te zetten.”

De verschillende segmenten van de verhuurmarkt

Woningen

Op de huurmarkt speelt meer dan enkel huurachterstand. Voor sommige huurders valt de lockdown samen met het einde van hun huurcontract of hun opzegtermijn. Dat betekent dat ze niet kunnen verhuizen. Nieuwe huurders kunnen niet hun intrek nemen. “Er is sprake van een cascade-effect. De verhuurmarkt is echt gestopt”, zegt Katelijne D’Hauwers, directeur van de Verenigde Eigenaars.

Het Steunpunt Wonen pleit ervoor dat huurders door de buitengewone omstandigheden automatisch het recht krijgen op een verlenging voor een periode tot kort na de lockdown. Dat geeft ook meer juridische zekerheid aan de verhuurders. “De huurwetgeving bevat wel de mogelijkheid de verhuurovereenkomst te verlengen wegens buitengewone omstandigheden, maar mogelijk zijn huurders en verhuurders daarover niet geïnformeerd”, zegt Sien Winters, coördinator van het Steunpunt.

“Dat kan tot grote ongerustheid en mogelijk zelfs dakloosheid leiden, omdat huurders niet weten waar ze heen moeten na afloop van het huurcontract. Het is belangrijk dat zo snel mogelijk, en met inachtneming van de veiligheid, het verhuurproces weer kan worden opgestart.”

Handelspanden

Meteen na de verplichte sluiting van de niet-noodzakelijke handelszaken lieten heel wat winkeliers weten dat ze hun huur niet zouden betalen. “Verhuurders krijgen een brief van de handelaar dat die de huur niet zal betalen. De werkgeversorganisaties hebben daarvoor standaardbrieven opgemaakt”, vertelt D’Hauwers. “Bij veel handelszaken is het bijna een reflex: ze kunnen niet open, dus ze betalen de huur niet.”

Over de vraag of de verplichte sluiting van winkels een geval van overmacht is, is het laatste woord nog niet gezegd. “Daarover moet nog een uitspraak gedaan worden”, zegt D’Hauwers. Ze werpt op dat winkeliers hun pand nog altijd ter beschikking hebben.

Volgens de Verenigde Eigenaars is het zaak soepelheid aan de dag te leggen. “Retailvastgoed stond sowieso al onder druk door de opkomst van e-commerce. Als je een goede huurder hebt, is het dus beter tot een vergelijk te komen.” D’Hauwers geeft nog mee dat er geen fiscale gevolgen zijn. “Je wordt maar belast op de werkelijke huurinkomsten. Als je minder huur ontvangt, betaal je ook minder belastingen.”

Studentenkoten

De Vrije Universiteit Brussel (VUB) krijgt heel wat vragen over de huur van studentenkoten, getuigt Winnie Nys. Het diensthoofd Studentenstatuut & Studiefinanciering spreekt van twee groepen. De eerste zijn studenten van wie het kot leegstaat, omdat ze tijdelijk weer thuis wonen. “Zij vragen of ze de huur van hun kot moeten blijven betalen.” De andere groep zijn studenten die hun kot zelf betalen. “Zij beschikken vaak niet over een spaarpotje en moeten kunnen werken om aan het einde van de maand hun huur te kunnen betalen.”

De meeste universiteiten in ons land hebben maatregelen getroffen en vragen voor de koten die ze zelf beheren, bijvoorbeeld deze maand geen huur. “Studenten kunnen de verhuurder op de private markt niet verplichten hetzelfde te doen”, zegt Nys.

In principe moeten studenten hun kot blijven betalen. Het is aan de verhuurder om eventueel een toegeving te doen. “Sommige zijn daartoe niet bereid, anderen tonen zich wel inschikkelijk”, merkt Nys. “Veel hangt af van de draagkracht van de verhuurder. Sommige zijn grote partnerorganisaties van de universiteit, waarmee mogelijk een regeling kan worden getroffen. Maar er zijn ook verhuurders met maar enkele kamers. Die hebben natuurlijk ook kosten of zijn zelf getroffen door de crisis.”

“Wij raden studenten aan contact op te nemen met hun kotbaas, in dialoog te gaan en te zien wat er mogelijk is. Misschien kan je wat later betalen, of kunnen de kosten worden kwijtgescholden, of kan het kot wat sneller worden opgezegd.”

Partner Content