Welke Belgische bedrijven kunnen net als Telenet en Exmar van de Brusselse beurs verdwijnen?
Telenet en Exmar hebben twee dingen met elkaar gemeen: ze noteren mijlenver van hun hoogste peil en ze hebben een grote aandeelhouder die al de helft van de aandelen bezit. Er zijn nog wel wat bedrijven op de Brusselse beurs die min of meer in hetzelfde schuitje zitten. We zetten ze voor u op een rij.
Is het toeval dat in twee weken tijd twee grootaandeelhouders bekendmaken dat ze ‘hun’ bedrijf van de beurs willen halen? Ja, het is toevallig dat de twee overnamebiedingen zo kort op elkaar plaatsvinden. En nee, ze vinden niet toevallig plaats op een moment dat de aandelen veel minder waard zijn dan enkele jaren geleden.
We speuren het Brusselse koersenbord voor u af, op zoek naar grote aandeelhouders die de bemoeienis van andere aandeelhouders wel eens beu kunnen worden of die liever niet meer willen dat de concurrentie mee leest in de rapportering voor de aandeelhouders.
Tweede keer, goede keer?
Twee weken geleden lanceerde Liberty Global een bod van 22 euro op de resterende aandelen van Telenet. Wordt het tweede keer, goede keer? Het Amerikaanse moederbedrijf had al voor de mislukte privatiseringspoging van tien jaar geleden meer dan de helft van de aandelen van Telenet in handen. Het management en de andere grote aandeelhouders vonden de biedprijs van 35 euro toen te laag.
In eerste instantie leken de tegenstanders gelijk te krijgen: het aandeel reed een mooi parcours en steeg begin 2018 even boven 60 euro. De daaropvolgende jaren ging het bergaf. Vooral de zware investeringen in het supersnelle internet wegen op de koersen van de Belgische telecombedrijven. De dag voor de handel in Telenet werd stilgelegd, omdat er vrees was dat het bod was uitgelekt, sloot het aandeel op 13,86 euro. Dat is op een haar na het laagste niveau sinds 2009.
Bij de start van dit nieuwe bod heeft Liberty Global ruim 59 procent van alle uitstaande aandelen. Hoewel Liberty Global veel minder geld op tafel wil leggen dan in 2012, klinkt de tegenstand vandaag veel minder luid.
Ook bij Spadel mislukte in 2015 een privatiseringspoging. Hoofdaandeelhouder Marc du Bois slaagde er niet in 90 procent van de resterende aandelen in handen te krijgen. Dat is een voorwaarde voor het uitrookbod (squeeze out) dat nodig is om een bedrijf van de beurs te kunnen halen. In 2015 bood Du Bois 95 euro per aandeel. De jaren daarna verdubbelde het aandeel. Het tikte zelfs even 250 euro aan. De kleine beleggers die koppig hun aandelen hadden bijgehouden, konden tevreden terugkijken op hun keuze.
Spadel is sinds eind vorig jaar schuldenvrij. Du Bois bezit 93 procent van de aandelen. Het aandeel van de producent van gebotteld water van merken zoals Spa en Bru noteert vandaag op 162 euro. Dat is dichtbij het dieptepunt van de voorbije vijf jaar. Maar in tegenstelling tot Liberty Global zou Marc du Bois vandaag dieper dan in 2015 in de buidel moeten tasten om de aandeelhouders te overtuigen.
De familie du Bois heeft diepe zakken en staat op de 47ste plek in de Lijst der Rijkste Belgen. Maar zou de familie zich nog een keer aan zo’n kostelijk avontuur durven te wagen? Want ook aan een mislukte overnamepoging verdienen allerlei bankiers en advocaten goed geld.
Zwarte bladzijde omgeslagen
Bij Exmar werd met de verkoop van de drijvende gasfabriek FLNG Tango in de zomer van vorig jaar een zwarte bladzijde omgeslagen. Door de energiecrisis en de noodzaak voor Europa om af te kicken van Russische gas, kon Exmar in 2022 ook een lucratief huurcontract afsluiten voor een drijvende lng-terminal met het Nederlandse staatsbedrijf Gasunie. Voor het eerst in jaren was de molensteen van schulden om de nek van Exmar verdwenen.
De fruit- en groenteboer Greenyard heeft de voorbije drie jaar hard gewerkt aan de schuldenafbouw, maar een half jaar geleden heeft grootaandeelhouder en oprichter Hein Deprez nog een pakket aandelen aan de holding van de Boerenbond (Agri Investment Fund) moeten overdragen, in het kader van schuldaflossing. De familie Deprez heeft nu nog ‘maar’ 38 procent van de aandelen in handen.
Er zitten ook grote pakketten aandelen verspreid bij een aantal vermogende mensen. Alychlo, de holding van miljardair Marc Coucke, bezit 13 procent. Sujajo, de holding van Thomas Borman, een hoge ome in de mijnbouwsector, heeft ruim 7 procent, de staalbaron Joris Ide 3 procent en de Boerenbond bijna 5 procent.
En dan is er bijvoorbeeld ook Kinepolis. De bioscoopuitbater is nog altijd ruim 20 procent minder waard dan voor corona. De lockdown, de sluitingen van bioscoopzalen en andere beperkingen hebben er stevig ingehakt. De familie Bert heeft ongeveer de helft van de aandelen in handen, vergelijkbaar met de aandeelhoudersbelangen bij Exmar.
Wat niet vergelijkbaar is, is dat Exmar op een berg cash zit. Kinepolis heeft netto 423 miljoen euro aan financiële schulden op de balans. In het coronajaar 2020 kwam er bijna 100 miljoen euro schulden bij, toen investeringen in uitbreidingen samenvielen met de sluitingen van de bioscopen. Er zijn de voorbije jaren ook veel betere momenten geweest voor een opportunistische overname door de familie Bert, want het aandeel is de voorbije vijf jaar tot 21,9 euro gezakt. Vandaag noteert het op 46,75 euro.
Van Tessenderlo wordt ook wel eens gezegd dat het een exitkandidaat kan worden. De kans is klein dat zo’n scenario zich op korte termijn materialiseert. Picanol is nog maar net een maand geleden van de beurs gehaald en volledig in Tessenderlo ingebracht. Volgens insiders is de bedoeling om van Tessenderlo een West-Vlaamse holding naar het voorbeeld van Ackermans & van Haaren te maken.
Andere usual suspects waar de koers ook nog relatief bij het diepste punt van het jaar zit, zijn het koffiebedrijf Miko (familie heeft 55%), de voedingsgroep Ter Beke (familie heeft 66%), de producent van wasmachines Jensen Group (familie Jensen heeft 54%, maar dat belang valt terug naar 44% door een deal met de Japanse groep Miura).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier