Voedsel wordt overal en voor lange tijd duurder
Wereldwijd zullen gezinnen een groter aandeel van hun inkomen aan basisvoeding moeten besteden.
In oktober 1914 blokkeerden het Ottomaanse Rijk de Straat der Dardanellen, de enige route om Russisch graan naar Groot-Brittannië en Frankrijk te brengen. De wereld was de Eerste Wereldoorlog ingegaan met tarwevoorraden die 12 procent boven het vijfjarige gemiddelde lagen, maar het verlies van meer dan 20 procent van de wereldwijd verhandelde voorraad zette de voedselmarkten van de ene dag op de andere in vuur en vlam. De tarweprijzen in Chicago, de internationale referentie, waren sinds juni 1914 al met een vijfde gestegen en klommen het daaropvolgende kwartaal met nog eens 45 procent.
Nu zijn Rusland en Oekraïne, de grootste en de op vier na grootste tarwe-exporteur, samen goed voor 29 procent van de internationale graanmarkt. Na verschillende slechte oogsten, verwoede aankopen tijdens de pandemie en problemen met de bevoorrading sindsdien, liggen de wereldvoorraden 31 procent onder het vijfjarige gemiddelde. De tarweprijzen waren midden februari al 49 procent boven het gemiddelde van 2017-2021 gestegen. Sinds de invasie in Oekraïne op 24 februari zijn ze met nog eens 30 procent toegenomen. Rabobank schat dat de tarweprijzen nog eens een derde hoger kunnen klimmen.
Maar de schade aan de wereldvoedselvoorraad zal veel verder reiken dan het graan en langer duren dan de oorlog zelf. Rusland en Oekraïne zijn grote exporteurs van oliehoudende zaden en granen, van gerst en maïs tot zonnebloempitten. Rusland is bovendien de grootste leverancier van belangrijke ingrediënten voor het maken van meststoffen.
In februari, nog voor het begin van de oorlog, bereikte de door de Verenigde Naties opgestelde voedselprijsindex een historisch hoogtepunt. Hogere voedselprijzen zullen ook de inflatie aanwakkeren, boven op de prijsdruk die de duurdere energie veroorzaakt.
Granen en meststoffen
De gevolgen van de oorlog zullen op drie manieren voelbaar zijn. Vooreerst zullen de graantransporten verstoord raken. Normaal worden tarwe en gerst in de zomer geoogst en in het najaar uitgevoerd. Tegen februari zijn de meeste schepen weg. Maar dit zijn geen normale tijden. De grote importeurs van tarwe uit de regio rond de Zwarte Zee, vooral in het Midden-Oosten en Noord-Afrika, willen hun voorraden aanvullen, omdat die laag zijn. Maar Oekraïense havens zijn gesloten, sommige zelfs gebombardeerd. De binnenlandse routes, via het noorden van Oekraïne en Polen, zijn een te grote omweg. Schepen die in Rusland graan willen gaan laden, zijn in de Zwarte Zee door raketten getroffen. De meeste krijgen geen verzekering meer. Alternatieven zijn onbetaalbaar.
Nog verontrustender is dat de uitvoer van maïs, waarvan Oekraïne bijna 13 procent van de wereldexport voor zijn rekening neemt, gewoonlijk plaatsvindt van het voorjaar tot het begin van de zomer.
De toekomstige oogsten zijn een nog grotere bron van zorgen. In Oekraïne kan de oorlog leiden tot lagere opbrengsten en een kleiner beplant areaal. De oogsten van wintergewassen zoals tarwe en gerst, die in oktober worden gezaaid, kunnen kleiner uitvallen door een gebrek aan meststoffen en bestrijdingsmiddelen. Voor lentegewassen, zoals maïs en zonnebloemen, zou het zaaien normaal binnenkort beginnen. De kans bestaat dat dat niet doorgaat.
In Rusland is er dan weer het risico op een blokkade van de export. Hoewel levensmiddelen nog niet onder de sancties vallen, zijn de westerse banken terughoudend met het verstrekken van leningen aan handelaars. Die laatsten zijn bang boetes opgelegd te krijgen door het Westen of door de westerse pers aan de schandpaal te worden genageld.
Het meest alarmerend zijn de gevolgen van het conflict voor de landbouw wereldwijd. De regio is een grote leverancier van cruciale componenten voor meststoffen, waaronder aardgas en potas. De prijzen van meststoffen waren al voor de oorlog verdubbeld tot zelfs verdrievoudigd door de stijgende energie- en vervoerskosten en de sancties die Wit-Rusland in 2021 kreeg opgelegd voor zijn harde optreden tegen dissidenten. Het land produceert 18 procent van het kaliumcarbonaat in de wereld. Aangezien Rusland, dat 20 procent van de wereldproductie voor zijn rekening neemt, moeilijkheden heeft om zijn potas te exporteren, zullen de prijzen zeker nog stijgen. De gevolgen zullen in elke landbouwregio ter wereld voelbaar zijn.
Protectionisme
Als gevolg van dat alles zullen gezinnen binnenkort een veel groter deel van hun inkomen aan voedsel besteden ( zie grafiek), vooral in het Midden-Oosten, Afrika en delen van Azië, waar 800 miljoen mensen sterk afhankelijk zijn van tarwe uit de regio rond de Zwarte Zee. Veel andere landen kunnen nauwelijks zonder de maïs, sojabonen en plantaardige olie van Oekraïne.
De hogere prijzen voor meststoffen en energie zullen bovendien overal in de wereld de marges van de boeren onder druk zetten. Een deel van de kosten zullen ze doorrekenen aan de consument.
Protectionisme kan het vuur nog oppoken. Landen kunnen de uitvoer van meststoffen beperken. Beperkingen op de uitvoer van levensmiddelen of paniekaankopen door importeurs kunnen leiden tot een prijspiek, zoals in 2007-2008. Daardoor braken toen in tientallen landen rellen uit. Rusland en Oekraïne verboden respectievelijk op 8 en 9 maart de uitvoer van tarwe. Argentinië, Hongarije, Indonesië en Turkije kondigden de afgelopen dagen beperkingen van de voedselexport aan.
Een gemakkelijke oplossing is er niet. Jaarlijks wordt 160 miljoen ton tarwe als dierenvoeder gebruikt, maar een deel daarvan gebruiken voor menselijke consumptie kan de inflatie doen overslaan naar andere basisproducten. Als we de productie in Europa en Amerika optrekken en India’s enorme strategische voorraad aanspreken, kan dat 10 tot 15 miljoen ton opleveren. Dat is minder dan een derde van de totale jaarlijkse uitvoer van Oekraïne en Rusland samen. Pogingen om meer van de Australische wintertarweoogst te exporteren hebben de aanvoerketens tussen de Australische boerderijen en de havens verstopt.
Een deel van de 148 miljoen ton maïs die als bio-ethanol wordt gebruikt, kan het voor dit jaar verwachte tekort van 35 miljoen ton helpen aan te vullen. Het tekort aan meststoffen is nog moeilijker op te vangen: de bouw van nieuwe kalimijnen neemt vijf tot tien jaar in beslag. De oorlog in Oekraïne is nu al een tragedie. Als de graanschuur van de wereld wordt verwoest, dreigt een catastrofe.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier