De klassieke economische indicatoren, die uitgaan van het bruto binnenlands product of de werkgelegenheid, zijn welbekend. Maar economen hebben in alle tijden geprobeerd alternatieve indicatoren te ontwikkelen om trends te voorspellen. Maak kennis met vijf opmerkelijke initiatieven.
Een van de bekendste alternatieve economische indicatoren is de Big Mac-index. Die werd een kwarteeuw geleden in het leven geroepen door het Britse weekblad The Economist. De index wil in kaart brengen welke munten zijn over- en ondergewaardeerd op basis van één enkele referentie: de prijs van de bekende Big Mac van McDonald’s. In juli behoorden de Noorse kroon en de Zwitserse frank tot de meeste overgewaardeerde munten. In die munten kost een Big Mac respectievelijk 7,06 en 6,56 dollar, tegenover 4,33 dollar in de Verenigde Staten. Dat is natuurlijk geen verrassing, omdat beide Europese munten tijdens de crisis worden gebruikt als alternatieven voor de euro.
Een tweede alternatieve indicator is de Skycraper-index (‘skyscraper’ is Engels voor wolkenkrabber’). In 1999 heeft Andrew Lawrence, een econoom bij Dresdner Kleinwort Wasserstein, het verband aangetoond tussen de constructie van hoge gebouwen en economische cycli. Een stijging van het aantal wolkenkrabbers is volgens Lawrence een indicatie dat een economische cyclus zijn hoogtepunt bereikt en dat er een recessie in het verschiet ligt. We wijzen erop dat China de ene wolkenkrabber na de andere bouwt, en dat onlangs in Londen de hoogste wolkenkrabber van Europa werd ingehuldigd, enkele weken voordat het Libor-schandaal losbarstte.
Het tijdschrift The Economist heeft nog een tweede alternatieve indicator ontwikkeld: de R-word-index. Die telt het aantal artikels in de Financial Times et de Wall Street Journal waarin het woord ‘recessie’ voorkomt. Deze index is heel eenvoudig, maar hij heeft de crisissen van 1981, 1990, 2001 en 2007 correct voorspeld. Hij bleek wel te pessimistisch in de jaren negentig.
Onder de oudere alternatieve indicatoren is er de studie van de economen Michael McDonough en Carl Riccadonna, die het – vrij logische – verband hebben aangetoond tussen het aantal treinwagons dat afval vervoert en het Amerikaanse bruto binnenlands product.
De alternatieve economische indicatoren ontsnappen niet aan de technologische evolutie. Zo hebben economen van de Federal Reserve, de Amerikaanse centrale bank, de Google Trends opgezet, waarmee ze de evolutie van de hypothecaire kredieten en de Chinese yuan proberen te voorspellen.
Cédric Boitte
www.accioz.be
