Vermogens in het vizier bij de regeringsvorming
Op de onderhandelingstafel van de regeringsvorming komen voorstellen om vermogens zwaarder te belasten. Trends brengt deze week een uitgebreid dossier over de kwestie en deed ook een rondvraag bij ondernemers. Er klinkt bereidheid in hun stem, op voorwaarde dat de overheid eerst zelf orde op zaken stelt in haar eigen huishouden.
Op de onderhandelingstafel van de regeringsvorming komen voorstellen om vermogens zwaarder te belasten. Een hogere roerende voorheffing staat daarbij met stip genoteerd, want die belasting heet doeltreffend en billijk te zijn. Niet alleen om de putten in de staatskas te vullen, maar ook om de zweetbelastingen op arbeid te verlagen.
Het is alle hens aan dek om de overheidsfinanciën te saneren. Tegen 2015 moet er een begrotingsevenwicht zijn, daarover zijn alle partijen het eens, en daarvoor is een inspanning van ruim 20 miljard euro nodig. Maar de vraag is hoe: via besparingen of via hogere belastingen?
Waarnemers vrezen dat de PS met een “parfum de taxation” het vizier in de eerste plaats richt op vermogensinkomens, in ruil voor een staatshervorming voor de N-VA. Om de Vlaamse begroting te saneren ging N-VA akkoord met een verdeelsleutel van 60 procent besparingen, en 40 procent hogere belastingen (via het afschaffen van de jobkorting).
“En dit zonder druk van de PS”, onderlijnt een betrokkene. “Wat wordt dat met druk van de PS? Als we een traject volgen van hogere belastingen en te weinig besparingen, dan zal dat faliekant aflopen.”
Maar worden besparingen door economen warm aanbevolen om op een groeivriendelijke manier de begrotingsputten te vullen, dan zal de oefening moeilijk worden zonder belastingverhogingen. “We betalen al veel belasting, we moeten saneren, maar het is politiek onmogelijk om alleen de weg van besparingen te kiezen”, beseft Etienne De Callataÿ, hoofdeconoom van Bank Degroof. “In elk geval zijn hogere belastingen op inkomens uit vermogen nooit een wonderoplossing, en hoogstens slechts een deel van de het antwoord.”
Op langere termijn zijn er nog gegronde redenen om de belastingdruk op vermogen op te voeren. Want ook daar is iedereen het eens over, de belastingdruk op arbeid moet dringend lager, eventueel te financieren met hogere belastingen op consumptie, milieu- én vermogensinkomens. Dat is een kwestie van billijkheid en draagkracht.
“Als gevolg van de vergrijzing groeit de fiscale draagkracht van de groep niet-werkende vermogende burgers. De tijd is rijp om de heffingen op een aantal vermogensinkomsten te herbekijken. Kwestie van het evenwicht te herstellen”, zegt fiscaal expert Axel Haelterman.
Ter vergelijking: de impliciete heffing op arbeidsinkomen bedraagt in België 42 procent, tegenover 22 procent op consumptie en 31 procent op inkomens uit vermogen. De Hoge Raad voor Financiën (HRF) wees er in een rapport van 2007 op dat dit noch billijk (inkomens uit vermogens worden minder belast dan inkomens uit arbeid), noch doeltreffend is (want slecht voor de werkgelegenheid).
Het rapport adviseerde toen onder meer om de spaarfiscaliteit te verhogen om lasten op arbeid te verlagen. Dat principe komt nu op de onderhandelingstafel van de regeringsvorming.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier