Verhuring studentenkot blijft fiscaal interessant
Een zware brand met noodlottige gevolgen heeft de studentenkamers deze week weer onder de aandacht gebracht. Op fiscaal vlak blijven ze echter interessant.
Wie een niet-gemeubelde studentenkamer verhuurt, wordt niet belast op de ontvangen huur. De belasting wordt immers berekend op 1,4 keer het geïndexeerde kadastraal inkomen, wat doorgaans een pak lager uitkomt. Dat bedrag wordt vervolgens samen met de rest van het inkomen belast tegen de klassieke tarieven, die stijgen naarmate het totale inkomen oploopt. Op die manier wordt de verhuring van een studentenkamer fiscaal gelijkgesteld met de verhuring van een woning aan een particulier. Wordt een gemeubelde kamer verhuurd, dan wordt 40 procent van de ontvangen huursom beschouwd als vergoeding voor de huur van de meubels. Van dat bedrag mag u vervolgens forfaitair de helft aftrekken omdat die wordt beschouwd als een terugbetaling van de kosten die u voor de meubels had. De andere helft wordt vervolgens belast tegen 25 procent. De verhuring van meubels wordt immers gezien als een roerend inkomen. Daar bovenop komt dat nog de belasting op de verhuring van de kamer zelf, die dus wordt berekend op 1,4 keer het geïndexeerde kadastraal inkomen. Wordt een studentenkamer doorverkocht en gebeurt dit binnen de vijf jaar na aankoop, dan wordt de meerwaarde ervan belast tegen 16,5 procent. Voor de berekening mag de aankoopprijs worden verhoogd met de aankoopkosten of met forfaitair 25 procent. Na vijf jaar is die belasting er niet meer als de verkoop past in het normale beheer van een particulier vermogen. (Belga)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier