VDAB zet samenwerking met ondernemers in de verf
Kleine werkgevers vinden onvoldoende de weg naar de diensten van de VDAB. Daar wil de VDAB iets aan veranderen. Op 30 januari ligt de focus volop op de Individuele Beroepsopleiding (IBO), een maatregel die de het aanwerven van een minder ervaren werknemer moet bevorderen. Ook VDAB-baas Fons Leroy trektmee de hort op, en krijgt het gezelschap van Unizo-voorman Karel Van Eetvelt.
Alle 4821 VDAB-medewerkers trekken donderdag naar de kleinere werkgevers om de VDAB persoonlijk voor te stellen. De VDAB heeft de feedback ter harte genomen dat kleinere werkgevers onvoldoende de weg naar zijn dienstverlening vinden, vandaar het offesnief op 30 januari. Bedrijven worden ook telefonisch gecontacteerd, er is een speciale website en de VDAB Servicelijn is beschikbaar voor vragen. De focus ligt op de IBO, een opleidingsmaatregel die het aanwerven van een minder ervaren werkzoekende voor de werkgever extra aantrekkelijk maakt. De werkgever leidt de werkzoekende zelf op. Daarbij komt een financiële compensatie: tijdens de opleiding betaalt hij enkel een productiviteitspremie die overeenkomt met ongeveer 1/3 van het normale loon in die functie. Zo’n opleiding op de werkvloer kan 1 à 6 maanden duren. De VDAB biedt ondersteuning tijdens het hele traject: bij het opmaken van de vacature en het opleidingsplan, de selectie, bijsturing en evaluatie. Tijdens de opleiding hoeft de werkgever geen loon of RSZ betalen, enkel een productiviteitspremie. Toch krijgt de werknemer – dankzij het bijpassen van RVA en VDAB- wel een vergoeding die het normale loon benadert. Na een succesvolle IBO krijgt de IBO’er een contract (van bepaalde of onbepaalde duur) in het bedrijf. In 2013 startten er 12.423 IBO’s. Ruim 80% van de IBO-cursisten is 6 maanden na opleiding nog steeds aan het werk. (Belga)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier