Uitkering alleenstaanden en gezinshoofden daalt
Alleenstaande werklozen en gezinshoofden die werkloos zijn, bereiden zich maar beter voor op minder florissante tijden. Vanaf 1 maart vallen ze ook onder de degressiviteit van de uitkeringen. Dat betekent dat ze minder krijgen naarmate ze langer werkloos zijn.
Sinds 1 november 2012 is het principe van de degressiviteit al van toepassing op samenwonende werklozen. Nu wordt dit ook zo voor de anderen.De degressiviteit houdt in dat de werkloosheidsperiode wordt opgedeeld in drie stukken. Bij elke stap wordt de uitkering verminderd tot ze op een minimum komt. De snelheid waarmee de vermindering wordt doorgevoerd, hangt af van het beroepsverleden van de betrokkene. Wie bijvoorbeeld twee jaar heeft gewerkt, bereikt het minimumbedrag na anderhalf jaar werkloosheid. Wie elf jaar heeft gewerkt, valt na drie jaar werkloosheid op het het minimumbedrag terug. Voor gezinshoofden zal de uitkering in fases met 12% dalen. Voor alleenstaanden is dat met 17,5% en voor samenwonenden met maar liefst 40%. De snelle daling is bedoeld om mensen aan te moedigen sneller een nieuwe baan te zoeken. Werklozen vanaf 55 jaar, werklozen met een blijvende arbeidsongeschiktheid van ten minste 33%, de tijdelijke werklozen en werklozen met een inkomensgarantie vallen echter niet onder deze regeling. (Belga)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier