Trouwen of samenwonen: wat zijn de verschillen voor uw personal finance?
Koppels kunnen ervoor kiezen om met elkaar te trouwen, maar ze kunnen ook door het leven gaan als feitelijk of wettelijk samenwonenden. De gekozen samenlevingsvorm heeft financiële gevolgen.
Volgens een recente publicatie van het Belgische statistiekbureau Statbel gaat het aantal huwelijken in ons land al sinds de jaren zeventig gestaag achteruit. De afgelopen coronaperiode bleek bovendien een extra drempel voor heel wat trouwlustigen.
Of die evolutie een invloed heeft op het aantal samenwoners, is niet meteen duidelijk. “Maar de keuze tussen trouwen en samenwonen is – afgezien van het romantische aspect – vooral een verhaal van rechten en plichten”, zegt Bart Chiau. Als professor economie aan de UGent schreef hij zopas het boek ‘Trouwen of samenwonen?’. Daarin vergelijkt hij de verschillende samenlevingsvormen en geeft hij advies aan koppels tijdens de sleutelmomenten in hun leven.
Aan u de keuze
Feitelijk samenwonen is de meest eenvoudige vorm. U woont dan als koppel onder één dak, maar u heeft daarover niets officieel op papier gezet. Daardoor hebben beide partners geen juridische band met elkaar, en hebben ze ook amper rechten of verplichtingen ten opzichte van elkaar. Deze samenlevingsvorm biedt dan ook weinig bescherming.
Wettelijk samenwonen is een erkende samenlevingsvorm. Beide partners leggen daartoe een verklaring af bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van hun gemeente. Het burgerlijk wetboek bepaalt een aantal rechten en plichten ten opzichte van elkaar. De partners moeten bijvoorbeeld bijdragen in de gemeenschappelijke kosten, maar genieten ook een zekere vorm van bescherming.
Trouwen is wellicht de meest bekende samenlevingsvorm. Ook tussen gehuwden gelden er specifieke rechten en verplichtingen, die kunnen verschillen naargelang het gekozen huwelijksstelsel (wettelijk, algehele gemeenschap van goederen of scheiding van goederen) of het opgestelde huwelijkscontract. Het huwelijk biedt de ruimste bescherming op een aantal vlakken.
U huurt een woning
Indien u getrouwd bent of wettelijk samenwoont en een van de twee partners overlijdt, dan erft de langstlevende het vruchtgebruik over de gehuurde gezinswoning. Bij feitelijk samenwonenden gaan de rechten en plichten van de overleden partner met betrekking tot de huurovereenkomst echter over naar zijn erfgenamen.
Maar wat als enkel de overleden partner de huurovereenkomst heeft ondertekend? “Ben je getrouwd, dan is de andere partner automatisch medehuurder door het huwelijk, en heeft die dezelfde rechten en plichten”, weet Bart Chiau. “Voor wettelijk samenwonenden is dat ook zo, zolang ze blijven samenwonen. In het geval van feitelijk samenwonen heeft de overblijvende partner geen rechten en plichten ten opzichte van de huurder.”
U koopt een woning
Bent u getrouwd of wettelijk samenwonend, dan kunt u de gezinswoning niet zonder medeweten of toestemming van uw partner verkopen, verhuren of in pand geven. Het akkoord van hem of haar is dus altijd vereist. Bij feitelijk samenwonen hoeft dat niet.
En wat gebeurt er met de gezinswoning wanneer een van beide partners overlijdt? “Ben je getrouwd of wettelijk samenwonend, dan erft de overblijvende partner volgens het wettelijk erfrecht het vruchtgebruik van het pand”, zegt Bart Chiau. “Maar in het geval van feitelijk samenwonen erft de langstlevende partner niets.”
Wat als één van beiden al een woning of bouwgrond heeft?
Het gebeurt weleens dat één van beide partners al een woning bezit. In dat geval erft de langstlevende partner het vruchtgebruik wanneer men getrouwd of wettelijk samenwonend is. De langstlevende feitelijk samenwonende partner erft niets. Een en ander kunt u evenwel bijsturen met een testament.
“Alles wat op jouw grond gebouwd wordt, is ook jouw eigendom”, weet Bart Chiau. “Als je dus bouwt op de grond die in handen is van één partner, dan breng je de bouwgrond het best in in de gemeenschap of onverdeeldheid. Ofwel kent de grondbezitter de andere partner een opstalrecht toe: zo heeft die laatste altijd recht op zijn of haar investering in de nieuwbouw.”
U betaalt belastingen
Zowel gehuwden als wettelijk samenwonenden krijgen een gezamenlijke belastingaangifte. Dat opent mogelijkheden op het vlak van fiscale optimalisatie.
In beide gevallen kan alvast het zogeheten huwelijksquotiënt toegepast worden. “Daarbij wordt aan de partner met beperkte of geen inkomsten een deel van de belastbare inkomsten van de andere partner toegekend”, verduidelijkt Bart Chiau. “Daardoor is de totale belasting lager dan wat beide partners in totaal zouden betalen indien ze afzonderlijk werden belast.”
“Feitelijk samenwonenden worden op fiscaal vlak als alleenstaanden beschouwd. Ze krijgen dus een aparte aangifte in de bus. De toepassing van het huwelijksquotiënt is dan niet mogelijk.”
U gaat op pensioen
Enkel wanneer u gehuwd bent, hebt u recht op een gezinspensioen – weliswaar op voorwaarde dat één van de twee partners in het verleden gewerkt heeft. Wettelijk of feitelijk samenwonenden kunnen nooit aanspraak maken op zo’n gezinspensioen. Ook een overlevingspensioen (voor de nabestaande na het overlijden van de andere partner) is enkel mogelijk voor gehuwden.
Wie getrouwd of wettelijk samenwonend is, heeft de mogelijkheid om zijn partner als begunstigde bij een overlijden aan te duiden in een pensioenspaarverzekering of in een levensverzekering in het kader van het langetermijnsparen. Voor wie feitelijk samenwoont, kan dit niet.
“Het aanvullend pensioen dat in de tweede pensioenpijler kan worden opgebouwd, is bovendien hoger voor gehuwden en wettelijk samenwonenden dan voor feitelijk samenwonenden”, merkt Bart Chiau op. “Dat heeft te maken met de berekening van de zogenaamde 80 procentgrens, die het maximumkapitaal bepaalt dat voor het belastingvoordeel in aanmerking komt. De feitelijk samenwonenden worden beschouwd als alleenstaanden, waardoor op hen een lagere coëfficiënt wordt toegepast dan op gehuwden en wettelijk samenwonenden.
U schenkt
Schenkingen tussen echtgenoten zijn steeds herroepbaar. Dat is niet het geval bij feitelijk en wettelijk samenwonenden: als u een schenking deed, kunt u daar in principe niet meer op terugkomen. Weet wel dat u ook kunt schenken onder voorwaarden.
U erft
Bent u gehuwd, dan erft u op basis van het wettelijk erfrecht het vruchtgebruik op de totale nalatenschap van uw overleden partner. Als huwelijkspartner bent u bovendien een zogeheten reservatair erfgenaam. Dat betekent dat u sowieso een gewaarborgd minimum erft.
Als wettelijk samenwonende erft u bij een overlijden van uw partner enkel het vruchtgebruik op de gezinswoning en op de inboedel. Als feitelijk samenwonende erft u volgens het wettelijk erfrecht niets. Feitelijk en wettelijk samenwonenden zijn overigens geen reservataire erfgenamen, en genieten dus geen automatische bescherming op het vlak van nalatenschap.
Wat bij een relatiebreuk?
Komt het tot een relatiebreuk? “Bij een huwelijk verloopt de scheiding met onderlinge toestemming of met onherstelbare ontwrichting”, weet Bart Chiau. “Beide echtgenoten moeten samen beslissen. Bij gehuwden is er ook sprake van een wettelijke onderhoudsplicht, waardoor de economisch zwakkere onderhoudsgeld van de andere kan bekomen.”
“Feitelijk en wettelijk samenwonen kan je altijd eenzijdig opzeggen. Voor feitelijk of wettelijk samenwonenden bestaat er bovendien geen wettelijke alimentatieplicht. Maar je kan daar wel – beperkt in de tijd – in voorzien in een samenlevingsovereenkomst.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier