De economie in de eurozone kende in het slotkwartaal 2011 een terugval met 0,3 procent tegenover het voorgaande kwartaal. Volgens Commissaris voor Economische Zaken Olli Rehn is de crisis niettemin aan het uitbodemen.
Uit een rapport van het Europees statistiekbureau Eurostat blijkt dat in de eurozone het laatste kwartaal zowel de bedrijfsinvesteringen (-0,7 procent), de uitvoer (-0,4 procent) als de consumptie (-0,4 procent) een terugval noteerden. Over het volledige jaar 2011 kromp het bbp in de eurozone met 1,4 procent tegenover de 1,5 procent uit een eerdere raming.
Van een letterlijk te nemen recessie is op dit moment nog geen sprake, omdat daar twee opeenvolgende kwartalen met rode cijfers voor nodig zijn. In het derde kwartaal 2011 kon de Europese economie nog licht groeien (+0,1 procent), maar aangezien het lopende kwartaal al een krimp kent, is er op dit moment een technische recessie aan de gang. Volgens Europees Commissaris voor Economische Zaken Olli Rehn is er evenwel slechts sprake van een ‘milde recessie’.
Er komt dus geen sterke economische terugval, zoals de eurozone die kende tijdens de recente wereldwijde economische crisis van 2008-2009. Tenminste niet volgens Rehn, die de crisis al ziet uitbodemen. “Terwijl de eurozone zich in een milde recessie bevindt, zijn er tekenen van stabilisering merkbaar,” verklaarde Rehn tijdens een conferentie in Parijs.
De Europese Commissaris voor Economische Zaken voegde eraan toe dat de ‘gemeenschappelijke inspanningen’ het tij doen keren voor de Europese economie. Rehn refereerde in dat verband aan de beslissing van de Europese bewindslui om Griekenland een tweede noodinjectie van 130 miljard dollar toe te dienen. Bovendien heeft de actie van de ECB (Europese Centrale Bank) om liquiditeiten in het Europese bankensysteem te pompen een kredietcrisis voorkomen, aldus Rehn.
In het vierde kwartaal 2011 noteerden slechts drie landen van de eurozone positieve cijfers: Slovakije (+0,9 procent), Frankrijk (+0,2 procent) en Finland (+0,1 procent). België ligt met een krimp van 0,2 procent net onder het gemiddelde van 0,3 procent. (WSJ/BO)
