Vrouwelijke zelfstandigen verdienen gemiddeld 37 procent minder dan mannelijke
De loonkloof was in 2015 het grootst bij zelfstandigen na de pensioenleeftijd.
Vrouwelijke zelfstandigen verdienden in 2015 in ons land gemiddeld 37 procent minder dan mannelijke. Bij zelfstandigen in hoofdberoep bedroeg de loonkloof 35 procent, bij zelfstandigen in bijberoep 15 procent en bij zelfstandigen die nog actief zijn na de pensioenleeftijd 49 procent. Dat blijkt uit cijfers van staatssecretaris voor Gelijke Kansen Elke Sleurs, op een schriftelijke vraag Fabienne Winckel (PS).
Na pensioenleeftijd
Mannelijke zelfstandigen verdienden in 2015 gemiddeld 23.809,2 euro, terwijl dat slechts 15.110,7 bedroeg voor vrouwelijke. Het verschil was het grootst bij zelfstandigen na de pensioenleeftijd. Mannen in dat statuut verdienden 14.032,6 euro tegenover slechts 7.127,3 euro voor vrouwen.
Opgesplitst naar bedrijfstak was de inkomenskloof het grootst in de visserij (62 procent), gevolgd door diensten (53 procent), landbouw (52 procent), handel (45 procent), nijverheid (42 procent) en vrije beroepen (29 procent). De mannelijke zelfstandige verdiende dat jaar overigens het meest in de visserij (48.153,15 euro).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier