Pensioensparen: wat mogen we verwachten van 2020?
De Belgische pensioenspaarders verdienden in 2019 ongeveer 13 euro op elke 100 euro die ze in een fonds opzij hebben staan. We vroegen de beheerders van onze pensioenspaarcenten om hun glazen bol op te blinken en naar best vermogen te voorspellen wat de toekomst brengt.
De mix van obligaties en aandelen heeft zeer goed gerendeerd sinds de oprichting van de eerste pensioenspaarfondsen in februari 1987. “We kunnen van obligaties niet hetzelfde rendement verwachten als de voorbije dertig jaar, waarin de inflatie en de rente alleen maar afnamen”, waarschuwt Pierre Nicolas van vermogensbeheerder NN IP, de beheerder van Star Fund dat onder meer door ING verdeeld wordt.
“We staan aan het einde van een periode van decennia van dalende rentevoeten”, zegt Bart Van Poucke, sinds jaar en dag beheerder van de pensioenspaarfondsen die via BNP Paribas Fortis, Fintro en Crelan verdeeld worden. “Het rendement zal van de aandelenkant moeten komen. Als we dan rekening houden met waar we ons bevinden in de economische cyclus, en wetende dat we de jongste tien jaar geen recessie meer hebben gehad, dan zullen we ons de komende jaren toch tevreden moeten stellen met wat minder rendement.”
Nicolas: “De rendementen van aandelen schommelen veel meer. In de voorbije dertig jaar gingen we door twee episodes met scherpe beurscorrecties, in 2000-2002 en in 2008, waarvan de beurzen wisten te herstellen. Voor de aandelen zal veel afhangen van het budgettaire beleid van de overheden, want de centrale banken zijn zo goed als uitgespeeld.” Overheden kunnen met grote uitgaven, zoals voor infrastructuurwerken, of met belastingenverlagingen een stroomstoot toedienen, zodat de economie haar tweede adem kan vinden.
Voor de langere termijn verwacht BNP Paribas Asset Management wel nog altijd om en bij de 5 procent gemiddeld jaarlijks rendement voor de dynamische pensioenspaarders. De dynamische pensioenspaarfondsen investeren het gros van de middelen in aandelen. Wanneer mensen richting hun pensioen gaan, raden de banken soms aan over te stappen naar defensieve pensioenspaarfondsen die meer in obligaties investeren dan in aandelen. Argenta adviseert zo’n overstap bijvoorbeeld vijf à zes jaar voor het einde van de beleggingstermijn.
Vet van de soep
Een beurscrash in de laatste jaren van het pensioensparen kan veel kapot maken en hoe ouder de pensioenspaarder, hoe minder tijd er nog is om beursverliezen goed te maken. “Het verwachte rendement voor de lagere risicoprofielen is beperkter”, legt Van Poucke uit. Dat is logisch, want de defensieve pensioenspaarfondsen beleggen meer in obligaties dan in aandelen en aan de obligatiekant is het vet van de soep.
“Vandaag noteert drie vierde van de obligaties met een negatief resterend rendement”, merkt Johan Van Geeteruyen op. Hij beslist waar het geld in de pensioenspaarfondsen van Argenta naartoe gaat. Beleggers zijn vandaag bereid een hogere prijs te betalen voor obligaties dan ze ooit zullen terugkrijgen via de coupons en de terugbetaling op vervaldag. “We mogen al tevreden zijn als we in het obligatiegedeelte 0 procent of een licht positief rendement kunnen halen”, klinkt het bij Candriam, de vermogensbeheerder die de Belfius-pensioenspaarfondsen onder zijn hoede heeft.
Pensioenspaarfondsen beleggen in principe geld voor dertig of veertig jaar. Van Geeteruyen gaat er wel vanuit dat de rente “ooit” weer zal normaliseren en dan zullen de rendementen van obligaties verbeteren. Ondertussen zullen hier en daar nog wel opportuniteiten opduiken op de obligatiemarkten. “We hebben ook een breder scala aan obligaties ter beschikking dan in de beginjaren. Er zijn inflatiegelinkte obligaties, hoogrentende obligaties, green bonds, enzovoort. Het komt er vooral op aan de juiste keuzes te maken.”
Private equity en infrastructuur
De beheerders van de pensioenspaarfondsen houden het voorlopig op de klassieke beleggingsproducten zoals obligaties en aandelen, leert een rondvraag. Nochtans is er mogelijk meer rendement te rapen met beleggingen in private equity of niet-beursgenoteerde bedrijven en infrastructuur. Sinds kort laat de Belgische wetgever toe dat de pensioenspaarfondsen ook daarin beleggen. Zo hoopt de staat mogelijk een aantal broodnodige investeringen in infrastructuur uit te besteden aan de pensioenspaarfondsen, maar zo eenvoudig is dat niet.
“Het is helemaal geen slecht idee voor pensioenspaarfondsen”, vindt Nicolas. “Dit soort beleggingen past perfect bij de langetermijnhorizon van de pensioenspaarfondsen en zo kunnen we eventueel een beetje extra rendement voor illiquide beleggingen opstrijken. Dit soort investeringen vraagt alleen meer tijd en middelen voor een grondige analyse en om informatie te verwerven.”
Van Poucke vindt het ook handig dat dit type beleggingen niet mee met de beurs beweegt. “We willen daar in de toekomst in beperkte mate gebruik van maken, maar het vinden van de juiste beleggingen in deze categorie zal de nodige tijd en voorbereiding vergen en is nog niet voor direct. We sluiten het niet de facto uit.”
Candriam bestudeert nog hoe het in infrastructuur en private equity kan beleggen en welke plaats het die beleggingen in de portefeuille zal geven. “Dit zal de algemene beleggingsstrategie niet fundamenteel veranderen. Deze instrumenten bieden vooral een extra diversificatiemogelijkheid”, laat de vermogensbeheerder weten.
Van Geeteruyen wijst erop dat de pensioenspaarfondsen met praktische moeilijkheden geconfronteerd werden. Want de pensioenspaarfondsen hebben dan wel een lange of zelfs heel lange beleggingshorizon, maar zij publiceren wel wekelijks of dagelijks een intrinsieke waarde die de pensioenspaarders kunnen raadplegen. Van private equity en infrastructuurbeleggingen is het niet altijd mogelijk om iedere dag de precieze waarde te kennen.
Het plafond
Wie dat wil, kan in 2019 tot 980 euro of tot 1260 euro storten voor zijn pensioensparen. Wie 980 euro of minder stort, krijgt 30 procent van zijn storting terug via zijn belastingaangifte. Wie – al is het maar één euro – meer dan 980 euro overmaakt naar zijn pensioenspaarfonds of zijn pensioenspaarverzekering, krijgt slechts 25 procent van het volledige gestorte bedrag terug.
Dossier pensioenen: op zoek naar aanvullende mogelijkheden
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier