Anton Van Zantbeek

‘Het zijn zotten die sparen: beleggers kunnen meer fiscaal voordeel genieten met obligaties’

Vorig jaar was een annus horribilis voor obligatiebeleggers. Niet enkel gingen zelfs de meest kwaliteitsvolle obligaties de dieperik in, daarbovenop kwam ook nog eens de torenhoge inflatie. Mensen met alleen maar spaargeld moesten enkel de inflatie ondergaan, maar obligatiebeleggers moesten daarbovenop ook nog eens serieuze koers- en waardeverliezen incasseren. Zij verarmden dus niet enkel in termen van koopkracht, maar ook nominaal.

De grote boosdoener was de stijgende rente. Iedereen dacht dat rente enkel nog zou dalen. Zeker toen de markten nog niet zo lang geleden de rente zelfs onder nul duwden, dachten velen dat de rente nog verder zou afglijden.

Maar sinds dat dieptepunt is de rente aan een stevige remonte bezig. Om het inflatiespook terug in de fles te krijgen, verhogen de centrale banken wereldwijd de rente. Omdat de marktrente zo stijgt, daalt de waarde van de obligaties die geen hogere marktconforme rente opleveren. De meeste obligaties staan dan ook onder water, of onder pari in financieel jargon. Dat betekent dat je als belegger minder voor een obligatie moet betalen dan je op de eindvervaldag door de uitgever ervan wordt terugbetaald.

Voor obligatiebeleggers die door het jaar na jaar dalen van de rente gewoon waren geworden aan obligaties die boven pari noteerden, was het een bruusk ontwaken. Plots waren het de meest defensieve portefeuilles die het meeste bloedden. Het was uiterst vervelend om uit te leggen aan een belegger die 2 procent per jaar rendement haalt, dat zijn rendement van de laatste tien jaar in één klap was weggevaagd. Fiscaal zijn die obligatiebeleggers ook niet te benijden. Ondanks het feit dat ze meer betaalden voor een obligatie, is de coupon die ze er jaarlijks voor ontvangen volledig belast, terwijl kosten en minwaarden op obligaties niet fiscaal aftrekbaar zijn. Dat betekent gewoon 30 procent roerende voorheffing vanaf de eerste euro rente.

Anderzijds lijkt het wel een goede zaak dat geld niet langer gratis is. Beleggers krijgen daardoor eindelijk een normalere vergoeding voor hun geld. Maar we zijn er nog niet helemaal. De marktrentes noteren immers nog altijd onder het niveau van de inflatie.

Als je vandaag een obligatie koopt die onder pari noteert, dan is de meerwaarde bij de verkoop of op de eindvervaldag onbelast

Los van de gestegen brutorendementen hebben obligatiebeleggers ook fiscaal de wind in de zeilen. Als je vandaag een obligatie of een kasbon koopt die onder pari noteert, dan is de meerwaarde bij de verkoop of op de eindvervaldag onbelast. Stel, je tikt een obligatie van 100 euro met een jaarlijkse coupon van 1 procent op de kop voor 90 euro. Welnu, dan wordt enkel de jaarlijkse coupon van 1 procent belast tegen 30 procent roerende voorheffing. Wanneer je op de vervaldag 100 euro krijgt, dan is die 10 euro meerwaarde onbelast!

Tegen dat voordeel kan zelfs het fiscaal bevoordeeld spaarboekje niet op. Voor spaarboekjes is het jaarlijks fiscaal vrijgesteld bedrag begrensd tot 980 euro. Boven de vrijgestelde som is de intrest belast tegen een voordeeltarief van 15 procent in plaats van de gewone 30 procent.

Los van de uitkomst van het partijtje armworstelen tussen de politiek en de banken om de rente op de spaarboekjes te verhogen, ben je vandaag nog altijd beter af met een in tijden van nul- of zelfs negatieve rente uitgegeven obligatie of een kasbon. Niet enkel is het brutorendement vaak een veelvoud van wat een spaarboekje oplevert. Bovendien is een groot deel van het rendement gewoon niet belast. Voor de tijd dat het duurt kunnen beleggers daar hun voordeel uit halen. Het zijn zotten die sparen!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content