Berekening zorgbudget anders voor wie woning verkoopt dan voor wie verhuurt
Een oudere die zijn huis heeft verkocht, heeft amper recht op overheidssteun om zijn rusthuisfactuur te helpen betalen. Wie zijn huis houdt en dat verhuurt, kan wél aankloppen bij de overheid om via het zorgbudget steun te krijgen. Dat schrijft Het Nieuwsblad maandag.
‘Een van de middelen om de rusthuisfactuur draaglijker te maken, is via het ziekenfonds, de gemeente of het OCMW een zorgbudget aanvragen’, legt Joris Moonens van het Agentschap Zorg & Gezondheid uit. Die tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden is een budget van maximaal 583 euro per maand voor 65-plussers met een beperkt inkomen en gezondheidsproblemen. ‘De grootte van het bedrag is afhankelijk van de zorgzwaarte en de financiële middelen van de oudere.’
En daar wringt het schoentje, schrijft Het Nieuwsblad. De wet bepaalt dat huurinkomsten niet meetellen in de afrekening, terwijl een spaarpotje – bijvoorbeeld na de verkoop van een huis – wel voor een stuk in rekening wordt gebracht.
Zes procent van de verkoopsom wordt aangerekend als inkomsten die worden afgetrokken van het zorgbudget. Concreet: wie zijn huis verkoopt voor 200.000 euro zal geen overheidssteun krijgen vooraleer 12.000 euro opgesoupeerd is. Wie zijn huis niet verkoopt, maar verhuurt, kan wel aankloppen voor steun via een zorgbudget. De huurinkomsten van een woning met een kadastraal inkomen onder 1.500 euro tellen immers niet mee voor de berekening van het zorgbudget. Alleen: weinig huizen in Vlaanderen hebben een KI dat zo hoog is.
Minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) geeft toe dat er iets schort met de berekening en ‘staat achter het idee om dit te bekijken’. Toch wil hij het principe niet zomaar aanpassen. ‘Het is niet onlogisch dat er een verschil is tussen verhuur en verkoop. Alleen is dat verschil nu sterk in het nadeel van wie het huis verkoopt.’ Vooraleer het systeem wordt aangepast, wil hij rekening houden ‘met álle factoren die een invloed hebben op de samenstelling van het zorgbudget’.