Geen genade voor Spanje. Beleggers eisen een rendement van ruim 7 procent om hun geld in tienjarig staatspapier te investeren.
De eurotop van eind juni, toen de leiders van de zeventien eurolanden maatregelen hebben aangekondigd om Italië en Spanje van de ondergang te redden, lijkt op maandag 9 juli al een eeuwigheid geleden.
Het vertrouwen in Spanje en zijn bankensector is ver te zoeken, nu de rente op Spaanse obligaties met een looptijd van tien jaar voor het eerst sinds 19 juni door de grens van 7 procent breekt. Spanje moet maandag meer bepaald 7,10 procent rente garanderen tegenover 6,954 procent bij sluiting vrijdag.
7 procent is de kritieke grens waarna Griekenland, Ierland en Portugal eerder al gedwongen werden internationale hulp aan te vragen. Maar zelfs vanaf 6 procent wordt het voor een land zo goed als onmogelijk om zijn schulden af te lossen.
Duitsland daarentegen is er als sterkhouder van de eurozone maandag in geslaagd met een negatieve rente 3,29 miljard euro op te halen via staatsobligaties met een looptijd van zes maanden. Duitsland kreeg het papier probleemloos geveild, en moest daar zelfs geen rente op betalen. Integendeel, beleggers waren maandag zelfs bereid te betalen om te beleggen in de ‘veilige Duitse haven’. Daardoor zakte de rente tot -0,0344 procent, een nieuw laagterecord. (Belga/BO)
