Te warm om te werken? Reken er niet te snel op

Veel werknemers vragen zich af wanneer het eigenlijk te warm wordt om te werken? In België is de kans klein dat je naar huis mag wanneer de temperaturen je boven het hoofd stijgen.

Wie het in een broeierige werkomgeving zonder airco moet stellen, vraagt zich allicht af wanneer de werkgever mag beslissen dat het te warm is om te werken? Een blik op een gewone thermometer om de grens te bepalen volstaat niet, zo blijkt.

Analyse

Marijke Coussement, legal advisor bij hr-dienstenleverancier Partena, merkt op dat de werkgever eerst een risicoanalyse van de thermische omstandigheden op de werkvloer moet uitvoeren. “Die analyse houdt rekening met zaken als de luchttemperatuur, de relatieve luchtvochtigheid en de luchtstroomsnelheid. Op basis van die risicoanalyse moet er een actieplan worden opgesteld met een reeks maatregelen die van kracht worden bij extreme hitte: koude drankjes uitdelen bijvoorbeeld, maar ook technische maatregelen zoals een luchtbevochtiger plaatsen of beschermende kledij ter beschikking stellen. Ook dankzij creatievere maatregelen – personeel trakteren op een ijsje bijvoorbeeld – kunnen de werknemers de hitte even doen vergeten.”

Maar het personeel zomaar naar huis sturen? Neen, dat kan niet. De regels over het werken bij hoge omgevingstemperaturen zitten namelijk vervat in de Welzijnscodex. De welzijnswetgeving legt de nadruk op preventie, aldus hr-dienstverlener SD Worx.

Thermometer

Volgens de richtlijnen van de Federale Overheidsdienst moet de temperatuur gemeten worden met een zogenaamde “vochtige globethermometer”. Die thermometer houdt ook rekening met de luchtvochtigheid en met de stralingstemperatuur van voorwerpen in de omgeving. In de meeste gevallen valt het resultaat daarvan lager uit dan de temperatuur die met een gewone thermometer vastgesteld wordt.

Als het echt warm wordt, moet overigens eerst de arbeidsgeneesheer langskomen die dan de luchtsnelheid en de luchtvochtigheid met de daartoe uitgeruste apparatuur meet. De arbeidsgeneesheer stelt vervolgens vast hoeveel fysieke inspanning een bepaald soort werk vraagt. Dat is niet altijd eenvoudig te bepalen, maar ter illustratie enkele voorbeelden: secretariaatswerk (zeer licht), handenarbeid aan een tafel (licht), staande arbeid (halfzwaar), grondwerken (zeer zwaar). Als de maximumtemperatuur overschreden wordt, krijgt de werkgever acht uur de tijd om extra ventilatie of airco te regelen. Ook het werkritme wordt in dat geval aangepast. Stel, 45 minuten werken en een kwartier pauze, of een halfuur werken en een halfuur pauze als het nog warmer wordt. Zwangere werkneemsters worden extra beschermd.

WBGT-index

Concreet moeten de maatregelen van het actieplan worden toegepast wanneer de drempelwaarde van de WBGT-index (Wet Bulb Globe Temperature) wordt overschreden. Die drempelwaarde hangt af van de fysieke werkbelasting: maximale waarde van 29 bij zeer lichte (een kantoorbaan) of lichte fysieke werkbelasting (zittende handenarbeid); maximale waarde van 26 bij middelmatige fysieke werkbelasting (staande arbeid); maximale waarde van 22 bij zware fysieke werkbelasting (staande arbeid met veel verplaatsingen en tillen) en maximale waarde van 18 bij zeer zware fysieke werkbelasting.

Maar nogmaals, die WBGT-waarden stemmen niet overeen met de graden celsius op een gewone thermometer. Wie de WBGT-waarden wil omrekenen door een gewone thermometer in combinatie met een vochtigheidsmeter kan dat via deze tabel van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenhied, Arbeid en Sociaal Overleg

(BO/MC/DS)