Cijfers van de federale overheidsdienst RVA leren dat de helft van de 8000 werkloze jongeren die vorig jaar hun wachtuitkering verloren, binnen de zes maanden werk hebben gevonden. Maar met welk diploma raak je het snelst aan de slag?
De toekomst ziet er rooskleuriger dan vroeger uit voor schoolverlaters. Door de verbeterde conjunctuur hebben ze meer kans om werk te vinden dan voorheen. Uit het jaarverslag van de RVA over 2016 blijkt dat 38.527 schoolverlaters vorig jaar een gewone werkloosheidsuitkering kregen. Dat waren er 5759 minder dan in 2015 en zelfs 15.917 minder dan twee jaar geleden, schrijft De Standaard. Daarnaast kregen 17.967 jongeren vorig jaar voor het eerst een speciale inschakelingsuitkering (de vroegere wachtuitkering). Dat waren er 4546 minder dan in 2015 en 16.208 minder dan in het piekjaar 2013.
De RVA laat in de krant eveneens weten dat 53 procent van de 7986 jongeren die in de loop van 2016 hun recht op zo’n inschakelingsuitkering hebben verloren, een baan hebben gevonden in de daaropvolgende zes maanden. 40 procent was na dat halfjaar nog altijd aan het werk. Dat zo veel jongeren in 2016 hun inschakelingsuitkering hebben verloren, is het gevolg van de strengere aanpak de regering-Di Rupo heeft ingevoerd.
Het juiste diploma
Dat jongeren gemakkelijker aan de slag raken, is goed nieuws. Maar met welk diploma vergroot je je kansen op de arbeidsmarkt? Een eerder onderzoek van VDAB in 2016 toonde aan dat jongeren met een masterdiploma de beste kansen op een baan hebben. Voor dat onderzoek keek VDAB naar de status van de 71.518 jongeren die in 2014 hun schoolcarrière beëindigden.
Slechts één op de twintig jongeren met een masterdiploma was een jaar nadat hij zijn diploma had behaald, nog op zoek naar werk. Maar niet elk masterdiploma biedt evenveel perspectieven. Wie bijvoorbeeld een master in de geschiedenis heeft, vindt minder snel werk dan wie bijvoorbeeld een masterdiploma in de geneeskunde op zak heeft. Van die laatste groep is 0,2 procent van de schoolverlaters na een jaar nog op zoek naar werk. Bij de groep die een diploma geschiedenis heeft, is dat 13,8 procent.
Masterdiploma basisonderwijs
In haar advies over een toekomstplan voor het basisonderwijs van 8 maart pleit de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) voor een specifieke masteropleiding voor het basisonderwijs. “De Vlor roept de overheid op om versneld werk te maken van het onderzoek naar de opportuniteit en de meerwaarde daarvan. Het Christelijk Onderwijzersverbond (COV), de grootste vakbond voor het basisonderwijs, en Katholiek Onderwijs Vlaanderen, de netwerkorganisatie van katholieke besturen en hun scholen, hebben dat onderzoek niet afgewacht. De afgelopen maanden werkten ze samen een voorstel uit voor een nieuwe masteropleiding basisonderwijs”, lieten COV en Katholiek Onderwijs Vlaanderen vrijdag samen weten.
Beide organisaties hebben het profiel voor een nieuwe masteropleiding basisonderwijs goedgekeurd en vragen samen aan de Vlaamse regering om de inzet van masters in het basisonderwijs mogelijk te maken en de opleiding te voorzien.
Ook wie een professionele bachelor heeft, vindt snel werk. 5,5 procent van wie in 2014 zo’n diploma behaalde, was na een jaar nog werkzoekend. Een professionele bachelor in de gezondheidszorg biedt de beste vooruitzichten. Een jaar na het behalen van dat diploma is slechts 2,2 procent van de afgestudeerden nog werkloos. Dat staat in contrast met wie een diploma in de richting muziek of podiumkunsten heeft. Daar klokt dat cijfer af op 32,7 procent.
Minder goed nieuws is er voor afgestudeerden met een academische bachelor. 11,2 procent van wie in 2014 zo’n diploma heeft behaald, was na een jaar nog op zoek naar werk. 33,3 procent van wie een academische bachelor farmaceutica heeft, heeft na een jaar nog geen baan. Bij dat cijfer moeten we wel een kanttekening maken: in 2014 waren er maar zes schoolverlaters met zo’n diploma. Daarvan raakten er twee niet aan de slag. Wie in 2014 een diploma biotechniek haalde, had na een jaar gegarandeerd werk (100%).
Wie niet voortstudeert na zijn middelbare studie, vindt veel moeilijker werk. 12,7 procent van wie in 2014 naar werk begon te zoeken met uitsluitend een aso-diploma, was na een jaar nog werkloos. Bij de schoolverlaters met een bso-diploma liep dat percentage op tot 13,5 procent. Afgestudeerden met een tso-diploma maken de meeste kans op een baan: 12,2 procent vond na een jaar nog geen werk. Dat cijfer loopt op tot 18,8 procent bij de schoolverlaters met een secundair onderwijs kunstdiploma.
