Meer dan één op de tien werknemers wil op korte termijn veranderen van job

© belga

Vooral prille dertigers (30-34 jaar) en hooggeschoolden dromen ervan om andere horizonten op te zoeken.

Meer dan één op de tien werknemers (11 procent) is van plan om op korte termijn van job te veranderen. Een jaar geleden was dat nog 9 procent. Dat blijkt uit de jaarlijkse studie van Securex over het personeelsverloop op de Belgische arbeidsmarkt in 2016. Op lange termijn wil zelfs één op de vijf werknemers (20 procent) zijn job inwisselen voor een andere, een stijging van 5 procent ten opzichte van een jaar geleden.

De intentie om van werkgever te veranderen staat niet noodzakelijk gelijk aan effectief de stap ook zetten”

Vooral prille dertigers (30-34 jaar) dromen ervan om andere horizonten op te zoeken: 23 procent van hen overweegt om op korte termijn een andere werkgever te zoeken, op lange termijn is dat het geval voor 26 procent. Daarnaast overwegen ook meer hooggeschoolden dan kortgeschoolden op korte termijn een overstap (respectievelijk 13,5 en 8,9 procent).

“De intentie om van werkgever te veranderen staat niet noodzakelijk gelijk aan effectief de stap ook zetten. Vaak ontbreekt de nodige veerkracht”, nuanceert HR research expert Emely Theerlynck. “Werknemers schatten de kansen op het vinden van een gelijkaardige job (…) eerder laag in. Loopbaanbegeleiding kan een krachtig instrument zijn om werknemers hierin te begeleiden.”

Loyaliteit

Van een verloopintentie was in 2016 inderdaad nog weinig te merken. Werkgevers en werknemers bleven elkaar opmerkelijk trouw. Zo moest slechts 4 procent van de werknemers met een vast contract zijn werkgever verlaten en trok slechts 5 procent op eigen initiatief de deur van zijn bedrijf definitief dicht.

Meer beweging was er in de tijdelijke contracten: 9 procent van alle werknemers zag dat contract in 2016 aflopen. De stijging van het aantal contractbeëindigingen heeft vooral te maken met het feit dat er in de voorbije jaren ook meer tijdelijke contracten werden afgesloten. Uit het onderzoek blijkt evenwel niet of de werknemers na het aflopen van hun tijdelijk contract een nieuw tijdelijk of vast contract kregen, dan wel of de samenwerking stopgezet werd.

Dat er in 2016 weinig beweging was op de Belgische arbeidsmarkt neemt niet weg dat de onzekerheid over de toekomst bij de werknemers groeit: 30 procent van de ondervraagden is bang zijn job te verliezen, tegenover 20 procent in 2013. Vooral bij werknemers tussen de 25 en 29 jaar leeft die vrees (37 procent). En niet onterecht: volgens Theerlynck blijkt uit de objectieve cijfers dat 25-29-jarigen daadwerkelijk een hoger onvrijwillig verloop hebben dan oudere werknemers. Nagenoeg 20 procent moest zijn werkgever verlaten of had een contract dat afliep, tegenover 13 procent gemiddeld.

De conclusies van het onderzoek over het personeelsverloop in 2016 zijn gebaseerd op een steekproef van 92.016 Belgische werknemers uit de privésector. Voor de gegevens over de verloopintentie werden in januari 2017 ruim 1.500 werknemers bevraagd.

Partner Content