Familierechtbank stuurt voortaan oproepingsbrief op kindermaat
Kinderen ouder dan twaalf zullen voortaan een meer toegankelijke oproepingsbrief krijgen om gehoord te worden in de familierechtbank. Het koninklijk besluit met de nieuwe tekst treedt op 1 juni in werking, zo kondigde Justitieminister Koen Geens (CD&V) in de Kamer aan na vragen van Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld) en Goedele Uyttersprot (N-VA).
Sinds 1 september 2014 hebben kinderen het recht om door de rechter gehoord te worden in zaken die hem of haar aanbelangen. Denk aan de verblijfsregeling of het ouderlijk gezag. De Orde van Vlaamse Balies trok destijds al aan de alarmbel over het te moeilijke taalgebruik in de informatiebrief, vrezend dat die zelfs tot minder inspraak zou kunnen leiden.
Nu komt er dus de brief op kindermaat. Eén van de modellen in het KB van Geens start als volgt: “Ik schrijf je deze brief omdat ik binnenkort een beslissing moet nemen in een zaak over […]. Ik moet beslissingen nemen in deze rechtszaak die niet alleen een invloed hebben op jouw ouders, of andere mensen, maar ook op jou. Daarom wil ik ook graag jouw verhaal horen. Zo weet ik wat jullie belangrijk vinden. Als jij ook zo’n gesprek met mij wil, ben je welkom voor een gesprek.”
Toegankelijker
Justitie moet dicht bij de mensen staan. Informatie op maat van de betrokkene helpt daarbij”
De nieuwe brief leest heel wat toegankelijker dan de huidige. Die begon als volgt: “De familierechtbank dient een oplossing te vinden voor een probleem dat je rechtstreeks aanbelangt. Daarbij zal de rechter dienen te beslissen […]. Om ervoor te zorgen dat de beslissing zoveel mogelijk rekening houdt met jouw belangen, heb je volgens de wet het recht om te worden gehoord door de rechter die de beslissing zal nemen.
Verderop geeft de nieuwe brief nog aan dat het gesprek op “een rustige plek” zal gebeuren en niet in een grote rechtszaal. “Ik bezorg je ook een briefje voor jouw school om te zeggen dat je afwezig zal zijn, klinkt het voorts. Of nog: “Let op: ik beslis wat er gaat gebeuren. Ik hou rekening met jouw verhaal en jouw mening, maar ook met andere dingen (vb. wat zegt de wet, wat jouw ouders belangrijk vinden, …). Hierdoor kan het zijn dat mijn beslissing niet hetzelfde is als wat jij me vertelde.”
Minister van Justitie Geens onderstreept het belang van de toegankelijke brief. “Het is niet makkelijk om als minderjarigen te getuigen in een rechtszaak. Om hen voldoende informatie te geven en te begeleiden voor en na het gesprek hebben we geprobeerd een brief op te stellen die voor iedereen verstaanbaar is”, klinkt het. “Justitie moet dicht bij de mensen staan. Informatie op maat van de betrokkene helpt daarbij.”
Goedgekeurd door jongeren
De brief werd afgetoetst en goedgekeurd door jongeren. Het Kinderrechtencommissariaat deed voor deze oefening een beroep op Vormen vzw. Zij ondervroegen 22 Vlaamse jongeren, verduidelijkt Geens, die nog meegeeft dat in Vlaanderen vorig jaar 3.953 minderjarigen zijn opgeroepen.
Kamerleden Uyttersprot en Lahaye-Battheu zijn tevreden met de ‘make-over’. Al was het volgens hen misschien nog beter geweest als ook de antwoordmogelijkheid werd aangepakt. Op de suggestie dat de jongere alleen iets zou moeten laten weten als hij of zij niet gehoord wil worden, werd echter niet ingegaan, besluiten ze.