Prijszetters aan de macht: vooruitblik op het vierde beurskwartaal
In het derde kwartaal overheerste onzekerheid op de beurzen. Het laatste kwartaal biedt meer van hetzelfde. De boosdoeners zijn een stokkende groei, een stijgende inflatie en aanvoerproblemen. De beleggers zullen het niet moeten hebben van een algemeen marktrendement maar van bedrijven die zich in die onzekerheid staande houden.
Deze week worden enkele relevante economische indicatoren bekendgemaakt. Zo krijgen we vandaag cijfers over de economisch groei in China. Wellicht tonen die een groeivertraging in vergelijking met de voorgaande kwartalen. In China herstelde de economie sneller dan in de rest van de wereld van de coronacrisis, maar tussen het eerste en het tweede kwartaal vertraagde de economie er. Dat kan een voorbode zijn van wat de rest van de economische machtsblokken de komende maanden te wachten staat. Let wel, een groeivertraging is geen krimp. De economie groeit nog, alleen trager dan voordien.
Op woensdag krijgen we de Europese inflatiecijfers van september. Die zijn de jongste maanden gestegen van 2 naar 3 procent, wat aanzienlijk is in zo’n korte tijd. De Europese Centrale Bank loopt er nog niet door op de toppen van haar tenen, maar ze zal haar opkoopprogramma van obligaties de komende maanden wel al terugschroeven.
Andere centrale banken wereldwijd zitten ook gekneld tussen het verkrappingsaambeeld en de inflatiehamer. Als ze niet tijdig hun opkoopprogramma’s terugschroeven en de rentes optrekken, of op zijn minst zeggen dat ze eraan denken dat te doen, dreigt de inflatieopstoot te krachtig te worden. Maar doen ze dat te snel, dan dreigen ze de economische heropleving in de kiem te smoren.
Voor de ene centrale bank is dat probleem al prangender dan voor de andere. De Bank of England zal wellicht dit jaar nog haar rente opkrikken, omdat de inflatie in het Verenigd Koninkrijk zo fel stijgt. Enkele maanden geleden was de verwachting nog dat ze dat pas midden 2022 zou doen. In de Verenigde Staten hint de Fed al enkele weken op een afbouw van zijn obligatieaankopen. Die blijvende onzekerheid over de verkrapping van het monetair beleid wereldwijd heeft het afgelopen kwartaal veel schommelingen op financiële markten veroorzaakt, en dat zal het komende kwartaal niet anders zijn.
Aan het einde van de week komt er een rist productiecijfers – de zogenoemde PMI-cijfers – van de belangrijkste economische machtsblokken, zoals de eurozone en de VS. Het is vooral uitkijken naar hoe het gesteld is met de wereldwijde aanvoerketens en de tekorten aan grondstoffen en basismaterialen. Die twee zaken zetten sinds het einde van het tweede kwartaal een rem op de economische bedrijvigheid.
Hogere kosten onvermijdbaar
De economische groei, de inflatie en de tekorten en aanvoerproblemen zullen in het laatste kwartaal bepalend zijn voor de economie en de financiële markten. Het wordt de komende weken uitkijken wat de beursbedrijven daarover melden in de besprekingen van hun recentste kwartaalcijfers. Het resultatenseizoen trekt zich deze week volop op gang.
De beurzen tonen nog altijd ongezien hoge waarderingen. De bedrijven tekenen kwartaal na kwartaal recordwinstmarges op. Maar tegelijk kampen ze almaar meer met ontploffende energieprijzen, problemen in hun aanvoerketens en krapte op de arbeidsmarkt, allemaal zaken die de kosten opdrijven. Vooral bedrijven met veel fysieke activa dreigen daaronder te lijden. De winstmarges komen almaar meer onder druk. Als die trend doorzet, kan dat dé grote verrassing van het lopende resultatenseizoen zijn.
Historisch hoge waarderingen en winstmarges maken aandelen vatbaar voor een correctie. Tegelijkertijd zijn er voor beleggers nog altijd heel weinig alternatieven om rendement mee te halen.
Het is nog heel pril, maar van de S&P500-bedrijven die al gerapporteerd hebben, zegt een grote meerderheid (71%) dat de knelpunten in de aanvoerketens en hogere kosten wegen op hun resultaten.
Ondanks die tegenwind verwachten de analisten wel nog winst- en omzetgroei van beursgenoteerde bedrijven tegenover dezelfde periode vorig jaar, zij in een lager tempo dan in de voorgaande kwartalen. Hoe sterk die winstgroei vertraagt, zal afhangen van hoezeer de bedrijven lijden onder de tekorten en de logistieke problemen, en van hun vermogen om hun kosten door te rekenen aan hun klanten.
Prijszettingsmacht
Om daar als belegger bestand tegen te zijn, moet je het hebben van bedrijven en sectoren met prijszettingsmacht of pricing power. In Europa hebben de farmasector, de luchtvaart, de IT en de consumentenelektronica die het meest, zo wijst dit onderzoek uit. De textiel-, de telecom- en de horecasector slagen er het minst goed in hogere kosten door te rekenen.
Die prijszettingsmacht is volgens de superbelegger Warren Buffett het belangrijkste criterium voor zijn beleggingen. Getuige daarvan zijn posities in Coca-Cola, Apple en See’s Candies. “Als je prijzen kunt verhogen zonder omzet te verliezen aan een concurrent, dan heb je een goed bedrijf. Als je elke keer een gebedje moet opzeggen als je je prijzen met 10 procent verhoogt, heb je een slecht bedrijf”, stelt Buffett.
Drie zaken bepalen de prijszettingsmacht van bedrijven. Het eerste is de schaarste van de goederen en diensten die ze produceren of leveren. Momenteel hebben gasbedrijven omwille van het gastekort veel macht om de gasprijs te bepalen. Dat is eerder cyclische pricing power.
Ten tweede staan bedrijven met een monopolie of bijna-monopolie zeer sterk. Denk aan een farmabedrijf dat als enige een uniek gepatenteerd middel heeft tegen een bepaalde aandoening.
Ten slotte zijn de merkenbekendheid en de loyaliteit van de klanten belangrijke troeven waarmee bedrijven hun prijzen zo hoog mogelijk weten te houden. Voorbeelden zijn luxemerken die begeerd zijn, zoals Burberry of de merken van de luxegroep LVMH, en gevestigde merken in allerlei sectoren, zoals Nike, adidas, Apple of Crocs.
Een eenvoudig criterium om de prijszettingsmacht van een bedrijf in te schatten, is de brutomarge (omzet min productiekosten). Als die marge door de jaren heen stijgt, of tijdens periodes van inflatie stabiel blijft, heeft een bedrijf pricing power. Daarnaast geldt ook dat hoe stabieler alle andere winstmarges zijn, hoe steviger een bedrijf in zijn schoenen staat om zijn verkoopprijzen zelf te bepalen en zo nodig te verhogen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier