Sparen voor pensioen als zelfstandige of vrije beroeper: wat zijn de mogelijkheden?
Fiscaalvriendelijk sparen voor uw oude dag kan zowel privé als in de professionele context. Door meerdere formules te combineren, kunt u het belastingvoordeel optimaliseren. Hoe doet u dat zo verstandig mogelijk?
We wezen u onlangs al op de aandachtspunten bij individueel pensioensparen. Omdat uw wettelijke pensioen naar alle waarschijnlijkheid niet zal volstaan voor een onbezorgde oude dag, doet u er goed aan tijdens uw loopbaan een extra spaarpotje op te bouwen. Er bestaan verschillende pensioenspaarformules die u in één moeite ook een jaarlijks belastingvoordeel opleveren. Dat kan zowel privé als in een professionele context.
Met het individuele pensioensparen kunt u jaar na jaar een stukje extralegaal pensioen opbouwen. Dat kan bijvoorbeeld met:
– een pensioenspaarverzekering die u een gegarandeerd rendement, kapitaalgarantie en een eventuele deelneming in de winst van de verzekeraar biedt,
– een pensioenspaarfonds waarmee u onrechtstreeks op de beurs in aandelen en/of obligaties belegt. Dat houdt meer risico’s in, maar daarmee mikt u wel op een hogere return op de lange termijn.
Een pensioenspaarverzekering of pensioenspaarfonds brengt u elk jaar een fiscaal voordeel op in de vorm van een belastingvermindering. Hoeveel dat voordeel precies bedraagt, hangt af van het gestorte bedrag:
– 30 procent (exclusief gemeentebelasting) voor een storting van maximaal 990 euro (alle vermelde limieten gelden voor het inkomstenjaar 2022 en dus het aanslagjaar 2023), of
– 25 procent voor een jaarlijks premiebedrag tot hoogstens 1.270 euro.
Deze formule kunt u nog verder aanvullen met langetermijnsparen. Dat gebeurt via een levensverzekeringscontract waarbij u eveneens de keuze krijgt tussen een veilige spaarformule en een meer dynamische belegging. In het inkomstenjaar 2022 kunt u daarmee bijkomend tot 2.350 euro fiscaalvriendelijk sparen. Hoeveel u effectief mag storten, hangt af van uw situatie en uw beroepsinkomen.
De stortingen zijn (in tegenstelling tot bij pensioensparen) onderworpen aan een premietaks van 2 procent. Ze leveren u jaarlijks een vermindering van 30 procent (plus gemeentebelasting) in uw personenbelasting op. Het opgebouwde kapitaal wordt op uw 60ste of op de 10de verjaardag van het contract (indien afgesloten na 55 jaar) belast tegen 10 procent. Net zoals bij pensioensparen blijven de stortingen die u daarna nog doet (tot aan uw 65ste) u een fiscaal voordeel opleveren, terwijl daarop dan geen belasting meer verschuldigd is.
Extralegaal pensioensparen kan ook in een professionele context (de zogenaamde tweede pijler). Loontrekkenden kunnen vaak terugvallen op een groepsverzekering, waarmee hun werkgever via een periodieke premiebetaling een pensioenkapitaal voor hen opbouwt. Biedt hij die mogelijkheid niet, dan kunnen werknemers uit de privésector en contractuele ambtenaren ook zelf een Vrij Aanvullend Pensioen voor Werknemers (VAPW) opbouwen.
Bent u zelfstandige of vrije beroeper, dan bestaan er ook voor u mogelijkheden om een extralegaal pensioen op te bouwen in uw beroepsactiviteit. Hieronder vindt u een overzicht.
1 Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ)
In de tweede pensioenpijler kunt u het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ) overwegen. U stort dan premies in een tak21-spaarverzekering. U geniet een gewaarborgd rendement dat bij gunstige markt- omstandigheden aangevuld kan worden met een winstdeelname van de verzekeraar. Uw opgebouwde pensioenkapitaal is bovendien beschermd.
De VAPZ-formule laat u jaarlijks tot 8,17 procent van uw beroepsinkomen van drie jaar geleden in de spaarverzekering storten, voor zover u (voor inkomstenjaar 2022) het plafond van 3.447,62 euro niet overschrijdt. Hebt u een vennootschap, dan kan die de premies voor u als privépersoon betalen. De stortingen zijn niet onderworpen aan een premietaks.
Het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen levert u een dubbel voordeel op. De gestorte premies kunt u volledig fiscaal aftrekken van uw beroepsinkomsten. Dat levert u enerzijds een belastingvermindering op in de hoogste schijf (tot 50%) van uw personenbelasting, en zorgt er anderzijds voor dat u minder sociale bijdragen dient te betalen.
Het bij elkaar gespaarde pensioenkapitaal krijgt u privé uitgekeerd op het moment van uw pensionering. Afhankelijk van uw pensioenleeftijd moet u – na aftrek van een solidariteits- en Riziv-bijdrage (samen maximaal 5,55%) – wel nog gedurende tien of dertien jaar tussen 3,5 en 5 procent van het uitbetaalde eindkapitaal in uw personenbelasting aangeven.
2 Sociaal Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (SVAPZ)
Naast het klassieke VAPZ is er ook het sociaal VAPZ. Die formule voorziet in een extra bescherming bij arbeidsongeschiktheid, moederschapsrust, ernstige ziekte of overlijden. 10 procent van de betaalde premies dient voor de financiering van deze waarborgen, de overige 90 procent gaat naar de opbouw van uw extralegaal pensioenkapitaal.
Het sociaal VAPZ laat u jaarlijks tot 9,40 procent (in plaats van 8,17 procent bij een gewoon VAPZ) van uw beroepsinkomen van drie jaar geleden in de daaraan gekoppelde spaarverzekering storten. De maximale jaarpremie voor inkomstenjaar 2022 bedraagt 3.966,67 euro.
3 Individuele Pensioentoezegging (IPT)
Hebt u als zelfstandige of vrije beroeper een vennootschap, dan kunt u daarbinnen ook nog eens een aanvullend pensioenkapitaal opbouwen via de Individuele Pensioentoezegging (IPT). Doorgaans gebeurt dat met een veilige tak 21-levensverzekering, maar het kan in principe ook met een meer dynamische tak23 of een combinatie van beide.
Een jaarmaximum voor de stortingen is er niet, maar om de fiscale aftrekbaarheid te kunnen genieten, dient u de zogeheten 80 procentregel te respecteren. Die houdt in dat uw wettelijk en aanvullend pensioen samen niet hoger mogen liggen dan 80 procent van het laatste brutoloon tijdens uw actieve loopbaan. De regelgeving daaromtrent is dit jaar gewijzigd, dus laat u daarin goed begeleiden.
De premies die uw vennootschap betaalt voor uw Individuele Pensioentoezegging zijn fiscaal aftrekbaar als beroepskosten en laten zo de vennootschapsbelasting afnemen. Op elke premiestorting is wel een belasting van 4,4 procent verschuldigd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier