Onze tips om zelf voor je pensioen te zorgen
We zullen met zijn allen langer moeten werken. Vraag is echter of de wettelijke pensioenen betaalbaar zullen blijven. De huidige wettelijke pensioenen zullen voor zelfstandigen en werknemers sowieso te laag zijn om hun levensstandaard te behouden eenmaal ze met pensioen zijn. Hoe pas je daar een mouw aan?
Je doet er goed aan om zelf je wettelijk pensioen aan te vullen. Dit geldt zeker voor zelfstandigen die de laagste wettelijke pensioenen hebben. Maar ook werknemers hebben er meer dan ooit belang bij om een pensioenspaarpotje aan te leggen.
De drie pensioenpijlers
Traditioneel maakt men een onderscheid tussen drie pensioenpijlers. De eerste pijler is het wettelijk pensioen dat je krijgt op basis van geleverde arbeidsprestaties. De tweede pensioenpijler bestaat uit de groepsverzekering en het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ). Een groepsverzekering is zowel mogelijk voor werknemers als zelfstandigen die in een vennootschap zitten. Het VAPZ is enkel mogelijk voor zelfstandigen en niet voor werknemers.
De groepsverzekering is een heel interessante aanvulling voor werknemers, maar je kiest er niet zelf voor. Het is immers je werkgever die beslist om voor zijn personeel een groepsverzekering te nemen. De derde pijler bestaat uit een pensioenspaarverzekering of pensioenspaarfonds (maximum 940 euro per jaar) en de fiscale tak 21 of ook wel langetermijnsparen of fiscale levensverzekering genoemd (maximum 2260 euro per jaar).
Kies voor aanvullingen met een fiscaal voordeel
Het is interessant om eerst en vooral te kiezen voor een aanvulling die je een fiscaal voordeel oplevert. Een zelfstandige kiest best eerst voor het VAPZ omdat dit de hoogste fiscale aftrek oplevert. Een werknemer gaat best eerst voor het pensioensparen dat je een voordeel van 30 procent van de gestorte premie oplevert.
Hoe vlugger je begint, hoe groter je opbrengst zal zijn. Kies in de tweede plaats voor de fiscale levensverzekering eventueel in combinatie met het fiscaal pensioensparen. Let wel, zolang je een woonlening terugbetaalt, zal er geen plaats zijn voor de aftrek van de premies van een levensverzekering. Enkel wanneer je woonlening (bijna) is terugbetaald, krijg je een voordeel van 30 procent van de betaalde premies.
Vergeet de vierde pijler niet
De vierde pijler is eigenlijk een woord dat uitgevonden is door banken en verzekeringen. Het gaat om tal van spaar- en beleggingsproducten die zij verkopen en waarvoor er geen fiscale aftrek is (ook geen belasting op het einde).
Heel dikwijls gaat het hierbij om een soort maandelijks spaarplan waarbij je telkens een stuk van een fonds koopt. Aangezien je geen fiscale aftrek geniet is dit pas interessant als alle fiscale formules zijn opgebruikt.
Vergeet tenslotte ook niet de beleggingen in vastgoed. Een eigen woning is een grote zekerheid als je met pensioen bent. Kan je voor je pensioen beleggen in een tweede woning, dan vormen de huurinkomsten een mooie aanvulling van je wettelijk pensioen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier