Paul Magnette: ‘We hadden alles, maar hebben er niets mee gedaan’
Paul Magnette wil dat de Waalse regering meer aandacht besteedt aan de lokale economische gevolgen van haar politieke keuzes. Het ‘koop Waals’-plan gaat veel verder dan de bevordering van de korte keten.
Het was misschien een manier om de bladzijde van 2016 om te draaien, maar het letterwoord CETA wordt op geen enkel moment uitgesproken tijdens het eerste grote interview van de Waalse minister-president Paul Magnette (PS) in 2017. Het gesprek spitst zich toe op de Waalse economie, de slabakkende groei en de structurele werkloosheid.
Na tweeënhalf jaar regering-Magnette zit de Waalse economische groei nog altijd onder het Belgische gemiddelde. Volgens het Iweps, het Waals instituut voor evaluatie, toekomstverwachting en statistiek, wordt het in 2017 niet anders. Is dat niet verontrustend?
Magnette: “Uit alleen maar de cijfers van de voorbije twee jaar kun je geen duidelijke conclusies trekken. Als ik kijk naar de cijfers van het voorbije decennium, dan zie ik dat de Waalse groei zich heeft vastgehaakt aan de Belgische en de Europese groei. Maar uiteraard zouden we liever wat vlugger gaan.
“Er zijn drie fases in het herstel van Wallonië. De eerste liep van 1995 tot 2005, na de staatshervorming die stevige economische bevoegdheden overhevelde. De meeste inspanningen gingen toen naar de infrastructuur en de financiële ondersteuning, omdat ondernemingen heel moeilijk aan krediet geraakten. De tweede fase, van 2005 tot 2015, was de periode van het Marshallplan. Met een onmiskenbaar succes: de ondernemingen van de competitiviteitspolen groeiden in acht jaar met 60 procent. Vandaag is de derde fase begonnen, waarin we de inwendige groei moeten versterken en meer profijt moeten halen uit die groei. Dat is de discussie rond ‘Waals kopen’.”
Is het Marshallplan op het gebied van innovatie niet veeleer een teleurstelling?
Magnette: “Nee, er zijn echte uitvindingen tevoorschijn gekomen in de biotechnologie, de beeldtechnologie en de fijnmechanica.”
Maar die zitten nog niet in de industriële fase.
Magnette: “Sommige wel, maar ongetwijfeld verkopen we ze niet genoeg. We gaan de honderd meest markante innovaties die uit het Marshallplan zijn voortgekomen publiceren. We gaan voor de lange termijn. In haar uitstekende boek The Entrepreneurial State toont Mariana Mazzucato aan dat gemiddeld vijftien jaar verloopt tussen de lancering van een onderzoeksprogramma en de industriële fase. Wij hebben al resultaten na tien jaar, we gaan dus relatief snel vooruit.”
Wie vandaag een idee heeft, kan overal in Wallonië steunstructuren vinden om zijn idee uit te testen, te financieren en te ontwikkelen.
Had men die tien jaar niet beter gebruikt om de ontbrekende schakels in het Waalse economische weefsel op te sporen? Er wordt nu enkel een gedetailleerde studie over het onderwerp uitgebracht.
Magnette: “Tien jaar geleden ging het er vooral om de concurrentiekracht van de grote sectoren te bewaren. Niet alleen moesten de bedrijven in moeilijkheden begeleid worden, maar we moesten samen met hen ook een proactief beleid uitbouwen. Met die innovatiestrategie hebben de sectoren een sprong voorwaarts gemaakt.”
Een belasting op robots voorbereiden is geen innovatiestrategie.
Magnette: “Het gaat er niet om robots blindelings te belasten. Trouwens, we hebben altijd al op de ene of de andere manier machines belast, de belasting op drijfkracht bijvoorbeeld. Minister Christophe Lacroix (Begroting en Financiën, nvdr) stelt de volgende vraag: wat brengt het de maatschappij bij als u in de supermarkt uw boodschappen doet met een kleine scanner en er bijna geen caissières meer zijn? Dat schept geen banen en geen waarde, maar het vermindert wel de kosten. Die scanners belasten en de opbrengst gebruiken om de digitale economie te ondersteunen dient het collectieve belang.
“Het is niet de bedoeling alle robots te belasten. Op termijn moeten we wel nadenken over de belastbare basis. In een industrie met almaar meer robots en almaar minder arbeiders, moeten we de sociale verworvenheden kunnen blijven financieren. We zijn in discussie gegaan met de telecomoperators over de belasting op de zendmasten. Die wordt omgezet in investeringen. We hebben behoefte aan investeringen om van Wallonië een gigaregio te maken. Uiteindelijk is het beter een belasting te heffen en vervolgens de investeringen te subsidiëren. Zonder de taks op de zendmasten hadden we die onderhandelingen niet gehad. Ze was dus nuttig.”
Laten we het even hebben over die derde fase van het herstel: het ‘koop Waals’-project. Waarom kopen de ondernemingen niet genoeg Waalse producten?
Magnette: “We hebben mature sectoren, maar die beschikken nog niet over een voldoende grote markt. Ik denk aan de nieuwe informatietechnologie. Daarin zitten heel wat Waalse vondsten. Die ondernemingen hebben nog geen kritische massa bereikt om de internationale markten te veroveren. Overheidsbestellingen zijn voor hen vaak de belangrijkste hefboom. Het is ergerlijk te moeten vaststellen dat de overheidsinstanties informatica gebruiken die in de Verenigde Staten werd uitgevonden, dat we miljoenen hebben geïnvesteerd in hernieuwbare energie en het grootste deel van de zonnepanelen geïmporteerd wordt, dat windparken worden vervaardigd in Duitsland of Denemarken.”
Was men destijds onvoldoende vooruitziend?
Magnette: “Het is inderdaad zo dat we ons niet druk maakten over de lokale economische gevolgen van de steun aan de hernieuwbare energie. We hadden alles om windparkproducenten te worden: de gieterijen, de elektromechanica, de polytechnische faculteiten. Maar we hebben er niets mee gedaan. Toen we eindelijk besloten de hernieuwbare energiebronnen massaal te ondersteunen, was de markt al rijp. Er werd heel wat geld uitgegeven – met de juiste bedoelingen – maar dat had weinig invloed op de groei.”
U wil die fout niet meer maken.
Magnette: “Inderdaad. Ik kom net uit een vergadering met de administratie Wegen en Verkeer. We gaan alle verlichte borden wegnemen, omdat ze veel verbruiken. Maar ook omdat geen enkel Waals bedrijf ze produceert. We kiezen voor verkeersborden die in Wallonië kunnen worden gefabriceerd. We kiezen voor een technologie die de plaatselijke economie steunt. Alle landen die een doeltreffende industriële politiek volgen, doen dat. We moeten die reflex inbouwen.”
Hoe kunt u die reflex overbrengen op de ondernemingen, die ook heel wat bestellingen plaatsen?
Magnette: “Ik verwijt hen niets. Heel wat ketens met een of meerdere belangrijke schakels met toegevoegde waarde ontbreken jammer genoeg bij ons.”
Was dat niet een van de problemen bij Caterpillar ?
Magnette: “Ja en nee. Caterpillar had heel wat onderaannemers en dus ontegensprekelijk een impact op de lokale economie. Maar het had geen strategie die vergelijkbaar is met het Marshallplan: het deed geen onderzoek hier, nam niet deel aan de competitiviteitspolen. Dat is jammer. Het onderzoekscentrum voor lucht- en ruimtevaart in Gosselies ligt nochtans op een boogscheut van hen. Een fabriek die niet terzelfdertijd een onderzoekscentrum is, is uiterst kwetsbaar. In die zin is het Marshallplan het tegendeel van Caterpillar.”
Welke economieën komen het beste voor de dag? De economieën waarin de staat een krachtige rol speelt.
We komen altijd bij dat Marshallplan. Is dat voor u het wondermiddel?
Magnette: “Het is een belangrijk element, maar we begeleiden de ondernemingen met de SRIW, de competitiviteitspolen, de ontwikkelingsintercommunales, de incubators, de innovatiesteun, het Awex enzovoort. Wie vandaag een idee heeft, kan overal in Wallonië steunstructuren vinden om zijn idee uit te testen, te financieren en te ontwikkelen.”
U beschrijft een economie onder staatsbeheer.
Magnette: “Niet onder staatsbeheer, maar met een sterke begeleiding van de overheid. Welke economieën komen het beste voor de dag? De economieën waarin de staat een krachtige rol speelt, zoals Duitsland of de Verenigde Staten.”
‘Koop Waals’ betekent voor de consumenten de korte keten, de lokale producten. Kunnen die werkelijk een omwenteling teweegbrengen?
Magnette: “Ik geef dikwijls het voorbeeld van de jonge Carolo die P4P heeft opgericht. Hij had vastgesteld dat de grote bedrijven in de regio hun verpakking in het buitenland of in Vlaanderen aankochten. Waarom zouden die niet bij ons gefabriceerd kunnen worden? Hij investeerde in het materiaal en dankzij de publieke hulpmiddelen heeft hij na twee jaar al vijftien mensen in dienst. Hij is erin geslaagd die activiteit opnieuw op te nemen in het Waalse weefsel. Die reflex begint vaste voet te krijgen in Wallonië. Hij moet nog aangescherpt worden, maar hij bestaat. Tegenwoordig probeert elke keten in de grootdistributie de lokale producten te promoten. Er is een algemene dynamiek die de consumptie herschikt.”
Als die jongeman binnen enkele jaren zijn bedrijf met een fraaie meerwaarde verkoopt, moet die dan worden belast?
Magnette: “Het hangt ervan af wat hij met het geld doet. De vrijstelling voor geld dat opnieuw in de economie geïnvesteerd wordt is een interessante overweging.”
Uw regering verheugt zich over de daling van de werkloosheid. Maar de werkgelegenheidsgraad blijft tien punten onder die van Vlaanderen stagneren. Moeten we vaststellen dat het allemaal een grote mislukking is?
Magnette: “Het is een algemene tendens in Europa en u hebt gelijk, het is verontrustend. Ik heb enkele studies besteld om te begrijpen hoe het komt dat de werkloosheid al 29 opeenvolgende maanden daalt, terwijl de werkgelegenheidsgraad stabiel blijft. De gewezen Franse premier Michel Rocard zei het al: als u de werkloosheidsuitkeringen, de bijstand, de ziekte- of invaliditeitsvergoedingen en de arme werknemers bij elkaar telt, komt u altijd uit op 20 procent. Het enige verschil tussen het ene en het andere land is de verdeling van die categorieën. In Duitsland is er minder werkloosheid, maar zijn er veel meer arme werknemers. In Nederland zitten meer mensen in de invaliditeit.”
De langdurige werkloosheid is toch een groot probleem in Wallonië.
Magnette: “Ook daar komt verandering in. Het aantal werklozen dat weer aan het werk gaat, is het grootst onder de langdurig werklozen. Tijdens het voorbije jaar was dat 6,8 procent voor mensen die een tot twee jaar werkloos zijn en 7,1 procent voor wie meer dan twee jaar werkloos is. De structurele werkloosheid wordt kleiner en dat is heel goed nieuws.
“Onze grootste moeilijkheid zit bij de jongeren. Wie nog nooit heeft gewerkt, heeft heel wat moeite om een job te vinden. Daarom voeren we een beleid van begeleiding vanaf de eerste dag. De integratiegraad binnen de zes maanden is gestegen van 53,4 procent in 2013 tot 57 procent nu. Dat is toch een significante evolutie.”
Er is ook de paradox tussen de hoge werkloosheid en de knelpuntberoepen. Kan niet overwogen worden iets meer druk uit te oefenen en het behoud van rechten te verbinden met de plicht een opleiding te volgen voor die beroepen?
Magnette: “U kunt zich niet voorstellen hoe groot de druk al is: regelmatige aanmelding, verplichte opleiding, sancties enzovoort. En denkt u dat we een efficiënte economie krijgen als mensen geen beroep kunnen uitoefenen dat hen past en hen toelaat zich te ontwikkelen? Denkt u dat de arbeiders productief zijn als ze hun stiel tegen hun zin moeten doen?
“We kunnen jongeren wel richten naar beroepen waaraan ze niet spontaan denken. Er is een enorme verspilling van slecht georiënteerde jongeren, die niet slagen in hun hogere studies en het zelfvertrouwen verliezen. Daarom hebben we ook heel wat geïnvesteerd in de zogenoemde cités des métiers (Luik, Namen, Charleroi) waar jongeren van 18 jaar beroepen kunnen uittesten, stage lopen en ongetwijfeld iets zullen vinden. Nadien loopt de opleiding vanzelf.”
Nu een hoofdstukje slinkse politiek: wat heeft de voorzitters van de PS, cdH en de MR bezield het decreet van de decumul – de afspraak dat politici geen mandaten mogen combineren – op de helling te zetten?
Magnette: “Ik denk niet dat ze het op de helling willen zetten. De discussie draait niet rond de decumul, maar rond de criteria. Elke partij mag 25 procent van haar verkozenen met de beste penetratiegraad (aantal voorkeursstemmen ten opzichte van het aantal kiezers in de kieskring, nvdr) buiten de regel stellen. Moet niet eerder rekening worden gehouden met de omvang van de gemeente? Daarover discussieerden de partijvoorzitters.”
U bent burgemeester van een grote stad. Vindt u dat iemand met die functie tegelijkertijd volksvertegenwoordiger kan zijn?
Magnette: “Ik pleit voor het inwonersaantal als criterium, maar dan met een lagere drempel dan 50.000 inwoners. In de kleinste gemeenten verdienen de burgemeesters en de schepenen niet de helft van het loon van een volksvertegenwoordiger en oefenen ze vaak nog een ander beroep uit. Dat men kamerlid en burgemeester kan zijn, zoals men dokter en burgemeester kan zijn, choqueert me niet. De gemeentelijke instellingen zijn de enige overheidsdiensten waarin de burger nog vertrouwen heeft. Het is voor een parlement nuttig om iemand van het gemeentelijke niveau in zijn midden te hebben.”
Moet het statuut van ‘verhinderde burgemeester’ niet worden herzien? Dat u de echte burgemeester van Charleroi bent, daarvan is niemand de dupe.
Magnette: “Ik ben verhinderd burgemeester en ik gebruik geen enkele kunstgreep om dat te omzeilen: ik zet nooit een voet in het college, ik neem aan geen enkele operationele vergadering deel. Françoise Daspremont is ‘dienstdoend burgemeester’ en niet ‘afgevaardigd schepen’. Uiteraard blijf ik de grote dossiers volgen.”
In elke politieke peiling gaat de PTB vooruit. Ze kan de derde partij in Wallonië worden. Hoe verklaart u dat?
Magnette: “Overal in Europa is de sociaaldemocratie in crisis. In Nederland, Duitsland, Italië en Frankrijk klimt uiterst links boven 10 procent en wordt de socialistische partij soms zelfs voorbijgestoken. Voeg daar het anti-elitaire klimaat, waarop de PTB maar al te graag inspeelt, aan toe. De PTB is tegen elke verandering. Wijzig een parkeerreglement of de openingsuren van een zwembad en ze starten er een petitie tegen. U mag ook het communicatietalent van voorzitter Raoul Hedebouw niet onderschatten.
“De opmars van de PTB kan leiden tot de onbestuurbaarheid van het land. Volgens de jongste peilingen zou er zelfs geen meerderheid voor PS en MR meer zijn.”
Zou u een meerderheid kunnen vormen met de PTB ?
Magnette: “Dat is naast de kwestie. Hedebouw heeft gezegd dat hij binnen de vijftien jaar niet naar de macht grijpt. De partij heeft twee of drie slogans die het goed doen bij de publieke opinie, maar ze heeft geen regeerprogramma. Hedebouw weet dat hij vijftien jaar nodig heeft om over te gaan van een marxistisch-leninistische partij naar een linkse regeringspartij. De PTB zegt dat ze bereid is toe te treden tot een regering als de Europese verdragen gewijzigd zijn. Dat is een beetje als een bokser die zegt ‘ik klim in de ring als de andere ko is’.”
Christophe De Caevel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier