Ook IMF vindt Belgische huizen te duur

Het internationaal Monetair Fonds vindt de Belgische huizenprijzen te hoog, blijkt uit een studie waarin het IMF internationale huizenprijzen onder de loep neemt. In november van vorig jaar waren bij de OESO gelijkaardige geluiden te horen.

De huizenmarkt is een cruciale sector in zowat alle nationale economieën, dus het hoeft niet te verbazen dat het IMF deze sector in de gaten houdt. Globaal genomen herstellen de huizenmarkten zich in de laatste jaren van de soms erg zware correcties uit de crisisjaren, maar dat is niet per se een reden tot juichen. Het IMF vergeleek de huizenprijzen met het niveau van de inkomens en met de prijs van huurhuizen. In ons land, maar ook in Australië, Canada, Noorwegen en Zweden zijn de prijzen nog steeds hoger dan het langjarig gemiddelde. België kreeg een dergelijke kritiek vorig jaar nog te slikken van de OESO, die toen stelde dat de huizenprijzen ten opzichte van de gezinsinkomens nergens hoger lagen dan in ons land, maar liefst 50% boven het langetermijngemiddelde. In een IMF-blogbericht wijst onderzoeker Min Zhu erop dat huisprijzen, huurprijzen en inkomens steeds ‘in tandem’ werken, en dat voor ene gezonde marktsituatie de prijs van een huis niet te ver boven de draagkracht van de gezinnen kan gaan. Anders worden de fundamenten gelegd voor een soms hevige correctie. Het IMF roept overheden op om beperkingen op te leggen aan de bedragen die kopers kunnen lenen ten opzichte van de waarde van een huis. De ontwikkelingen op de huizenmarkt zouden ook zwaarder moeten doorwegen in het rentebeleid van de centrale banken. (Belga)