De Nationale Bank (NBB) wil de vergoeding van 24,4
miljoen euro die ze sinds 1991 jaarlijks betaalt aan de Belgische
staat voor de terugbetaling van oorlogsschuld, opnieuw onderhandelen.
Gouverneur Luc Coene maakte de intentie van de Nationale Bank dinsdag bekend tijdens de aandeelhoudersvergadering van de NBB. De minderheidsaandeelhouders, die kritische vragen stelden over de vergoeding, hopen op die manier een groter dividend te zullen ontvangen.
De Belgische staat betaalde in 1991 een schuld van 34 miljard euro aan de Nationale Bank terug onder de vorm van verhandelbare effecten. Toen werd een conventie afgesloten die overeenstemde met een vergoeding van 24,4 miljoen euro per jaar. Maar volgens Coene zijn de voorwaarden van die conventie niet meer relevant sinds enkele jaren geleden de winstverdeling ten aanzien van de Belgische staat is gewijzigd .
Zowel Deminor als beleggersactivist Erik Geenen (met het groene petje) stelde dinsdag tijdens de kritische vragen over de vergoeding. Geenen wees erop dat het bedrag nagenoeg overeenkomt met het totale dividend aan de minderheidsaandeelhouders.
Charles Dumoulin van Deminor vroeg om er bij de heronderhandeling voor te zorgen dat de kleine aandeelhouder profiteert en het geen ‘vestzak-broekzak’-operatie zou worden voor de staat.
De aandeelhoudersvergadering van de Nationale Bank stond – net als de voorbije jaren – dinsdag opnieuw voor een groot deel in het teken van de dividendpolitiek. Dat komt doordat de minderheidsaandeelhouders zich gedicrimineerd voelen ten opzichte van de Belgische overheid, die de helft van de NBB-aandelen controleert. ” De bank is op korte termijn niet van plan om haar dividendbeleid te wijzigen,” liet Coene verstaan.
De NBB zal een formele brief sturen naar de minister van Financiën om de betaling te herbekijken, aldus de gouverneur. (Belga/BO)
