Het aantal bestuurders dat de Vlaamse verkeersbelasting laattijdig betaalt – niet of meer dan 10 dagen na de uiterste betaaldatum – is in de periode van de aanslagjaren 2011-2014 gedaald van 524.624 tot 491.142. Dat blijkt uit het antwoord van Vlaams minister van Financiën Annemie Turtelboom op een schriftelijke vraag van Peter Van Rompuy (CD&V).
Van de verkeersbelastingen voor het aanslagjaar 2011 kon tot nog toe 99,64 procent worden geïnd. Voor 2012 daalt dat tot 99,49 procent, voor 2013 tot 99,30 procent en 2014 tot 98,9 procent. De niet-geïnde bedragen betekenen voor de Vlaamse overheid een jaarlijks verlies dat voor de periode 2011-2014 schommelt tussen 104,4 miljoen euro (2014) en 115,6 miljoen euro (2011).
Minder herinneringen
In 2014 verstuurde de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) in totaal 358.259 herinneringen en 149.908 laatste herinneringen, tegenover respectievelijk 362.980 en 185.183 in 2013. De kostprijs hiervoor beliep in 2014 circa 247.000 euro. In 2014 werden bovendien 52.052 dwangschriften via een deurwaarder verstuurd, tegenover 106.034 in 2013 met een kostenplaatje van 1,7 miljoen euro in 2014.
Deze kosten zijn in principe ten laste van de belastingplichtige, maar als de gerechtsdeurwaarder deze niet aan de betrokkene kan doorrekenen draait de Vlaamse overheid er voor op.
Nieuwe berekening
Sinds 1 janauri heeft de verkeersbelasting een nieuwe berekeningsformule gekregen. De fiscus houdt nu ook rekening met CO2-uitstoot en Euro-normering. 122 g/km CO2 geldt daarbij als nulgren. Wie meer verbruikt moet 0,3 procent meer betalen per extra gram uitstoot. Chauffeurs die minder verbruiken dan 122 g/km ziet de belasting dalen met 0,3 procent per gram. (Belga/NS)
