Meer bedienden hebben recht op outplacement
Bedienden van minder dan 45 jaar van wie de arbeidsvoorwaarden worden bepaald in het zogenaamde aanvullend nationaal comité hebben voortaan bij individueel ontslag ook recht op twaalf maanden outplacementbegeleiding die door de werkgever wordt betaald. Voorwaarde is wel dat ze een opzegperiode van minstens 30 weken hebben.
De werkgevers waren tot nog toe slechts verplicht om outplacement aan te bieden als ze werknemers van meer dan 45 jaar met ten minste één jaar dienstanciënniteit ontsloegen. Die outplacement houdt in dat specialisten de ontslagen bedienden begeleiden in de zoektocht naar nieuw werk. De outplacement is opgesplitst in drie blokken van telkens twintig uren. Het eerste blok moet plaatsvinden in de eerste twee maanden na het ontslag. Het tweede blok in de daaropvolgende vier maanden. En het derde blok in de volgende zes maanden. Er bestaat ook een lichtere versie van het outplacement, waarop ontslagen bedienden tussen 35 en 45 jaar konden inschrijven. Zij hebben recht op zes maanden begeleiding in hun zoektocht naar een nieuwe baan of in de stap naar een zelfstandig statuut. Nieuw is evenwel dat bedienden die jonger zijn dan 45 jaar toch recht krijgen op een volledig begeleidingstraject van 12 maanden. De voorwaarde is wel dat ze een opzegperiode van minstens 30 weken hebben. Bij een collectief ontslag hebben alle bedienden recht op een begeleiding. Het aantal uren hangt dan af van hun leeftijd. (Belga)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier