Luc Vandewalle (ING): ‘Het einde van de tunnel is in zicht’
“Niet alle problemen in de banksector zijn opgelost, maar er is duidelijk beterschap”, zegt Luc Vandewalle, bij zijn afscheid als bestuurder van ING Groep. “Het einde van de tunnel is in zicht.”
Zeventig werd Luc Vandewalle dit jaar, en dus zette hij noodgedwongen een punt achter zijn Nederlands bestuursmandaat bij ING. Eerder was hij voorzitter van het directiecomité en van de raad van bestuur van ING België. “Dit is het definitieve einde van mijn carrière in de bank, die mij alles gegeven heeft wat ik in mijn leven bereikt heb”, zegt hij in een interview met Trends.
In de jaren tachtig en negentig kozen de Belgische banken het pad van de schaalvergroting en de internationalisering. Was dat achteraf bekeken wel verstandig?
Luc Vandewalle: “Toch wel. Vaak wordt vergeten dat de banken een grote bijdrage hebben geleverd aan de economische ontwikkeling van dit land. In de jaren zestig bedroeg het eigen vermogen van een onderneming gemiddeld 45 procent. Dat zakte naar 28 procent tegen het eind van de jaren zeventig. Een bewijs dat vreemd kapitaal en dus vooral de banken de expansie van onze economie en onze bedrijven gefinancierd hebben. Om de groei en de rendabiliteit te bestendigen, was schaalvergroting noodzakelijk. Iedereen ging op zoek naar schaalvoordelen. De BBL bijvoorbeeld was te klein om een wereldspeler te worden en zocht aansluiting bij ING. Het had ook anders kunnen lopen want het scenario van de ‘grote Belgische bank’ (een fusie van BBL, Generale Bank en Gemeentekrediet, nvdr.) is jarenlang aan de orde geweest.”
Is het niet jammer dat die grote Belgische bank er niet gekomen is?
Luc Vandewalle: “Nee. De vorming van een grote Belgische bank zou een goede tijdelijke oplossing geweest zijn, maar zonder internationale dimensie was het een tussenstap gebleven. De overname door ING was het beste dat BBL kon overkomen. Wij promoveerden in een klap van een nationale competitie naar de Champions League. Onze jonge mensen kregen kansen op een internationale carrière. Dat heeft onze organisatie op een hoger niveau gebracht. ING heeft ons ook de matrixstructuur bijgebracht, met een globale aansturing en een lokale uitvoering.”
Net nadat u CEO van ING België af was, brak in 2008 de bankencrisis uit. Hoe is het zo ver kunnen komen?
Luc Vandewalle: “Veertig jaar geleden bedroeg de marge tussen deposito’s en wederbeleggingen 300 basispunten. Vandaag is dat nog maar 150 basispunten. Om de rendabiliteit op peil te houden, zijn de banken op zoek gegaan naar fee-inkomsten, onder meer door gestructureerde producten en CDO’s te maken. Men begon allerlei kredieten te verpakken. En toen de Amerikaanse vastgoedmarkt na jaren van groei in elkaar klapte, moest een groot aantal van die kredieten worden afgeschreven. Maar ze zaten verpakt in producten die banken overal ter wereld gekocht hadden – net omdat ze nog een redelijke marge boden. Uiteindelijk zijn daardoor wereldwijd banken in ademnood gekomen.”
Hoe sterk staat de banksector nu?
Luc Vandewalle: “Niet alle problemen zijn opgelost, maar er is duidelijk beterschap. De banken hebben bewezen een goede schuldenaar te zijn: het geld dat de overheid ons heeft toegestopt, wordt met een flinke rente erbovenop terugbetaald. De regulatoren hebben de lessen uit de crisis getrokken. Er zijn de kapitaalratio’s van Bazel III, de stresstesten, de bankenunie, de eurocrisis is afgewend… Ook de rendabiliteit van de sector is zich aan het herstellen. Het einde van de tunnel is in zicht.”
Het volledige interview met Luc Vandewalle leest u deze week in Trends.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier