Lobbygroepen maken fiscaliteit duur en ingewikkeld

© Thinkstock
Alain Mouton

De Belgische fiscaliteit is een koterij geworden. Met dank aan de talloze lobbygroepen, die elk hun eigen uitzonderingetje of kortinkje weten te bedingen. Het algemeen belang is de grote verliezer.

De Belgische fiscaliteit is een koterij geworden. Met dank aan de talloze lobbygroepen, die elk hun eigen uitzonderingetje of kortinkje weten te bedingen. Het algemeen belang is de grote verliezer.

Eerst was er de discussie over de woonbonus, de fiscale aftrek voor woonkredieten. Belangengroepen zoals de vastgoedsector eisen dat die bewaard blijft. Daarna volgde de heisa over de notionele intrestaftrek die vooral multinationals zou bevoordelen.

Deze voorvallen illustreren perfect hoe de Belgische fiscaliteit tot stand komt en evolueert. Belangengroepen van diverse pluimage slagen er keer op keer in gunstmaatregelen en uitzonderingen te verkrijgen. Het gevolg is een belastingstelsel dat krioelt van de voordelen, kortingen en aftrekposten. Het fiscale equivalent van de typisch Belgische koterij, zeg maar.

Met een fiscale druk van 45 procent is België een fiscale topper. Maar België heeft geen oren naar een algemene belastingverlaging. Wel worden om de haverklap kortingen en uitzonderingen uitgedeeld.

Op het lijf geschreven

Fiscaal expert Michel Maus (VUB, Everest Law) lanceerde in dat verband vorig jaar de term lobbyfiscaliteit. De sterkste lobby’s, de hardste roepers krijgen de grootste korting, poneert hij. En dat is een probleem aangezien de overheid uitzonderingsregimes gecreëerd heeft die niet voor iedereen toegankelijk zijn.

“Die zijn het gevolg van puur lobbywerk. Ondernemingen of personen kunnen profiteren van regimes dat hen echt op het lijf geschreven zijn. Daar heb ik het moeilijk mee, want zo creëer je een ongelijke belastingdruk. Dat leidt tot frustratie bij degenen die er niet kunnen van profiteren, wat op zijn beurt leidt tot een negatieve houding tegenover élke vorm van fiscaliteit.”

In alle belastingcategorieën

Resultaten van geslaagd lobbywerk zijn in zowat alle belastingcategorieën terug te vinden. Nemen we om te beginnen de vennootschapsbelasting. Zo kan een bedrijf een beroep op de aftrek voor octrooi-inkomsten: 80 procent is vrijgesteld van belastingen. Voor de farma en chemie een zeer interessante maatregel.

Ook in de roerende voorheffing zijn er uitzonderingsregimes. Zo blijven de meerwaarden van aandelen buiten schot, net als de intrest tot 1880 euro van spaarrekeningen. Ook de tak21-verzekeringsproducten zijn vrijgesteld van roerende voorheffing voor wie zijn geld langer dan acht jaar laat staan. Tak23-producten worden dan weer niet belast als bij de ondertekening van het contract geen gewaarborgd rendement wordt beloofd.

Daarnaast zijn Btw-tarieven het speelterrein bij uitstek voor lobbyfiscaliteit, zegt Michel Maus. “De horeca en bouw kampen met veel zwartwerk. Die twee sectoren verkopen dan het idee dat enkel lastenverlagingen daar iets aan kunnen doen. Dus is voor renovatie het btw-tarief teruggebracht tot 6 procent. En in de horeca is de btw van 21 naar 12 procent gebracht voor de restaurants. Dat geeft wat meer ademruimte, maar je beloont daarmee wel de slechtste leerlingen van de klas.”

Iedereen tevreden

Moet de fiscale koterij deels of geheel worden afgebroken? “Je moet ze niet volledig afschaffen, maar België kiest het beste voor een intelligent systeem van fiscale gunstregimes”, stelt Maus voor. “De basis van een moderne fiscaliteit is een gemeenschappelijke stam, die voor iedereen gelijk is. Afwijkingen zijn mogelijk als ze voor iedereen toegankelijk zijn, bijvoorbeeld voor wie met de fiets naar het werk gaat.”

Verschillende fiscalisten en academici menen ook dat een fiscale vereenvoudiging de algemene belastingvoet kan doen dalen. Want hoe meer uitzonderingen, hoe minder geld er binnenkomt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content