Kostprijs energiesteun aan gezinnen loopt snel op voor overheid
Sinds begin 2021 genieten dubbel zoveel gezinnen een verlaagd, sociaal energietarief. De overheid past het verschil bij, maar door de fors opgeschoten energiekosten, kost dat de staat ondertussen flink wat meer dan ingeschat. Dat meldt De Standaard.
In 2020 ontvingen volgens de federale overheidsdienst Economie 424.000 gezinnen automatisch dat tarief, zo’n 8,5 procent van alle Belgische gezinnen. Vroeger gold het tarief alleen voor mensen met een bepaald statuut, maar als maatregel om mensen te ondersteunen die moeilijkheden ondervonden als gevolg van de coronacrisis werd beslist dat vanaf februari vorig jaar iedereen met een bruto-inkomen van minder dan 1.640 euro per maand recht heeft op dat tarief. Daarbij zijn heel wat gepensioneerden en alleenstaanden, waardoor het aantal gezinnen dat die steun kreeg naar 871.000 steeg. Dat aantal is ondertussen opgelopen tot 880.024.
Die uitbreiding kostte de overheid fors meer dan voorzien. Uit het nieuwste kwartaalrapport van de Creg blijkt dat de verhoogde tegemoetkoming sinds de start in februari 2021 tot het voorlopige einde in september dit jaar in totaal 865 miljoen euro zal kosten. Voor de 11 maanden in 2021 ging het om 265 miljoen euro. Maar onder meer door de oorlog in Oekraïne zijn de energieprijzen zo fel gestegen dat de bijpassing dit jaar al meer dan het dubbele zal kosten dan vorig jaar. Van januari tot en met september loopt de factuur op tot zelfs 600 miljoen euro.
Volgens staatssecretaris voor Begroting Eva De Bleeker (Open VLD) is het ‘reëel’ dat het sociale energietarief ook na september nog een tijd van kracht blijft, maar moet de kostprijs voor de begroting goed overwogen worden. ‘We moeten er zeer goed over nadenken voor hoelang deze maatregel nog zal gelden, en voor wie’, zei ze maandag in De Ochtend (Radio 1).
De Bleeker denkt dat een verdere verlenging een paar maanden zal gelden, ‘tot na de winter, of toch zolang de prijzen zo hoog blijven’. Maar de maatregel permanent maken, zou met de huidige staat van de overheidsfinanciën in het achterhoofd niet erg verstandig zijn, aldus De Bleeker. ‘We moeten maatregelen nemen voor wie de indexering de oplopende kosten niet dekt. Maar als de prijzen dalen, moeten we erover nadenken af te bouwen’, klinkt het.