Johan Hemelaere (Horatius): “Ik verkoop geen fondsen als reepjes chocolade”

© Johan Hemelaere

Johan Hemelaere – komma – voorzitter van de raad van bestuur van vermogensbeheerder Horatius. Zo moet het op papier, en niet anders. Geen Babylonische spraakverwarring. Of, God beware, in één pot nat met de grootbankiers. “Door hen is een stuk van onze welvaart weg”, zucht Hemelaere in Trends.

Johan Hemelaere is een beroepsmatige specialist in het vooruitkijken. “Ik zie dingen vóór andere mensen dat doen. Een bepaalde financiële strategie, of een opening op de markt. Meer gaven heb ik niet.”

Over de toekomst van Europa – “het continent van de grijsaards” – is de Kortrijkzaan niet bepaald optimistisch. Over zijn beroep daarentegen, het beheren van grote patrimoniums, praat hij honderduit.

Hoe bent u op het idee gekomen om met vermogensbeheer te beginnen in België? Johan Hemelaere: “Uit pure frustratie. In de jaren tachtig had ik een kleine erfenis gekregen, en ik wilde dat die wat geld opbracht _ op een dynamische, moderne manier. Maar de banken wilden mij uitsluitend hun eigen producten verkopen. Kasbons, met name. Ik weigerde om mij daarbij neer te leggen, en ik ben toen opnieuw beginnen te studeren. Een opleiding in vermogensbeheer bestond natuurlijk niet, dus ik ging op prospectie naar Nederland. Sinds hun Gouden Eeuw houden de Nederlanders er een rijke financiële expertise op na, terwijl de Belgen in 1990 er nog geen benul van hadden dat er zoiets bestond als aandelenmarkten.
“In Amsterdam kwam ik terecht bij de familie Stroeve, die een effectenbank runde. Zij hebben me hun interne knowhow onderwezen, en daarnaast volgde ik korte seminaries over financiële analyse en portefeuillebeheer. Na drie jaar voelde ik mij klaar om in België met vermogensbeheer te beginnen.”

En? Hoe verliep dat?
Johan Hemelaere: “Het heeft zware inspanningen gevergd om Horatius levensvatbaar te maken. West-Vlaanderen is Brussel niet, om te beginnen. De lokale ondernemers waren niet geïnteresseerd in vermogensbeheer. Al hun geld zat in hun bedrijf. Ik heb het dus over een andere boeg moeten gooien. Ik ben me op de markt beginnen te profileren als de specialist in opties, een financieel instrument dat ik zeer goed had leren kennen in Amsterdam. In België klonk dat toen nog revolutionair.

“We vroegen aan de mensen of ze al eens nagedacht hadden over mogelijkheden om méér rendement te halen op hun spaarcenten dan met de klassieke kasbons. Zo ben ik moeten beginnen. Maar het bleef moeilijk. Begin jaren negentig, dat was de tijd van Jean-Pierre Van Rossem. In West-Vlaanderen werd ik voortdurend met hem geassocieerd. Iedereen vroeg wanneer ik nu mijn baard ging laten groeien, en of ik al met een Ferrari reed.”

Intussen is vermogensbeheer gemeengoed in België. Johan Hemelaere: “Ik beschouw Horatius als de enige echte vermogensbeheerder in ons land, omdat we uitsluitend discretionair vermogensbeheer aanbieden. Dat betekent dat wij van elk van onze cliënten een mandaat krijgen om hun vermogen te beheren. De spelregels worden vastgelegd in een contract, zodat we goed weten wat we mogen doen en wat we moeten doen.”

Discretionair vermogensbeheer is daarmee toch niet noodzakelijk beter? Elke cliënt kiest voor de formule die het beste bij hem past. Johan Hemelaere: “Discretionair vermogensbeheer is de moeilijkste weg, maar volgens mij is het de enige juiste manier om belangenconflicten te vermijden. Horatius is daar zeer consequent in. Potentiële cliënten die van ons andere dingen verwachten, verwijzen we door. Grootbanken doen dat niet. Ze willen van alles een graantje meepikken, dus ook van vermogensbeheer.”

Waarin schuilt dan dat belangenconflict?
Johan Hemelaere: “In de ene afdeling van een grootbank worden beleggingsfondsen gemaakt, die door een andere afdeling – zoals private banking – zo veel mogelijk moeten worden verkocht. Bankiers zijn dus productenverkopers, maar geen vermogensbeheerders. Het spijt me. Gebruikt u dus alstublieft de juiste termen, want op den duur wordt alles in één zak gestoken. Vermogensbeheerder, private banker, financial planner, noem maar op. De grootbanken houden die Babylonische spraakverwarring graag in stand. Dat geeft de indruk dat ze alles kunnen, en zo winnen ze klanten bij. Mijn mening is: als je alles doet, kun je in niks goed zijn.”

U moet dat zeggen, want de grootbanken zijn uw grootste concurrenten.
Johan Hemelaere: “Het klopt dat de Belgische grootbanken eind jaren negentig één na één het statuut van vermogensbeheerder hebben aangenomen. Maar ze deden dat niet om hun rijke cliënten te kunnen begeleiden. Integendeel, ze misbruikten hun nieuwe statuut om hun eigen fondsenindustrie uit de grond te kunnen stampen.

“Zelfs cliënten met grote vermogens kregen het beleggingsfonds van de maand door de strot geduwd. Over financiële strategieën werd daarbij niet gerept. Waar wel over onderhandeld werd, waren instapkosten en uitstapkosten. In godsnaam! Beleggingsfondsen werden verkocht als reepjes chocolade. Op alle mogelijke manieren verdienden de grootbanken er geld aan. Hun lokale agentschappen waren al lang geen dienstenbedrijven meer, maar verkoopmachines. Jackpots, noem ik dat.”

Waarom blijven zo veel Vlamingen dan verknocht aan hun grootbankier?
Johan Hemelaere: “Vlamingen zijn honkvast. Ze zijn als het ware getrouwd met hun bankier. Vroeger beschouwden de mensen hun bankier zelfs als hun god. Nu zeggen ze: ‘Als ik van die dievenbende verlost zou kunnen raken, dan graag. Maar ik kan jammer genoeg niet meer zonder.’

“Vlaanderen is sinds het uitbreken van de crisis gemiddeld 30 procent van zijn welvaart kwijt, en dat is de schuld van onze bankiers. Ik spreek hier niet over de Argenta’s en de VDK’s van deze wereld, maar over de grootbanken: KBC, Fortis, Dexia, en ING. Zulke bankiers zijn er niet voor hun cliënten. Integendeel, de cliënten zijn er voor hen, voor het management van de bank, en voor de aandeelhouders.”

C.D.C.

Het volledige interview leest u deze week in Trends

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content