Itinera-rapport over prijs geneesmiddelen: 444 miljoen euro besparingen mogelijk
Belgen betalen te veel voor hun geneesmiddelen. In een nieuw rapport ziet de denktank Itinera op korte termijn een besparingspotentieel van 444 miljoen euro.
De denktank Itinera is blij met de verplichte substitutie voor antibiotica en antimycotica. De uitwerking vinden ze iets minder. De maatregel, die onlangs felle reacties uitlokte bij apothekers, artsen en de geneesmiddelenindustrie, zou zelfs moeten worden uitgebreid naar alle geneesmiddelen waarvan het octrooi is vervallen, vindt de denktank.
Het voorstel voor een veralgemeende verplichte substitutie is een van de zestien maatregelen die Pieter Van Herck, onderzoeker bij Itinera, naar voren schuift om te besparen op het Riziv-budget voor geneesmiddelen. Hij doet zijn aanbevelingen in een recente publicatie van Itinera. Het werkstuk concludeert dat de 4,3 miljard euro die het Riziv jaarlijks op tafel legt voor de terugbetaling van geneesmiddelen, op korte termijn met minstens 444 miljoen euro kan dalen. Dat bedrag is wat we vergeleken met onze buurlanden gemiddeld meer betalen voor geneesmiddelen waarvan het octrooi is vervallen.
Dure generieken
Volgens een analyse van Deutsche Bank daalden in Europa in 2011 de uitgaven voor geneesmiddelen met 5,5 procent. Dat gebeurde omdat het aantal generische alternatieven de jongste jaren toeneemt en omdat hun marktaandeel toeneemt. Maar België volgt die trend niet helemaal. “We behoren tot de slechtste leerlingen van de klas in de Europese Unie, met een aandeel van 12 procent in de omzet op de ambulante markt en slechts 2 procent in de ziekenhuizen voor voorgeschreven geneesmiddelen”, stelt Itinera in zijn rapport.
Volgens volume is in België het aandeel van de generische geneesmiddelen in 2011 wel gestegen tot iets boven 40 procent. In Europa staat ons land daarmee op de op twee na laatste plaats. Enkel Griekenland en Oostenrijk doen het nog slechter. Bovendien betalen we een hogere prijs dan onze buurlanden voor dezelfde generische geneesmiddelen. Gemiddeld kosten die 23,3 procent meer dan in Duitsland, en zelfs 68,3 procent meer dan in Nederland. “We kunnen zeker vruchten plukken van een betere prijsvorming in de postoctrooimarkt”, zegt Van Herck.
Paradoxaal genoeg is de prijs voor originele merkgeneesmiddelen in ons land na octrooiverval vaak lager dan in de buurlanden. Itinera berekende dat die gemiddeld 17,4 procent minder kosten dan in Nederland, 7,9 procent minder dan in Frankrijk en zelfs 44,8 procent minder dan in Duitsland. “De nog te overbruggen prijsverschillen met de goedkoopste equivalenten die _ al dan niet generiek _ beschikbaar zijn in onze buurlanden, blijven echter bestaan”, aldus het rapport. Het is bovendien opvallend dat voor een belangrijk deel van de markt de originele geneesmiddelen in België marktleider blijven na patentverlies.
Stofnaam en substitutie
“Wij willen daarom het voorschrift op stofnaam (VOS) verplichten”, zegt Van Herck. “Al moet er ruimte blijven voor expliciete uitzonderingen.” Gecombineerd met verplichte substitutie door de apotheker, zou dat op korte termijn volgens Itinera 444 miljoen euro besparingen opleveren. Dat cijfer berekent Itinera op basis van de gemiddelde prijsverschillen met de octrooivrije geneesmiddelen in onze buurlanden. Op lange termijn vraagt Itinera echter om selectieve contractering mogelijk te maken. Dat betekent dat ziekenfondsen en verzekeraars rechtstreeks prijzen kunnen afspreken met zorgverstrekkers en zorgorganisaties. Dat zet geneesmiddelenproducenten aan tot een sterkere prijscompetitie. Zo’n aanpak moet dan de voorraadproblemen teniet doen die kunnen ontstaan door maandelijkse herziening van de lijst met goedkope geneesmiddelen. “Het grote voordeel is dat er zo een echte prijscompetitie ontstaat”, zegt Van Herck.
Roeland Byl
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier