Italiaanse rente schiet omhoog, beurs in het rood
De politieke onzekerheid in Italië laat zich voelen op de financiële markten. De rente op Italiaans staatspapier piekt en dat doet de zogenaamde ‘spread’, het renteverschil met Duitsland als referentie in de eurozone, toenemen tot het hoogste niveau sinds november 2013.
De Italiaanse langetermijnrente steeg maandag tot 2,677 procent, het hoogste niveau in bijna vier jaar. Ter vergelijking: de Duitse langetermijnrente zakte tot amper 0,35 procent, het laagste peil in vijf maanden.
En ook op de beurs van Milaan heerst onzekerheid. Beleggers stuurden de belangrijke aandelenkorf MIB eerst naar 2 procent winst, maar na de middag was dat al omgezet naar 1,5 procent verlies. Vooral de bankaandelen kregen klappen: Unicredit ging 5 procent in het rood, en ook Finecobank, Banca Generali, BPER Banca en UBI Banca kelderen.
De politieke onrust in Italië is niet alleen slecht nieuws voor de Italiaanse banken, maar treft ook de financiële instellingen in ons land. Het grootste slachtoffer lijkt Dexia, dat voor maar liefst 8 miljard euro Italiaans staatspapier in handen heeft. Als de rente stijgt, moeten er waardeverminderingen worden geboekt. De totale blootstelling van Dexia aan Italië -inclusief kredieten aan lokale entiteiten- bedraagt zelfs meer dan het dubbele.
Bij andere Belgische financiële instellingen blijft de blootstelling op Italië relatief beperkt, leert een rondvraag. Bij Belfius bijvoorbeeld gaat het om 2,049 miljard euro; bij KBC om 1,85 miljard euro Italiaans staatspapier en bij verzekeraar Ageas om iets meer dan 1 miljard euro. BNP Paribas is via haar Italiaanse dochter BNL sowieso zwaar blootgesteld. Maar zolang de financiële instellingen die portefeuille kredieten en obligaties niet verkopen, is er enkel sprake van ‘virtuele’ verliezen.