Inflatiewonder België: de prijzen stijgen

Jan Smets © BELGA
Jasper Vekeman medewerker Trends en Moneytalk 

België is zowat het enige land in de eurozone met inflatie. Vooral het gevolg van de btw-verhoging op elektriciteit, sussen economen. Maar niettemin een serieuze uitdaging voor onze economie. En een kaakslag voor de spaarder.

De Europese Centrale Bank (ECB) stuurt opnieuw aan op verse stimulusmaatregelen om de inflatie aan te wakkeren. Hoezo? Is er een gebrek aan inflatie? In België alvast niet. Volgens de jongste cijfers zijn de prijzen in ons land 1,74 procent hoger dan een jaar eerder. De Belgische inflatie blijft daarmee niet zo gek ver onder het officiële doel van de ECB van “dichtbij, maar onder 2 procent”.

Alleen, ons kleine strookje land aan de Noordzee is daarmee echt wel een uitzondering. Net zoals het dorp van Asterix en Obelix de laatst overgebleven broeihaard van verzet vormde tegen de Romeinen, zo vormt België vandaag een eilandje van inflatie in een zee van stabiele prijzen. Gemiddeld bedraagt de inflatie in de eurozone amper 0,4 procent. De ECB blijft zo al drie jaren ver onder haar eigen doel.

Het leven in de muntunie wordt dus niet duurder. Daar hoeven we toch niet om te klagen? Volgens de centrale bankiers wel. Zij zien inflatie als hét smeermiddel voor de economie. Als de prijzen elk jaar een beetje stijgen, verdienen bedrijven hun investeringen sneller terug, en zullen ze dus meer investeren. En als het leven duurder wordt, zal de consument minder geneigd zijn aankopen uit te stellen. Minder nobel is een beetje inflatie ook mooi meegenomen voor al wie hoge schulden heeft, zoals veel overheden. Want dankzij die inflatie daalt hun schuld elk jaar in reële termen.

Duurdere elektriciteit

“De hogere inflatie in ons land heeft verscheidene oorzaken”, zegt KBC-econoom Johan Van Gompel. “De regering verhoogde een aantal gereguleerde prijzen. Denk aan het inschrijvingsgeld voor het hoger onderwijs. Voorts zijn de prijzen voor groenten en fruit sterk gestegen. Maar vooral de verhoging van de btw op elektriciteit laat zich voelen.”

De regering-Michel trok vorig jaar het btw-tarief op elektriciteit weer op van 6 naar 21 procent. Ook de hogere distributietarieven en de afschaffing van de gratis stroom deden uw energiefactuur oplopen. Energie heeft in ons land een groot gewicht in de korf producten die de inflatie meet”, weet Hans Bevers, hoofdeconoom van DegroofPetercam. “Ik schat dat de inflatie daardoor momenteel ongeveer 0,6 à 0,8 procentpunt hoger uitkomt.”

Structureel

Inflatie is een jaar-op-jaarvergelijking. Zo zal het in september een jaar geleden zijn dat de regering de btw op elektriciteit verhoogde. Dan verdwijnt dat effect uit de statistieken. Zal ons land dan weer gewoon plaatsnemen in de middenmoot van de om inflatie verlegen eurozone? Volgens de Europese Commissie niet. Zij gaat voor dit jaar uit van 1,7 procent inflatie in België, en maar 1 procent in onze buurlanden. “Door maatregelen uit de taxshift zoals de hogere accijnzen op tabak, alcohol en diesel zal de Belgische inflatie relatief hoog blijven”, meent Bevers.

Maar ook onderliggend – zonder energie en voedsel – is de Belgische inflatie relatief hoog. “In onze buurlanden bedraagt die ongeveer 1 procent. In ons land is dat 1,5 procent”, zegt Jan Smets, gouverneur van de Nationale Bank. Een deel van de verklaring is dat de prijzen voor diensten in ons land sneller stijgen. “In de dienstensector stijgen de loonkosten per eenheid product meestal sneller dan in de industrie omdat de productiviteit er trager toeneemt, terwijl de loonkosten in de diensten ook zwaarder wegen in de prijsvorming”, verklaart Smets. De federale overheidsdienst Economie pint de inflatie in de dienstensector op 2,7 procent. “De hogere inflatie voor diensten is misschien een goeie aanleiding om na te gaan of er wel voldoende concurrentie is in alle sectoren. Want nu lijkt de inflatie ook structureel wat hoger in ons land”, aldus Smets.

Als inflatie inderdaad het smeermiddel is van de economie, dan loopt de Belgische economie met andere woorden beter gesmeerd dan de buurlanden. “Belgen zullen echt niet meer consumeren of investeren”, nuanceert Bevers. Ook Belfius-hoofdeconoom Geert Gielens lacht de suggestie van een beter gesmeerde Belgische economie weg: “De groei in België ligt onder het Europese gemiddelde. Bovendien is het een probleem als onze hogere inflatie doorsijpelt naar producten waarmee je moet concurreren met het buitenland.”

Morrelen aan de korf

Dat onze prijzen sneller stijgen dan bij de buren is niet het enige gevaar voor onze concurrentiekracht: door het systeem van automatische loonindexering in ons land stijgen ook de lonen mee met de inflatie. Daardoor blijft enerzijds onze koopkracht gevrijwaard. Maar anderzijds tast die indexering wel onze concurrentiepositie aan.

Het is niet de eerste keer dat de inflatie in ons land een versnelling hoger loopt dan in de buurlanden. Ook na de financiële crisis stegen de prijzen in België sneller. Het gevolg was dat onze loonkostenhandicap opliep, ook al stond de ‘wet van 1996’ officieel niet toe dat de lonen in België sneller stegen dan bij onze buren.

Om de loonkloof niet te laten uitdiepen, bedacht de overheid creatieve oplossingen. Zo werd duchtig aan de korf goederen gemorreld die aan de basis ligt van het inflatiecijfer, zodat die “nauwer aansluit bij het werkelijke consumptiegedrag”. Sinds twee jaar zijn bijvoorbeeld de koopjes in rekening gebracht, en ook de gsm weegt nu zwaarder in het mandje ten nadele van vaste lijnen. Het voordeel van die opfrissingen? Als het leven minder snel duurt wordt, blijft een indexering van de lonen langer uit. We wonnen zo aan concurrentiekracht zonder dat de regering-Di Rupo een fel gecontesteerde indexsprong moest doorvoeren.

Loonhandicap

Onlangs was er goed nieuws: volgens de Centrale raad voor het Bedrijfsleven (CRB), een adviesorgaan waarin vakbonden en werkgevers zitten, zal onze loonkostenhandicap die we sinds 1996 opgebouwd hadden tegenover onze drie voornaamste handelspartners eind dit jaar weggewerkt zijn. Met dank aan de loonbevriezing van de vorige regering en de indexsprong van de huidige meerderheid, aldus de CRB. Maar ook dankzij de sneller gestegen lonen in onze buurlanden.

Volgens het Planbureau zit er in het najaar wel een indexering van de lonen aan te komen, voor het eerst sinds eind 2012. De cijferaars zien de gezondheidsindex, een korf zonder ‘schadelijke’ producten als alcohol, tabak en diesel die de basis vormt voor de loonindexering, 1,6 procent stijgen dit jaar. Daardoor zal de spilindex in juli overschreden worden, wat kort nadien een stijging van de meeste lonen en uitkeringen betekent.

“We moeten blijven waken over onze concurrentiepositie”, waarschuwt NBB-gouverneur Smets. “Onze prijsvorming mag geen structurele handicap worden. En onze loonksoten moeten in lijn blijven evolueren met de voornaamste handelspartners. Inflatie is daar een belangrijk element in. Maar ook de evolutie van de reële lonen speelt een rol.” Volgens Johan Van Gompel moet de regering daarom verder op de ingeslagen weg. “We moeten de loonmatiging volhouden. Anders zullen de lonen bij de eerstvolgende indexering weer sneller stijgen dan in de buurlanden. Maar we moeten dat gevaar ook niet overroepen. De lonen dreigen niet te ontsporen.”

Olieprijs

Door de loonindexering blijft het in België zaak om de inflatie in te tomen, zeker ten opzichte van de buurlanden. Nochtans zijn er risico’s. Zo daalt de euro door het ultrasoepele beleid van de ECB, wat ingevoerde producten duurder maakt. Maar hou vooral de olieprijs in de gaten. De prijs voor een vat ruwe olie uit de Noordzee is in anderhalf jaar gekelderd van 115 tot onder 30 dollar, de voornaamste reden waarom inflatie in de rest van de eurozone zo laag is. Maar wie kan uitsluiten dat de olieprijs even onverwacht opnieuw richting 50 dollar per vat kruipt, of zelfs hoger?

Traditioneel is de Belgische inflatie erg gevoelig voor de olieprijs, wat de hoge inflatie in ons land vandaag nog uitzonderlijker maakt. De verklaring is dat we relatief veel energie gebruiken in ons land. “Vandaag lijkt er weinig gevaar dat de olieprijs plots sterk zal opveren”, meent Jan Smets. “Maar we moeten nu al goed nadenken over wat ons te doen staat als de olieprijs niet langer daalt en dus niet meer weegt op de inflatie. We moeten er dan voor zorgen dat de prijs- en loonvorming in lijn blijft met het verloop van de economische activiteiten; niet alleen met onze concurrentiepositie, maar ook met de productiviteit en de werkgelegenheid.”

De ECB haalt wel alles uit de kast om meer inflatie te krijgen in de eurozone door maandelijks tientallen miljarden in de economie te pompen. Niet bepaald bevorderlijk voor een land dat misschien eerder een ontsporing van zijn inflatie moet vrezen.Frankfurt voerteenbeleid voor de hele muntunie. De situatie in een specifiek land is niet doorslaggevend in de besluiten”, zegt Smets. “Natuurlijk zijn er inflatieverschillen in de eurozone. Maar die zijn soms verantwoord. Zo is de lage inflatie in Zuid-Europa een gevolg van het aanpassingsproces na de crisis. En in België is er nu meer inflatie door maatregelen om de staatshuishouding op orde te krijgen. Er is pas een probleem als de hogere inflatie structureel is, bijvoorbeeld door de ontoereikende werking van bepaalde markten. Maar het is niet de centrale bank die daar antwoorden moet op bieden. Daarvoor zijn structurele aanpassingen nodig, zoals maatregelen om de concurrentie aan te wakkeren, en regels die maken dat inkomens en prijzen zich vlot kunnen aanpassen aan veranderende economische omstandigheden.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content