Volledige schadeloosstelling bij gewijzigde bestemming grond
De Vlaming die de bestemming van zijn grond ziet veranderen, zal daarvoor in de toekomst volledig schadeloos gesteld worden. Dat besliste de Vlaamse regering tijdens de afgelopen superministerraad op voorstel van Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw Joke Schauvliege.
De regering keurde nu de krachtlijnen goed van het zogenaamde instrumentendecreet. Een van de onderdelen daarvan is de schadeloosstelling bij bestemmingswijzigingen.
De Vlaamse overheid kiest met het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen immers voor een andere ruimtelijke ordening. Dat plan bevat onder meer de veelbesproken ‘betonstop’. Met het BRV wil Vlaanderen bijvoorbeeld meer open ruimte, optimaler ruimtegebruik of het vrijwaren van natuur.
Wie bijvoorbeeld een bouw- of industriegrond ziet veranderen in natuurgrond, komt voortaan in aanmerking voor een schadeloosstelling van 100 procent, en dat van de verkoopwaarde. Voorheen was dat slechts 80 procent van de aankoopwaarde.
Soms vindt ook de omgekeerde situatie plaats, met een meerwaarde voor de eigenaar na een bestemmingswijziging. De heffing op de ontstane meerwaarde, bijvoorbeeld wanneer landbouwgrond omgezet wordt in bouwgrond, gebeurt nu maximaal aan 30 procent. Het systeem met verschillende tariefschalen wordt nu vereenvoudigd, zegt Schauvliege. Er blijven twee schalen over: 25 of 50 procent. Het eerste geld voor meerwaarde onder de grens van 250.000 meerwaarde, het tweede tarief voor de meerwaarde boven de grens.
Voorts kan de overheid verplicht worden om een onroerend goed te kopen als ze plannen maakt waarbij de waarde van die eigendom ernstig in waarde daalt. Dit geldt ook voor plannen waarbij de leefbaarheid van een bedrijf in het gedrang komt.
Andere nieuwigheden in het instrumentendecreet zijn activiteitencontracten voor tijdelijke kleinschalige en zonevreemde activiteiten in bestaande gebouwen in landbouw- en parkgebied, meer bepaald leegstaande hoeves. Dit moet de reconversie van het platteland dienen.
Ook is een basis gelegd voor het verhandelen van ontwikkelingsrechten. De overheid kan zo aan eigenaars van een grond waarvan de ontwikkeling niet wenselijk is, ontwikkelingsrechten toekennen op een betere grond.
Met het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen wil Schauvliege de inname van openbare ruimte halveren tegen 2025 en stopzetten tegen 2040.